S. NIGHTSHOT PLS (Super
NightShot plus)
Het beeld wordt opgenomen met maximaal
16 keer de gevoeligheid van opnemen
met de functie NightShot plus als u [S.
NIGHTSHOT PLS] instelt op [AAN]
terwijl de NIGHTSHOT PLUS-schakelaar
(p. 29) ook op ON is gezet.
wordt op het scherm weergegeven.
Als u de normale instelling wilt herstellen,
stelt u [S. NIGHTSHOT PLS] in op [UIT].
Opmerkingen
Gebruik [S. NIGHTSHOT PLS] niet in heldere
omgevingen. Dit kan een storing veroorzaken.
Bedek de infraroodpoort niet met uw vingers of
andere voorwerpen.
Verwijder de voorzetlens (optioneel).
Pas de scherpstelling handmatig aan ([FOCUS],
p. 72) als er moeilijk automatisch kan worden
scherpgesteld.
De sluitertijd van de camcorder wordt gewijzigd
afhankelijk van de helderheid, waardoor de
beweging van het beeld kan worden vertraagd.
FADER
U kunt volgende effecten toevoegen aan de
overgang tussen twee scènes.
Selecteer het gewenste effect bij [STBY] (voor
infaden) of [OPN] (voor uitfaden) en raak
aan.
Druk op START/STOP.
De faderaanduiding stopt met knipperen en
verdwijnt als het faden is voltooid.
Als u de fader wilt annuleren voordat deze
wordt gestart, raakt u [UIT] aan in stap .
Als u op START/STOP drukt, wordt de
instelling geannuleerd.
76
Uitfaden
FADER WIT
FADER ZWART
DIG EFFECT (digitale effecten)
Als u [OUDE FILM] selecteert, wordt
weergegeven en kunt u het effect van een
oude film toevoegen aan beelden.
Als u [DIG EFFECT] wilt annuleren, raakt
u [UIT] aan.
B EFFECT (beeldeffecten)
U kunt speciale effecten toevoegen aan
een beeld tijdens het opnemen.
weergegeven.
UIT
De functie [B EFFECT] wordt niet
gebruikt.
SEPIA
Beelden worden in sepia weergegeven.
ZWART-WIT
Beelden worden in zwart-wit weergegeven.
PASTEL
Beelden worden weergegeven als een lichte
tekening in pastelkleuren.
Infaden
wordt