De dynamicsparameters bewerken
U kunt gedetailleerde bewerkingen van de dynamicspa-
rameters op dezelfde manier als van de EQ-parameters
uitvoeren.
1
Druk op een [INPUT SEL]-toets, een pad 1–4,
een [TRACK SEL]-toets of de [STEREO SEL]-
toets om het kanaal te selecteren waarvan u
de dynamicsparameters wilt bewerken.
2
Roep van de dynamicslibrary de instellingen
op die wat u in gedachte heeft het meest be-
naderen.
3
Druk herhaaldelijk op de [DYN]-knop van de
SELECTED CHANNEL-sectie of houd de [DYN]-
knop ingedrukt en gebruik de CURSOR [
[ ]-toetsen om toegang te krijgen tot de
EDIT-pagina van het DYN-scherm.
2
1
3
1 ON/OFF-knop
Schakelt de dynamics aan/uit.
B TYPE
Geeft het momenteel geselecteerde dynamicstype aan.
De getoonde indicatie heeft de volgende betekenis.
COMP........................ Compressor
EXPAND..................... Expander
GATE.......................... Gate
COMPAND-H ............ Compander (hard)
COMPAND-S ............. Compander (soft)
DUCKING ................. Ducking
Opm
Opm
U kunt het dynamicstype niet in deze pagina wijzigen.
Als u een ander type wilt gebruiken, moet u de library-
instellingen oproepen die het gewenste type gebruiken.
C Responscurve
Deze grafiek geeft een benadering van de respons
van de dynamicsinstellingen. De horizontale as van
de grafiek is het ingangsniveau en de verticale as is
het uitgangsniveau.
D KEYIN SOURCE
Selecteert één van de volgende instellingen als trigger-
signaal dat de dynamische processing zal besturen.
SELF ........................... Het post-EQ-signaal van het mo-
menteel geselecteerde kanaal
LEFT ........................... Het post-EQ-signaal van het aan-
grenzende kanaal links
AUX1............................Het signaal onmiddellijk voor het
masterzendniveau van de AUX 1-bus
AUX2............................Het signaal onmiddellijk voor het
masterzendniveau van de AUX 2-bus
]/
4
7
56
Opm
Opm
U kunt LEFT niet selecteren als u ingangskanaal 1, pad-
kanaal 1, trackkanaal 1 of het stereo-uitgangskanaal heeft
geselecteerd.
Tip!
Tip!
Dynamicsinstellingen en handeling zijn gekoppeld voor
gepaarde kanalen en voor het stereo-uitgangskanaal. In
dit geval zal de dynamische processing tegelijkertijd op
beide kanalen werken als één van de kanalen het treshold
(drempel) niveau overschrijdt.
E GR (Gain Reduction)
Geeft de hoeveelheid versterkingsreductie aan die
teweeg gebracht wordt door de dynamische proces-
sor, in een bereik van –18 dB tot 0 dB.
F Uitgangsmeter
Geeft het niveau aan van het signaal nadat dit de
dynamische processor is gepasseerd.
G Parameters
Hier kunt u de parameters van de dynamische
processor bewerken. Het soort parameters en hun
bereik zal verschillen, afhankelijk van het dynami-
sche processortype. Zie voor details over de para-
metertypes en hun functie de appendix.
4
Verplaats de cursor naar de parameter die u
wilt bewerken en gebruik de [DATA/JOG]-dial
om de waarde te bewerken.
5
Druk om de dynamics aan/uit te schakelen
op de [ENTER]-toets.
In de EDIT-pagina kunt u op de [ENTER]-toets druk-
ken om de dynamics aan/uit te schakelen, ongeacht
de cursorlocatie.
Weest u zich er alstublieft van bewust dat als u zelfs
maar één parameter in de EDIT-pagina van het DYN-
scherm bewerkt, de handeling van de [DYN]-knop
van de SELECTED CHANNEL-sectie als volgt zal ver-
anderen voor dat kanaal.
9
93