Functieomschrijving
Bedrijfsmodus "Extern analoog"
6.6 Functies
6.7 Relais
Storingsmeldrelais, optioneel
Storingsmeld- en taktgeefrelais, optio‐
neel
6.8 Hiërarchie van bedieningsmenu's, functies en storingstoestanden
20
De bedrijfsmodus "Extern analoog" wordt hieronder beschreven -
zie hoofdstuk "Bedienen" en "Installeren elektrisch".
De functies worden hieronder beschreven - hoofdstuk bedienen.
De pomp beschikt over aansluitmogelijkheden voor twee extra
opties.
Via dit relais kan bij foutmeldingen of waarschuwingsmeldingen
(bijv. niveauwaarschuwing) een aangesloten stroomcircuit worden
gesloten (bijv. voor een alarmhoorn).
Het relais kan later worden ingebouwd via een opening in de
pompvoet; zie de aanvullende gebruikershandleiding "Relais later
inbouwen" bij de uitbreidingsset.
Dit gecombineerde relais kan, aanvullend op de functie van sto‐
ringsmeldrelais, via het taktgeefrelais bij elke slag een contact
genereren.
Het relais kan later worden ingebouwd via een opening in de
pompvoet; zie de aanvullende gebruikershandleiding "Relais later
inbouwen" bij de uitbreidingsset.
De verschillende bedieningsmenu's, functies en storingstoe‐
standen hebben een verschillend effect op de manier waarop de
pomp reageert.
De volgende opstelling geeft de volgorde aan:
1. - Test (aanzuigen)
2. - Storing, stop, pauze
3. - Hulpfrequentie (externe frequentieomschakeling)
4. - Manual, extern contact
Commentaar:
bij 1 - "Aanzuigen" is in elke pompmodus mogelijk (mits deze
functioneert).
bij 2 - "Storing", "Stop" en "Pauze" stoppen alles behalve "Aan‐
zuigen".
bij 3 - De slagfrequentie van "Hulpfrequentie" heeft altijd voorrang
op de slagfrequentie die een onder 4. genoemd bedienings‐
menu aangeeft.