Mixdown (afmixen) en bounce (tracks samenvoegen) handelingen
1 Draaien aan de [DYN]-knop onmiddellijk na
het oproepen van een alleen-lezen-library die
dynamics instellingen bevat, zal tegelijkertijd
meerdere parameters aanpassen die de dyna-
mische processing beïnvloeden. (De hoeveel-
heid wijzigingen zal afhangen van de laatst
opgeroepen library.)
B Voor een kanaal waarvan u zelfs maar één pa-
rameter verandert in de EDIT-pagina van het
DYN-scherm, zal draaien aan de [DYN]-knop
alleen de laatst bewerkte parameter aanpas-
sen. (De laatste bewerkte parameter wordt
onthouden voor elk kanaal.)
C Als u nogmaals een alleen-lezen-library op-
roept die dynamicsinstellingen bevat, zal
draaien aan de [DYN]-knop weer tegelijkertijd
meerdere parameters aanpassen.
94
De parameters van een intern
effect bewerken
Door de EDIT-pagina van het EFF1-scherm of EFF2-scherm
te gebruiken kunt u gedetailleerde bewerkingen maken in
de effectparameters van de interne effecten 1 en 2.
Als een effect intern is verbonden via send/return in de
mixersectie, kunnen de parameters (EQ, pan, AUX-send,
enz.) van het returnkanaal die het returnsignaal bewer-
ken ook in deze pagina bewerkt worden.
Hier is een voorbeeld van hoe u de instellingen van in-
tern effect 1, dat intern is verbonden via send/return,
kunt bewerken.
1
Roep voor intern effect 1 een effectlibrary op
die het gewenste effecttype gebruikt.
U kunt het effecttype (bijvoorbeeld reverb, delay)
niet wijzigen in de EDIT-pagina. U moet eerst de
library-instellingen oproepen die het gewenste type
gebruiken.
2
Druk in de SELECTED CHANNEL-sectie her-
haaldelijk op de [EFF1]-knop of houd de
[EFF1]-knop ingedrukt en gebruik de CUR-
SOR [ ]/[ ]-toetsen om toegang te krijgen
tot de EDIT-pagina van het EFF1-scherm.
De EDIT-pagina laat u alle effectparameters bewer-
ken.
2
1
1 BYPASS ON/OFF-knop
Schakelt effectbypass aan/uit. Het effect zal niet te
horen zijn als deze knop aanstaat.
B TYPE
Geeft het type van het momenteel geselecteerde
effect aan.
Opm
Opm
U kunt het effecttype niet wijzigen in deze pagina. Als u
een ander type wilt gebruiken moet u de library-instellin-
gen oproepen die het gewenste effecttype gebruiken.
C STEREO/MONO
Geeft aan of het effect stereo of mono is. Een stereo-
ingangseffect wordt aangeven door
mono-ingangseffect wordt aangeven door
D USED AS
Geeft aan hoe dit effect wordt gebruikt. Als het ef-
fect intern is verbonden met de mixersectie via
send/return zal dit "EFF1" of "EFF2" aangeven. Als
het effect in een bepaald kanaal is tussengevoegd
zal dit de naam van het kanaal aangeven waarin het
effect is tussengevoegd (bijvoorbeeld "INPUT 1").
3
4
5
, en een
.