2 Houd één van de performance-pads ingedrukt.
Het effect wordt geactiveerd op basis van de instelling Effect en aantal
beats die is toegewezen aan de pad die wordt ingedrukt.
3 Druk op de [PARAMETER c] toets of [PARAMETER d]
toets terwijl je de performance-pad ingedrukt houdt.
De instelling Aantal beats voor het effect wordt tijdelijk verhoogd of
verlaagd.
! Bij sommige effecten is het niet mogelijk de instelling te wijzigen
door op de toets te drukken.
4 Haal je vinger van de performance-pad.
Het effect wordt uitgeschakeld.
De release FX van de pad FX gebruiken
1 Houd een van de performance-pads 1 t/m 7
ingedrukt.
Het effect wordt geactiveerd op basis van de instelling Effect en aantal
beats die is toegewezen aan de pad die wordt ingedrukt.
2 Druk op performance-pad 8.
Het actieve pad FX-effect wordt uitgeschakeld en het release FX-effect
wordt toegevoegd.
De Slicer-functie gebruiken
Het opgegeven bereik wordt in acht gelijke delen verdeeld en deze acht
delen worden aan de verschillende performance-pads toegewezen.
Wanneer je op één van de performance-pads drukt, wordt het geluid van
het deel dat aan die pad is toegewezen in een lus afgespeeld.
Tijdens het in een lus afspelen van het geluid van de pad, gaat het nor-
male afspelen met het oorspronkelijke ritme op de achtergrond door.
Wanneer je de pad loslaat en het afspelen van de lus eindigt, wordt het
afspelen hervat vanaf de positie die op dat punt is bereikt.
! De Slicer-functie kan niet worden gebruikt bij muziekstukken waar-
voor geen beatpatroon is ingesteld. Zie voor nadere bijzonderheden
over het instellen van beatpatronen de softwarehandleiding van
rekordbox.
! Je kunt beatpatronen ook instellen met de [GRID ADJUST]- en de
[GRID SLIDE]-toets van deze unit. (pag. 13 )
1 Druk op de [SLICER]-standtoets.
Er wordt overgeschakeld naar de slicer-stand.
! Als je de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt en vervolgens de [SLICER]-
standtoets indrukt, wordt de stand overgeschakeld naar de lusstand
van de slicer.
! Zie Informatie over de slicer-stand en de lusstand van de slicer op
bladzijde 25 voor verdere informatie.
2 Druk op de [PARAMETERc]- of de [PARAMETERd]-
toets terwijl je de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt.
Stel de grootte van de slices in. De grootte van de slices verandert tel-
kens wanneer je een toets indrukt terwijl je de [SHIFT] toets ingedrukt
houdt.
De slices die het resultaat zijn van het in acht delen opsplitsen met de
slicer-functie worden aan de performance-pads toegewezen.
1
2
3
Sliced-delen 1 tot 8
Domein
4
5
6
7
Deel 1
Deel 5
3 Druk op de [PARAMETERc]- of de
[PARAMETERd]-toets.
De lengte van de lus-weergave instellen. De ingestelde lengte voor de
lus-weergave wijzigt telkens als je de toets indrukt.
De lengte van de lus-weergave kan, terwijl je een pad ingedrukt houdt,
worden gewijzigd het de instelling Lengte lus-weergave. Als de lengte
van de lus-weergave bijvoorbeeld op 1 is ingesteld, wordt de volledige
sectie die aan de pad is toegewezen in een lus afgespeeld. Als de lengte
van de lus-weergave is ingesteld op 1/2, wordt alleen de eerste helft van
de sectie die aan de pad is toegewezen in een lus afgespeeld.
4 Houd één van de performance-pads ingedrukt.
Wanneer je op de pad drukt en de pad ingedrukt houdt, wordt het geluid
afgespeeld in een lus.
Wanneer je de pad loslaat, keert het muziekstuk terug naar de positie die
op de achtergrond wordt afgespeeld.
Informatie over de slicer-stand en de lusstand
van de slicer
Slicer-stand
Wanneer de afspeelpositie het einde nadert van het bereik dat in acht
gelijke delen is gedeeld, schakelt het bereik dat op de display wordt
getoond over naar de volgende acht delen, die delen worden toegewe-
zen aan de verschillende pads en de eerder toegewezen delen worden
vervangen.
1
2
Lusstand van de slicer
Wanneer de afspeelpositie het einde nadert van het bereik dat in acht
gelijke delen is gedeeld, keert de afspeelpositie terug naar het begin van
het bereik dat in acht gelijke delen is gedeeld.
1 2 3 4 5 6 7 8
Gebruik van de samplerfunctie
Deze procedure kan worden gebruikt om muziekstukken die in de sam-
plerposities geladen zijn af te spelen met de performance-pads.
Laad het muziekstuk in een samplerpositie.
1 Druk op de [SAMPLER]-standtoets.
Er wordt overgeschakeld naar de sampler-stand.
8
2 Druk op de draaiknop of [BACK] toets om de cursor
naar de lijst met muziekstukken te verplaatsen.
3 Draai aan de draaiknop.
Selecteer het muziekstuk dat je in de samplepositie wilt laden.
Deel 2
Deel 3
Deel 6
Deel 7
3 4 5 6 7 8
1 2 3 4 5 6 7 8
Deel 4
Deel 8
2...
1
25
Nl