STANDAARDWEERGAVE DISPLAY
3
A1 - Tapw bedrijfsmodus: ON of OFF
Door op de relatieve toets (3) te drukken wordt het streepje geactiveerd of gedeactiveerd
B1 - Bedrijfsmodi van het verwarmingscircuit:
Door op de relatieve toets (5) te drukken positioneert het streepje zich onder het bijbehorende
symbool
C1 - Actuele tijd
D1 - Verwarming in COMFORT-modus
E1 - Zone meldingen
F1 - Signalering dagelijks verwarmingsprogramma
G1 - Huidige waarde van de keteltemperatuur
(indien "param. 22=Permanent" wordt de laatste informatie weergegeven die in de "Modus
Informatie" is geselecteerd)
H1 - Brander in werking
Opmerkingen over de werking
Het bedieningspaneel van de r verwarmingsketel TAU UNIT OIL FLEX beheert:
- Functie vorstbeveiliging installatie: de pompen worden
geactiveerd op grond van de actuele buitentempera-
tuur, ook als er geen warmtevraag is.
Als de buitentemperatuur lager is dan -4°C activeren
de pompen zich; als de buitentemperatuur tussen de
-5° e 1,5°C bevindt activeren de pompen zich gedu-
rende 10 minuten met tussenpozen van 6 uur; als de
buitentemperatuur hoger is dan 1,5°C schakelen de
pompen zich uit.
- Functie schoorsteenveger: activeert de brander om de
vereiste bedrijfscondities te bereiken om de verbran-
dingsanalyse te kunnen uitvoeren. De continue werking
van de brander wordt bereikt wanneer de maximale
bedrijfstemperatuur gelijk is aan de maximale gewens-
te waarde van de ketel.
In het begin zijn alle afvoeren geblokkeerd om de ketel
in staat te stellen om zo snel mogelijk de gewenste
waarde van 64°C te bereiken.
Wanneer de 64°C zijn bereikt, worden de verwarmings-
circuits opnieuw één voor één bediend, om de warmte
te verwerken zodat de brander in werking blijft.
16
ALGEMEEN
A1
H1
G1
Keteltemperatuur
F1
B1
- Thermostaatfunctie elektronisch max. (param. 2310):
deactiveert de brander als de keteltemperatuur de
maximumgrens overschrijdt, die samenvalt met de max.
gewenste waarde van de ketel (param. 2212 = 80 °C).
- Functie sanitaire prioriteit: voorziet dat bij een gelijk-
tijdige vraag naar verwarming en sanitair warm water
(SWW), uitsluitend met als accessoire geïnstalleerde
boiler op afstand, het vermogen van de verwarmings-
ketel zich voornamelijk aan het aanbieden van tapwater
wijdt.
- Functie start-/stopcontrole: om te voorkomen dat de
verwarmingsketel zich herhaaldelijk in- en uitschakelt
blijft het een minimumtijd ingeschakeld. Als echter de
keteltemperatuur een vastgestelde drempelwaarde, de
schakeldifferentie, overschrijdt (param. 2240) gaat de
verwarmingsketel uit.
- Beveiligingsfuncties voor zonnecollectoren:
- Vorstbeveiliging collector (param. 3840)
- Max. temperatuur beveiliging collectoren (param. 3850)
- Beveiliging pomp bij dampfase van warmtegeleiden-
de vloeistof (param. 3860).
5
C1
D1
E1