Toets of instelling
Functie
die wordt gebruikt
Onderbreken, hervatten, scratchen, toonhoogtebuiging,
Jog-draaiknop
zoeken, slip scratch
Slip-stand aan/uit, VINYL-stand aan/uit
SLIP-toets
MASTER TEMPO-toets Hoofdtempo aan/uit
AUTO BEAT
Auto-lus aan, actieve lus aan/uit, slip auto-lus
LOOP-toets
LOOP 1/2X-toets
Lus-beat selectie, lus halveren, lus verplaatsen
LOOP 2X-toets
Lus-beat selectie, lus verdubbelen, lus verplaatsen
Beginpunt lus, beginpunt lus aanpassen, naar beginpunt
LOOP IN-toets
lus, 4-beat lus, handmatige lus slippen
Loop Out, Loop Out Adjust, Reloop/Eject, Manual Slip
LOOP OUT-toets
Loop
HOT CUE-standtoets
Hot cue-stand, beat verspringen-stand
PAD FX1-modustoets
Pad FX mode 1, pad FX mode 2
SLICER-standtoets
Slicer-stand, Slicer-lus-stand
SAMPLER-standtoets
Samplestand, stand aanslaggevoeligheid sampler
Hot cue trigger, hot cue verwijderen, slip hot cue, slicer
Performance-pads
trigger, beat verspringen, pad FX trigger
PARAMETERc-toets,
Selectie pad FX beat, roll beat selectie slice, lengte slice
selectie, bereik beat verspringen
PARAMETERd-toets
PLAY/PAUSE f
Spelen starten, onderbreken
knop
Huidige cue-instelling, cue terug, cue sampler, naar
CUE-toets
begin muziekstuk en afspelen
SYNC-toets
Synchronisatie aan/uit
SLIP REVERSE-toets
Slip achterstevoren, achterstevoren afspelen aan/uit
Aanraakscherm
Needle Search
(deckgedeelte)
QUANTIZE-toets
Kwantisering aan/uit
1 Behalve wanneer de pad-stand Sampler of Aanslaggevoelige sampler is.
2 Behalve wanneer de pad-stand Hot cue is.
Functies die worden beperkt in de Dual Deck-stand
Voor de volgende functies kan alleen het deck dat wordt weergegeven in
de Dual Deck-stand worden bediend.
Toets of instelling
Functie
die wordt gebruikt
SHIFT + MASTER
Bereik voor tempowijziging
TEMPO toetsen
TEMPO schuifregelaar
Tempo aanpassen
MASTER-toets
Doeldeck als beat sync master instellen
CAPTURE toets + pad
Lus van doeldeck in samplepositie laden
SHIFT + CAPTURE
Doelgebied slicer van doeldeck in samplepositie laden
toetsen
PARAMETER toets (in
Cue-punt of lus geladen muziekstuk oproepen
hot cue-stand)
Deck Status Mirroring-functie
Wanneer de statussen die hieronder worden vermeld op de beide decks
verschillen, worden zij automatisch ingesteld op de status op het deck
waarvan de [DECK]-toets oplicht.
! Status Vinyl-stand, status Pad-stand, status Slip-stand
De startfunctie van de kanaalfader
gebruiken
De kanaalfader startfunctie gebruiken
1 Stel een cue-punt in.
Pauzeer op de positie waar je het afspelen wilt starten en druk vervol-
gens op de [CUE]-toets voor het bijbehorende deck.
! Je kunt ook cues instellen door de kanaalfader van achter naar de
positie het dichtst bij je te verplaatsen terwijl je de [SHIFT]-toets
ingedrukt houdt in de pauzestand.
2 Verplaats, terwijl je de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt,
de kanaalfader van de positie het dichtst bij je naar
achteren.
Het afspelen van het muziekstuk begint vanaf het ingestelde cue-punt.
! Wanneer je de kanaalfader terugbrengt naar de positie het dichtst
bij je, terwijl je de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt tijdens het afspelen,
gaat het muziekstuk ogenblikkelijk terug naar het ingestelde cue-
punt en wordt de pauzestand ingesteld. (Back Cue)
Als je geen cue hebt ingesteld, start het afspelen vanaf het begin van
het muziekstuk.
Wanneer je de kanaalfader terugbrengt naar de positie het dichtst bij
je, terwijl je de de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt in stand-by bij een
cue, start het afspelen van het muziekstuk vanaf de ingestelde cue.
De startfunctie van de crossfader-
regelaar gebruiken
1
Om de startfunctie van de crossfader te gebruiken, moet je de crossfa-
2
der-toewijzingsschakelaar van het kanaal dat je wilt verschuiven instel-
len op [A] of [B].
1 Stel een cue-punt in.
Pauzeer op de positie waar je het afspelen wilt starten en druk vervol-
gens op de [CUE]-toets voor het bijbehorende deck.
! Cues kunnen ook worden ingesteld door de crossfader naar de lin-
ker- of rechterrand te schuiven terwijl je de [SHIFT]-toets ingedrukt
houdt in de pauzestand.
2 Verschuif de crossfader-regelaar naar de positie bij de
linker- of de rechterrand.
Schuif de regelaar naar de tegenovergestelde rand van het kanaal waar-
voor u de fader-startfunctie wilt gebruiken.
3 Terwijl u de [SHIFT] toets ingedrukt houdt, verplaatst
u de crossfader-regelaar in tegengestelde richting vanaf
de linker- of de rechterrand.
Het afspelen van het muziekstuk begint vanaf het ingestelde cue-punt.
! Wanneer u tijdens het afspelen de crossfader-regelaar naar de
oorspronkelijke positie terugzet terwijl u de [SHIFT] toets ingedrukt
houdt, keert het muziekstuk ogenblikkelijk terug naar het ingestelde
cue-punt en wordt de pauzestand geactiveerd (back-cue).
Als je geen cue hebt ingesteld, start het afspelen vanaf het begin van
het muziekstuk.
Wanneer de crossfader-regelaar in de stand-bystand van de linker-
naar de rechterkant (of van de rechter- naar de linkerkant) wordt
verplaatst terwijl u de [SHIFT] toets ingedrukt houdt, start het afspe-
len van het muziekstuk vanaf het ingestelde cue-punt.
Gebruiken van effecten
De effectfuncties van rekordbox dj kunnen in drie typen worden onder-
verdeeld: BEAT FX, SOUND COLOR FX en RELEASE FX.
Hieronder wordt het gebruik van de drie effecttypen, BEAT FX, SOUND
COLOR FX en RELEASE FX, uitgelegd.
Zie De pad FX gebruiken op bladzijde 24 voor informatie over pad FX en
het bedienen van deze effecten met de performance-pads.
Het gebruik van de functie beat FX
Met beat FX kun je een effect toepassen dat overeenkomt met het tempo
(BPM) van het muziekstuk dat in het deck is geladen.
Beat FX heeft twee effectgeneratoren, FX1 en FX2, en je kunt zelf bepalen
welk deck je aan deze generatoren toewijst.
Daarnaast beschikt beat FX over twee FX-standen: Single FX en Multi FX.
Met Single FX kun je één effect toewijzen en maximaal drie parameters
instellen voor één effectgenerator.
Met Multi FX kun je tegelijkertijd maximaal drie effecten toewijzen aan
één effectgenerator.
29
Nl