5
Druk om het opnemen op de padtrack te be-
ginnen op de PLAY [
De recorder zal gaan lopen en het opnemen van de
padevents zal beginnen.
6
Bespeel de pads terwijl u naar het afspelen
van de audiotracks luistert.
Padevents zullen worden opgenomen op de pad-
tracks. De padevents die zijn opgenomen zullen in
realtime in de padtrackview verschijnen.
Tip!
Tip!
Padtracks nemen alleen de pad aan/uit-status op.
7
Om het opnemen te stoppen drukt u op de
STOP [ ]-toets.
De recorder zal stoppen.
8
Verplaats, om de events die zijn opgenomen
terug te spelen, de cursor naar de tracksta-
tusknop en druk verscheidene malen op de
[ENTER]-toets om de display te schakelen
naar
.
9
Ga naar het punt vanwaar u het afspelen wilt
beginnen en druk op de PLAY [
De padtrack(s) zal/zullen synchroon met de recor-
der afspelen. Als u het opnemen over wilt doen her-
haal dan de stappen 6–9.
Het is ook mogelijk om alleen een bepaald gedeelte
van een padtrack opnieuw op te nemen. In dit geval
zullen de nieuw opgenomen padevents de reeds
opgenomen events overschrijven. U moet echter
voorzichtig zijn aangezien dit ook invloed heeft op
overlappende padevents voor of na het opnieuw
opgenomen gedeelte.
Tip!
Tip!
De inhoud van een opgenomen padtrack kan op een ver-
scheidenheid aan manieren worden bewerkt met de bewer-
kingscommando's. Zie voor details "Wat u kunt doen door
de bewerkingscommando's te gebruiken" (
10
Als u een bepaalde padtrack wilt uitschakelen,
druk dan herhaaldelijk op de [TRACK]-toets in
de WORK NAVIGATE-sectie of houd de
[TRACK]-toets ingedrukt en gebruik de CUR-
SOR [ ]/[ ]-toetsen om toegang te krijgen
tot de PAD-pagina van het TRACK-scherm.
In de PAD-pagina van het TRACK-scherm kunt u de
muting voor elke padtrack aan-/uitschakelen.
1 2
3
1 One shot-/loopmode
Een icoon geeft aan of de sample die is toegewezen
aan de pad is ingesteld op One Shotmode (
Loopmode (
).
]-toets.
]-toets.
blz. 123).
) of
B Padtracknummer
Dit geeft het padtracknummer 1–4 aan. Rechts
wordt de naam van de sample aangegeven die is
toegewezen aan de samplebank die voor die pad
geselecteerd is.
C Trackmuteknop
Deze knop schakelt de muting aan/uit voor elke
track. Verplaats de cursor naar deze knop en druk
op de [ENTER]-toets om tussen de volgende twee
instellingen te schakelen.
..............................De padtrack kan worden
afgespeeld.
..............................De padtrack is gemutet.
11
Verplaats de cursor naar de trackmuteknop
voor de track die u wilt muten en druk op de
[ENTER]-toets om de knop naar
(gedempt) te schakelen.
Verplaats om de muting te annuleren de cursor naar
de trackmuteknop en druk nogmaals op de [ENTER]-
toets.
Tip!
Tip!
Als een padtrack is gemutet en de pad is ingesteld op
LOOP/TRIGGER, zal de pad afspelen als u gewoon op de
[PLAY]-toets drukt om de recorder te laten afspelen. Dit
betekent dat u deze eigenschap, zelfs zonder op te
nemen op een padtrack, als een ritmemachine kunt
gebruiken.
11
111