Download Print deze pagina

Yamaha AW16G Handleiding pagina 86

Advertenties

Mixdown (afmixen) en bounce (tracks samenvoegen) handelingen
Opnemen op de stereotrack
Zo kunt u de eindmix opnemen op de stereotrack.
1
Druk in de QUICK NAVIGATE-sectie herhaal-
delijk op de [RECORD]-toets of houd de
[RECORD]-toets ingedrukt en gebruik de
CURSOR [ ]/[ ]-toetsen om toegang te
krijgen tot de MIXDOWN-pagina van het
RECORD-scherm.
2
Verplaats de cursor naar de REC-knop van de
MIXDOWN-pagina en druk op de [ENTER]-
toets om de knop aan te zetten.
De paneel-[STEREO]-toets zal rood knipperen. Dit
knipperen geeft aan dat de stereotrack klaar staat
voor opname.
3
Druk op de RTZ [
rug te spoelen. Houd vervolgens de REC [ ]-
toets ingedrukt en druk op de PLAY [
toets.
De song zal beginnen te spelen en het afspelen zal
worden opgenomen op de stereotrack.
Tip!
Tip!
De data die hier op de stereotrack worden opgenomen
zullen de data worden die gebruikt worden om een
audio-CD te creëren. Als u precies het begin en het eind
van de song aan wilt geven is het handig om auto punch-
in/out te gebruiken (
4
Als u het einde van de song bereikt, verplaats
dan de cursor naar de SAFE-knop in het
scherm en druk op de [ENTER]-toets.
Een popupvenster zal u vragen of u de klaar-voor-
opnamemode wilt annuleren. Verplaats de cursor
naar de OK-knop en druk op de [ENTER]-toets.
5
Druk om de stereotrack af te spelen herhaal-
delijk op de [MONITOR]-toets in de QUICK
NAVIGATE-sectie of houd de [MONITOR]-
toets ingedrukt en gebruik de CURSOR [ ]/
[ ]-toetsen om toegang te krijgen tot de
ST.TRACK-pagina van het MONITOR-scherm.
2
1
4
86
]-toets om de song te-
]-
blz. 59).
3
5
1 ST.TRACK ON/OFF-knop
Schakelt het afspelen van de stereotrack aan/uit.
B Virtuele track
Selecteert de virtuele track die is toegewezen aan
de stereotrack. De momenteel geselecteerde virtu-
ele track wordt aangeven met een " ". Van de an-
dere virtuele tracks worden de tracks waarop reeds
is opgenomen aangeven met een "O" en de lege
tracks worden aangegeven met een "-".
C Trackview
In dit gebied worden markers en de aanwezigheid
of afwezigheid van trackdata grafisch weergegeven.
D PRE/POST-knoppen
Deze knoppen selecteren of de niveaumeter in de
ST.TRACK-pagina het pre-faderniveau (PRE) of het
post-faderniveau (POST) zal aangeven. Deze instel-
ling wordt gedeeld met de BUS-pagina van het
VIEW-scherm.
E Niveaumeter
Deze geeft het uitgangsniveau van de stereotrack
aan.
6
Schakel de ST.TRACK ON/OFF-knop op ON.
Als deze knop op ON staat zal het stereotrackuit-
gangssignaal naar een punt direct voor de [STEREO]-
fader worden gestuurd en kan dan worden afgeluis-
terd via de STEREO/AUX OUT-aansluitingen of de
MONITOR OUT-aansluitingen. Op dit moment
wordt de klaar-voor-opnamemode van alle tracks
geannuleerd.
Tip!
Tip!
Zelfs als de stereotrack afspeelt, kunt u de signalen van
de ingangskanalen afluisteren.
Opm
Opm
EQ en dynamische processing worden toegepast op het
afspelen van de stereotrack.
7
Druk op de RTZ [
terug te spoelen en druk op de PLAY [
toets.
De stereotrack zal worden afgespeeld. Gebruik de
[STEREO]-fader om het afluisterniveau aan te passen.
Als het afspelen klaar is en u wilt naar een ander
scherm, schakel dan de ST.TRACK ON/OFF-knop
op OFF.
Tip!
Tip!
U kunt desgewenst de [UNDO/REDO]-knop gebruiken
om de opname die op de stereotrack (
maakt te annuleren, of de ST.TRACK-pagina gebruiken
om van virtuele tracks te wisselen en een andere take op
te nemen (
blz. 62).
]-toets om de song
]-
blz. 61) is ge-

Advertenties

loading