AANSLUITINGEN VOOR BRANDSTOFTOEVOER
De r verwarmingsketels TAU UNIT OIL FLEX zijn
uitgerust om de brandstoftoevoer vanaf de achterzijde
te ontvangen:
De flexibele voedingsleidingen moeten door de opening
tussen het onderstel en het steunvlak geleid worden om
op de pomp aangesloten te kunnen worden.
Als de installatie in onderdruk komt moet de retourleiding
zich op dezelfde hoogte als de aanzuigleiding bevinden.
Op deze manier is er geen voetklep nodig die onont-
beerlijk is als de retourleiding boven het niveau van de
brandstof komt.
b
De installateur moet garanderen dat de voedings-
onderdruk nooit boven de 0,4 bar (30 cm Hg) zal
stijgen. Boven een dergelijke waarde komt er uit
de brandstof gas vrij. Belangrijk is dat de leidingen
perfect hermetisch afsluiten.
b
Geadviseerd wordt om periodiek de brandstoftank
te laten schoonmaken.
b
De voedingsinstallatie van de brandstof moet ade-
quaat zijn voor het debiet van de brander en moet
voorzien zijn van alle beveiligingen en controlesys-
temen die door de geldende normen zijn voorge-
schreven. Raadpleeg voor zijn dimensionering de
tabel hiernaast.
b
Op de voedingslijn van de brandstof moet een filter
geïnstalleerd worden.
b
Alvorens de verwarmingsketel in bedrijf te stellen,
moet gecontroleerd worden of de retourleiding niet
verstopt is. Bij een excessieve tegendruk zal het
afdichtingssysteem van de pomp kapot gaan.
Inschakeling pomp
Om de pomp in te schakelen is het voldoende om de
brander te activeren en vervolgens te controleren of de
vlam is gaan branden.
Als de installatie zich blokkeert voordat de brandstof is
gearriveerd, wacht dan tenminste 20 seconden, druk
vervolgens op het knopje "Deblokkering brander op
afstand" op het bedieningspaneel en wacht totdat de
startfase opnieuw wordt uitgevoerd en de vlam is gaan
branden.
34
INSTALLATEUR
(*)
(*) Automatisch afsluitsysteem (waar voorzien).
Raadpleeg voor de elektrische aansluiting het
schakelschema op pagina 31.
H (m)
Øi (8 mm)
0
0,5
1
1,5
2
3
3,5
H = hoogteverschil
L = max. lengte van de zuigslang
Øi = interne diameter van de leiding
1 - Aanzuiging
2 - Retour
3 - Bypass-schroef
4 - Aansluiting manometer
5 - Drukregelaar
6 - Aansluiting vacuümmeter
7 - Klep
8 - Extra drukaansluiting
7
6
5
L (m)
Øi (10 mm)
35
100
30
100
25
100
20
90
15
70
8
30
6
20
4
3
2
1
8