Overzicht van apparaat en bedieningselementen
5.2.4 Functie- en storingsindicators
Storingsindicator (rood)
Waarschuwingsindicator (geel)
Bedrijfstoestandindicator (groen)
5.2.5 Stekkeraansluiting "Externe aansturing"
5.2.6 Stekkeraansluiting "Niveauschakelaar"
18
Extern (analoog, optie)
n
Manual (instellen van slagfrequentie in stappen van 10%)
n
De storingsindicator brandt wanneer het vloeistofpeil in de doseer‐
tank onder het tweede schakelpunt van de niveauschakelaar daalt
(20 mm restniveau in de doseertank).
De storingsindicator brandt, als in de bedrijfsmodus "Extern ana‐
loog" de stroom onder 3,8 mA komt (alleen bij 4...20 mA) of boven
23 mA komt.
Deze LED knippert bij een ongedefinieerde bedrijfstoestand.
De waarschuwingsindicator brandt wanneer het vloeistofpeil in de
doseertank onder het eerste schakelpunt van de niveauschakelaar
daalt.
De bedrijfstoestandindicator brandt wanneer de pomp bedrijfsklaar
is en er geen storings- of waarschuwingsmeldingen binnenkomen.
De indicator gaat korte tijd uit wanneer de pomp een slag uitvoert.
De bus "Externe aansturing" is een vijfpolige inbouwbus.
Daarmee kunnen de volgende functies en bedrijfsmodussen
worden gebruikt:
Pauze
n
Extern contact
n
Extern analoog (optie)
n
Hulpfrequentie (externe frequentieomschakeling)
n
De tot nu toe gebruikte 2- en 4-pins kabels kunt u
blijven gebruiken. De functie "Hulpfrequentie" kan
echter alleen met een 5-pins kabel worden
gebruikt.
Het is mogelijk om een tweetraps niveauschakelaar met waarschu‐
wing en uitschakeling aan te sluiten.