! Als de [USB (A)] toets of de [USB (B)] toets aan de linkerzijde
knippert, betekent dat dat het geluid van deck 1 of deck 3 nu
wordt afgespeeld. Het knipperen stopt wanneer de kanaalfader
van deck 1 of deck 3 naar de voorste positie wordt verplaatst. Als
de [USB (A)] toets of de [USB (B)] toets aan de rechterzijde knip-
pert, wordt het geluid van deck 2 of deck 4 afgespeeld. Het knip-
peren stopt wanneer de kanaalfader van deck 2 of deck 4 naar de
voorste positie wordt verplaatst. (Als u naar de USB-aansluiting
overschakelt, wordt het geluid ook direct overgeschakeld. Als de
knop knippert, controleer dan voordat u naar de USB-aansluiting
overschakelt of het deck niet door een andere persoon wordt
gebruikt.)
5 MASTER LEVEL instelling
Regelt het geproduceerde mastervolume.
6 MASTER BALANCE-instelling
Regelt de balans voor links en rechts van het geluid van de
masteruitgang.
7 BOOTH MONITOR-instelling
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden weergegeven
via de [BOOTH]-aansluiting.
8 Hoofdniveau-aanduiding
Toont het audioniveau van het master-uitgangssignaal.
9 MASTER OUT COLOR-instelling
Wijzigt de SOUND COLOR FX-parameter die op het masteruitgangs-
geluid wordt toegepast.
a MASTER CUE-toets
Schakelt het volgen van het geluid van het master-uitgangssignaal
in en uit.
b OSC SAMPLER SELECT-toets
Genereert het oscillator-geluid (NOISE, SINE, SIREN of HORN).
= De oscillator-functie gebruiken (blz. 32 )
c OSC SAMPLER VOLUME-instelling
Het niveau van het geluid van de oscillator aanpassen.
d OSC SAMPLER PARAMETER-instelling
De kwantitatieve parameters van het geluid van de oscillator
aanpassen.
e OSC SAMPLER SOURCE keuzeschakelaar
Hiermee selecteert je het oscillator-geluid.
f EQ CURVE-keuzeschakelaar
Schakelt de functie van de [EQ (HI, MID, LOW)] instellingen om.
g CHANNEL FADER CURVE-keuzeschakelaar
Schakelt de kanaalregelcurve-karakteristiek om.
h CROSS FADER CURVE-keuzeschakelaar
Voor omschakelen van de crossfader-curvekarakteristiek.
i HEADPHONES LEVEL instelling
Regelt het uitgangsniveau van de geluidsweergave via de
hoofdtelefoon.
j HEADPHONES MIXING instelling
Regelt de balans van het meeluistervolume tussen het geluid van de
kanalen waarvoor de [CUE]-hoofdtelefoontoets wordt ingedrukt en
het geluid van het masterkanaal.
k HEADPHONES MONO SPLIT /
STEREO-keuzeschakelaar
Bepaalt hoe het geluid voor het meeluisteren via de hoofdtelefoon
wordt verdeeld.
l SOUND COLOR FX PARAMETER-instelling
Regelt de SOUND COLOR FX-parameter.
m SOUND COLOR FX SELECT toetsen
Deze zetten de SOUND COLOR FX effecten aan/uit.
14
Nl
n MIC FX PARAMETER-instelling
Wijzigt de MIC FX-parameter.
o MIC FX SELECT-toets
Zet MIC FX aan/uit.
p MIC EQ (HI, MID, LOW)-instellingen
Deze regelen de toonweergave van de [MIC1] en [MIC2] kanalen.
q MIC2 toets
Regelt het uitgangsniveau van de geluidsweergave via het [MIC2]
kanaal.
r MIC1 toets
Regelt het uitgangsniveau van de geluidsweergave via het [MIC1]
kanaal.
s CD, USB-keuzeschakelaar
Kiest de ingangsbron van elk kanaal voor de componenten die op dit
apparaat zijn aangesloten.
! [CD]: Selecteer deze als je een apparaat op lijnniveau wilt gebrui-
ken (DJ-speler, enz.) dat is aangesloten op de [CD]-aansluitingen.
! [USB]: Selecteer deze optie als je het muziekstuk wilt gebruiken
dat in het deck van rekordbox dj is geladen.
t LINE, PHONO, USB keuzeschakelaar
Kiest de ingangsbron van elk kanaal voor de componenten die op dit
apparaat zijn aangesloten.
! [LINE]: Selecteer deze als je een apparaat op lijnniveau
wilt gebruiken (DJ-speler, enz.) dat is aangesloten op de
[LINE]-ingangen.
! [PHONO]: Selecteer deze als je een apparaat op phononiveau
(voor MM-elementen, enz.) wilt gebruiken (analoge speler, enz.)
dat is aangesloten op de [PHONO]-ingangen.
! [USB]: Selecteer deze optie als je het muziekstuk wilt gebruiken
dat in het deck van rekordbox dj is geladen.
u FX 1-toewijzingstoets
Schakelt effect-unit FX1 in en uit voor het betreffende kanaal.
v FX 2-toewijzingstoets
Schakelt effect-unit FX2 in en uit voor het betreffende kanaal.
w Kanaalniveau-aanduiding
Toont het geluidsniveau van de diverse kanalen voor ze door de
kanaalfaders geleid worden.
x TRIM-instelling
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via elk
kanaal.
y ISO/EQ (HI, MID, LOW)-instellingen
Versterkt of verzwakt frequenties voor de diverse kanalen.
z COLOR instelling
Dit wijzigt de SOUND COLOR FX parameters van de diverse kanalen.
A Hoofdtelefoon CUE knop
Druk op:
Het geluid van kanalen waarvoor de [CUE]-hoofdtelefoontoets wordt
ingedrukt, wordt weergegeven via de hoofdtelefoon.
! Wanneer er nog een keer op de hoofdtelefoon [CUE] knop wordt
gedrukt, wordt het meeluisteren geannuleerd.
[SHIFT] + indrukken:
Je kunt het tempo van het muziekstuk instellen door op de toets te
tikken. (Tikfunctie)
B Kanaal-fader
Verplaatsen:
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden uitgestuurd via
elk kanaal.
[SHIFT] + verplaats:
Gebruik de kanaalfader startfunctie.
= De kanaalfader startfunctie gebruiken (p. 29 )