Verscheidene afspeeltypes
De positie van een locatepunt of marker
Zo kunt u de positie aanpassen van een reeds geregi-
streerd(e) locatepunt of marker.
1
Druk in de WORK NAVIGATE-sectie, her-
haaldelijk op de [SONG]-toets of houd de
[SONG]-toets ingedrukt en gebruik de
CURSOR [ ]/[ ]-toetsen om toegang te
krijgen tot de POINT-pagina.
In de POINT-pagina kunt u de tijdlocatie van elk
locatepunt en elke marker aanpassen.
1
2
1 LOCATOR-knop
B MARKER-knop
Deze knoppen selecteren of het scherm locatepun-
ten of markers zal laten zien. De knop die momen-
teel aanstaat wordt gemarkeerd weergegeven.
C Locatorpunt/marker weergavegebied
Dit gebied laat een overzicht zien van de locate-
punten of markers, afhankelijk van of u de LOCA-
TOR-knop of de MARKER-knop heeft geselecteerd.
2
Als u de positie van een locatepunt aan wilt
passen, zorg er dan voor dat de LOCATE-
knop is aangezet (gemarkeerd) in de display.
Als de LOCATOR-knop aanstaat, zal de POINT-
pagina de positie van elke van de locatepunten
aangeven.
1
1 Locatepunten
Laat het type locatepunt en zijn afkorting zien.
B POSITION
Laat de positie van elk van de locatepunten zien als
tijdcode of in het gekozen tellerweergaveformat.
C MEAS
Laat de positie zien van elk van de locatepunten in
maten/tellen. Deze waarde wordt uitgerekend aan
de hand van het tempo en de maatsoort van de tem-
pomap (
blz. 142).
68
aanpassen
3
2
3
Het format waarin de positie wordt weergegeven
zal afhangen van het locatepunt. De volgende tabel
laat het weergaveformat zien voor elk van de
locatepunten.
Locatepunt
POSITION-veld
REL.ZERO
Tijdcode
START
Tijdcode
END
Tijdcode
IN
Tellerweergaveformat
OUT
Tellerweergaveformat
A
Tellerweergaveformat
B
Tellerweergaveformat
Tip!
Tip!
Als een locatepunt niet is geregistreerd, zal het numerie-
ke veld "–" aangeven.
3
Verplaats de cursor naar de locatepuntwaar-
de die u wilt aanpassen en draai aan de
[DATA/JOG]-dial om de waarde te wijzigen.
Alleen in het geval van een startpunt, zal een
"Change START Position?" popupvenster u om een
bevestiging vragen als u de waarde probeert te ver-
anderen. Verplaats de cursor naar de OK-knop en
druk op de [ENTER]-toets, en wijzig dan de waarde.
Opm
Opm
Veranderen van het startpunt betekent dat reeds in een
track opgenomen locaties relatief ten opzichte van de
maatstrepen, die door de tempomap worden bepaald,
zullen worden verplaatst. Weest u zich hier alstublieft
van bewust als u de maataanduiding gebruikt voor de
metronoom of de Quick Loop Sampler.
4
Verplaats, om de locatie van een marker aan
te passen, de cursor naar de MARKER-knop in
de display en druk op de [ENTER]-toets.
Als de MARKER-knop aanstaat zal de POINT-
pagina een overzicht geven van de markers die zijn
geregistreerd.
2
3
5
1 List
Geeft een overzicht van de markers die zijn
geregistreerd. De regel die omsloten wordt door
een stippellijn is geselecteerd voor bewerkingen.
B MARKER
Dit zijn de markernummers 01–99.
MEAS-veld
Maat/tel
Maat/tel
Maat/tel
Maat/tel
Maat/tel
Maat/tel
4
1