RMC 621
Endress+Hauser
Setup → → → → Uitgangen
Analoge uitgangen
Let erop dat deze uitgangen zowel als analoge als ook als impulsuitgangen gebruikt
kunnen worden. Het gewenste signaaltype kan worden ingesteld. Afhankelijk van de
uitvoering (uitbreidingskaarten) staan 2 tot 8 uitgangen ter beschikking.
Functie (menupositie)
Parameterinstelling
Benaming
Analoge uitg. 1 ... 8
Klem
B-131, B-133
C-131, C-133
D-131, D-133
E-131, E-133
Geen
Signaalbron
Dichtheid 1
Enthalpie 1
Flow 1
Massastroom 1
Druk 1
Temp.1
Warmtestroom 1
Kiezen
Stroomber.
4 ... 20 mA, 0 ... 20 mA Bepaling van de bedrijfsstand van de analoge uitgang.
Startwaarde
-999999 ... 999999
0,0
Eindwaarde
-999999 ... 999999
100
Tijdconst.
0 ... 99 s
(signaaldemping)
0 s
Storingsgedrag
Minimum
Maximum
Waarde
Laatste meetw.
Waarde
-999999 ... 999999
0,0
Simulatie
0 - 3,6 - 4 - 10 - 12 - 20
- 21
Uit
Impulsuitgangen
De impulsuitgangsfunctie kan via een actieve uitgang, een passieve uitgang of een
relais worden ingesteld. Afhankelijk van de uitvoering staan 2 tot 8 impulsuitgangen ter
beschikking.
Functie (menupositie)
Parameterinstelling
Benaming
Impuls 1 ... 8
Beschrijving
Voor een beter overzicht kan aan de betreffende
analoge uitgang een naam worden gegeven (max. 12
tekens).
Bepaalt de klem, waarop het analoge signaal moet
worden uitgestuurd.
Instelling welke berekende resp. gemeten grootheid op
de analoge uitgang moet worden uitgestuurd. Het
aantal signaalbronnen is afhankelijk van het aantal
geparametreerde toepassingen en ingangen.
Kleinste uitvoerwaarde van de analoge uitgang.
Grootste uitvoerwaarde van de analoge uitgang.
Tijdconstante van een diepdoorlaatfilter van de 1e orde
voor het ingangssignaal. Dit dient ter voorkoming van
sterke variaties van het uitgangssignaal (alleen voor
signaaltype 0/4...20 mA selecteerbaar).
Definieert het gedrag van de uitgangen in geval van
storing, wanneer bijv. een sensor van de meting uitvalt.
Vaste waarde, die in geval van storing via de analoge
uitgang moet worden uitgestuurd.
!
Opmerking!
Alleen voor de instelling storingsgedrag; waarde
selecteerbaar.
De functie van de stroomuitgang wordt gesimuleerd.
De simulatie is actief, wanneer de instelling niet gelijk is
aan "uit". De simulatie stopt, zodra deze positie wordt
verlaten.
Beschrijving
Voor een beter overzicht kan aan de betreffende
impulsuitgang een naam worden gegeven (max. 12
tekens).
Inbedrijfname
45