5-6. Onderste Display
1
4
1
4
1
Onderste Display
Het onderste display toont draadsnelheid of
stroomsterkte. Het apparaat toont en past
draadsnelheid alleen aan bij leegloop.
Tijdens het lassen, wordt de daadwerkelijke
draad- snelheid van de actieve sequence
weer-
gegeven.
Als
DIP-schakelaar
is
ingeschakeld
weergave van de stroomsterkte (zie Sectie
4-7),
toont
het
onderste
stroomsterkte tijdens het lassen.
2
Toets van onderste display
Druk op de toets om te kiezen tussen
draadsnelheids- of stroomsterktefunctie.
3
LED van de onderste display toets
De LED van de onderste display toets licht op
5-7. Setup Toets
3
4
Trigger Hold
Dual Schedule
1
niet CE modellen
1
Setup Toets
Druk op de toets om tussen de functies 4T en
dubbel programma (dual schedule).
2
LED Setup Toets
3
LED 4 takt
4
LED Dual Schedule (dubbel programma)
• Als u op de Setup-toets drukt, licht de LED op
en gaat de 4T-LED knipperen.
• De knipperende LED geeft aan dat het
apparaat zich in de 4T-mode bevindt. In deze
mode toont het bovenste display HOLD en
toont het onderste display de status 4T On/Off
(aan/uit). Gebruik de instelknop om de status
te wijzigen of druk op de toets van het
onderste display. Indien de 4T-functie is
OM-1500-9 Pagina 16
Wire Speed
om aan te geven dat de getoonde informatie
kan worden gewijzigd door middel van de
instelknop.
4
Draadsnelheid-LED
5
Ampère-LED
de
A-display
De LED's onder het display lichten op om aan
voor
te geven welke waarde wordt weergegeven.
display
de
• Indien tijdens een bepaalde sesquence geen
draadtoevoer plaatsvindt, geeft het apparaat
de draadsnelheid van de sequence aan.
Tijdens het lassen kunt u altijd de
draadsnelheid van de sequence aanpassen;
hierdoor vervalt de presetwaarde van de
draadsnelheid. Met andere woorden: als u
tijdens het lassen de instelknop gebruikt,
Setup
ingeschakeld (On), licht de LED op en blijft
vervolgens branden.
• Indien de 4T-functie is ingeschakeld (On),
moet de gebruiker de toortsschakelaar
indrukken en vasthouden gedurende een
vooraf ingestelde tijdsduur (de tijdsinstelling
van de functie 4T − zie Sectie 5-10).
Vervolgens kan de toortsschakelaar los-
gelaten worden en is de functie ingeschakeld.
De toortsschakelaar opnieuw indrukken en
loslaten om te stoppen met lassen.
• Indien er een lastijd wordt geprogrammeerd,
wordt de 4T-functie uitgeschakeld.
•
4-Takt en Dual Schedule kunnen niet tegelijk
gebruikt worden.
• Wanneer u voor de tweede maal op de Setup
toets drukt, begint de LED van dual schedule
Amps
5
5
3
4
2
1
3
2
niet CE modellen
3
2
CE modellen
toont het apparaat de draadsnelheid van de
sequence en kan deze worden aangepast
onafhankelijk van de actieve sequence.
• Wanneer het apparaat de stroomsterkte
toont, licht de Amp-LED op. De stroom-
sterkte wordt alleen weergegeven tijdens het
lassen en de stroomsterkte hoger is dan de
minimumwaarde van 25 Ampères.
• Het display toont de waarde nul bij
stroomsterkten onder het minimumniveau
voordat de boog ontsteekt. Bovendien wordt
de stroomsterkteweergave uitgeschakeld
indien
de
functie
stroomdetectie
uitschakelen zich in de On-positie bevindt
(zie Sectie 4-7).
CE modellen
(dubbel programma) te knipperen. In deze
mode geeft het bovenste display DUAL weer
en toont het onderste display de status van het
dubbel programma On/Off (aan/uit). Gebruik
desgewenst de instelknop om de status te
wijzigen.
• Als u nogmaals op de Setup toets drukt, wordt
de Setup-mode afgesloten. De LED dual
schedule stopt met knipperen om aan te
geven dat de functie is uitgeschakeld [status
is Off (uit)].
• In de Setup mode kan het actieve programma
worden aangepast zonder dat de 4T-functie
wordt uitgeschakeld. Wanneer de toorts-
schakelaar
wordt
ingedrukt,
Setup-mode afgesloten.
2
wordt
de