4. Capaciteitsindicator.
Geeft aan dat bij de huidige stand van het platform de
maximumcapaciteit van het platform is bereikt. Beperkte
capaciteiten zijn toegestaan bij beperkte platformstan-
den (kortere gieklengtes en hogere giekhoeken).
OPMERKING: Raadpleeg de capaciteitsstickers op de machine
voor beperkte en onbeperkte platformcapacitei-
ten.
5. Waarschuwingslichtje scheefstandalarm. (Rood)
Dit lichtje geeft aan dat het chassis op een helling staat
(steiler dan 5 graden). Als de giek boven de horizontale
stand staat en de machine op een helling staat, klinkt een
alarm en wordt de kruipsnelheid automatisch geacti-
veerd.
WANNEER DIT LICHTJE BRANDT TERWIJL DE GIEK GEHEVEN OF
UITGESCHOVEN IS, MOET DEZE WORDEN INGESCHOVEN EN TOT
ONDER DE HORIZONTALE STAND WORDEN NEERGELATEN. PLAATS
DE MACHINE VERVOLGENS HORIZONTAAL ALVORENS DE GIEK UIT TE
SCHUIVEN OF BOVEN DE HORIZONTALE STAND TE HEFFEN.
6. Indicator gloeibougies
Geeft aan dat de gloeibougies ingeschakeld zijn. Wacht
na inschakeling van het contactslot totdat het lampje uit-
gaat voordat u de motor tornt.
3122323
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS
7. Voetschakelaar/activeringslichtje
Om een functie te gebruiken, moet de voetschakelaar
worden ingedrukt en de functie binnen zeven seconden
worden gekozen. Het activeringslichtje geeft aan dat de
bedieningselementen geactiveerd zijn. Als een functie
niet binnen zeven seconden wordt gekozen, of als er
zeven seconden verlopen tussen het beëindigen van de
ene functie en het beginnen van de volgende, gaat het
activeringslichtje uit en moet de voetschakelaar worden
losgelaten en opnieuw worden ingedrukt om de bedie-
ningselementen te activeren.
Wanneer de voetschakelaar wordt losgelaten, ontvangen
de bedieningselementen geen voeding meer en worden
de rijremmen ingeschakeld.
OM ERNSTIG LETSEL TE VOORKOMEN, MAG DE VOETSCHAKELAAR
NIET WORDEN VERWIJDERD, GEWIJZIGD OF UITGESCHAKELD DOOR
BLOKKEREN OF WELKE ANDERE METHODE DAN OOK.
ALS DE VOETSCHAKELAAR ALLEEN WERKT BINNEN DE LAATSTE 6
MM (1/4 INCH) VAN DE INDRUKAFSTAND (AAN DE BOVEN- OF
ONDERKANT), MOET HIJ WORDEN BIJGESTELD.
– JLG Hoogwerker –
3-13