RMC 621
Endress+Hauser
Setup → → → → Toepassing
Energiemanager toepassingen:
• Gas:
Normaalvolume - Massa - Verwarmingswaarde
• Stoom:
Massa - Warmtehoeveelheid - Netto warmtehoeveelheid - Warmteverschil
• Vloeistof:
Warmtehoeveelheid - Warmteverschil - Verwarmingswaarde
• Water:
Warmtehoeveelheid - Warmteverschil
Er kunnen maximaal drie verschillende toepassingen parallel (tegelijkertijd) worden
berekend. De configuratie van een toepassing is zonder beperking door de al
aanwezige toepassingen in bedrijfstoestand mogelijk. Let erop, dat na het succesvol
parametreren van een nieuwe toepassing resp. het wijzigen van instelling van een al
bestaande toepassing, de data pas na vrijgave van de operator (vraag voor het verlaten
van de setup) worden overgenomen.
Functie (menupositie)
Parameterinstelling
Benaming
Toepassing 1-3
Stof
Gas
Normaalvolume/massa
N.vol/massa/verw.w.
Vloeistof
Wamteversch.
Verwarmingswaarde
Water/stoom
Stoommassa/warmte
Stoomnetto
Stoomwarmteversch.
Water-warmtehoev.
Water-warmte-versch
Medium
Kiezen
Argon
Methaan
Acetyleen
...
Flow
Kiezen
Flow 1-3
Druk
Kiezen
Druk 1-3
Temperatuur
Kiezen
Temperatuur 1-6
Referentiewaarde
Temperatuur
Druk
Dichtheid
z-factor
Verbr.waarde
Graviteit
Formule
NX 19
SGERG 88 (optie)
AGA 8 (optie)
Beschrijving
Benaming van de geconfigureerde toepassing, bijv.
"Ketelhuis 1".
Keuze van de gewenste toepassing (afhankelijk van
het type medium). Wanneer een toepassing die in
bedrijf is moet worden uitgeschakeld, dan kiest u hier
'Niet gebr.'.
Keuze van uw medium
8 gassen (argon, methaan, acetyleen, zuurstof, stikstof,
ammoniak, waterstof, Aardgas en 2 vloeistoffen
(butaan, propaan) kunnen worden gekozen. Overige
media kunnen via "Setup → Medium" worden
gedefinieerd. Zie 'Setup → Medium'
Ken aan uw toepassing een flowsensor toe. Alleen uit
die sensoren kan worden gekozen, die eerder zijn
geconfigureerd (zie "Setup: instelling flow").
Toekennen van de druksensor. Alleen uit die sensoren
kan worden gekozen, die eerder zijn geconfigureerd
(zie "Setup: instelling druk").
Toekennen van de temperatuursensor. Alleen uit die
sensoren kan worden gekozen, die eerder zijn
geconfigureerd (zie "Setup: instelling temperatuur").
!
Opmerking!
Niet bij verschiltoepassingen.
Data in normaaltoestand van het gas; deze waarden
zijn referentiewaarden voor de berekening van het
normaalvolume van het gas. Standaard is 0 °C en
1,013 bar ingesteld.
!
Opmerking!
Bij verandering van de standaardinstelling eventueel
ook de dichtheid en de z-factor aanpassen!
Berekeningsnorm voor het bepalen van het
normaalvolume van aardgas.
!
Opmerking!
Kan alleen bij medium aardgas worden gekozen!
Inbedrijfname
39