Om de aansluitingen uit te voeren:
- Til het bovenpaneel (1) van de verwarmingsketel op en
verwijder het
- Draai de schroeven (2) los en verwijder het deksel (3)
van het bedieningspaneel
- Voer de aansluitingen op het klemmenbord van de ver-
warmingsketel (MOZ1) uit volgens nevenstaand sche-
ma.
b
Gebruik de kabelklem (P) voor de aansluiting van
de voedingskabel.
De klemmen (2-3) zijn een multifunctionele ingang, waar-
mee de ontsteking van de ketel kan worden bediend door
middel van de ruimtethermostaat die de eventuele directe
zone bedient.
- Maak de aansluiting van de externe sonde (zie de be-
treffende. par.).
- Aansluiting van de ruimte unit (niet bijgeleverd)
De ruimte unit dient door middel van een driepolaire
kabel op de klemmen CL+, CL- en G+ van het moeder-
bord aangesloten te worden, let op dat de polariteit niet
wordt omgekeerd.
Bovendien is het nodig om de paramaters in te stellen
om aan de ruimte unit het betreffende circuit toe te wij-
zen (zie par. "Eerste inbedrijfstelling").
- Completeer de aansluitingen, sluit het bedieningspa-
neel door de beschreven handelingen in de omgekeer-
de volgorde uit te voeren.
30
INSTALLATEUR
2
3
Elektrische voeding
230 V~50 Hz
P
N
L1
6 5 4 3 2 1
CL+
CL+
G+
CL-
CL-
Ruimte-
unit
1
2 3
1
+
-
G+
MO1
Ruimte-
unit
2
2 3
1
+
-
G+