6.1 remeha W23s reminox
De benodigde verbrandingslucht treedt bij (1/ binnen en
stroomt in de luchtkast (7 /). Tussen de verdeelschijf (3/
en het meetpunt (21) wordl een drukverschil gemeten ter
beveiliging van het luchttoevoer- en verbrandingsgas-
afuoertransport. De verbrandingslucht komt via de
brander in de verbrandingsruimte.
Rondom de brander
stroomt lucht toe voor drukvereffening.
De binnenbus zal
warmte gaan uitstralen naar de warmtewisselaar (70,).
De verbrandingsgassen
worden tussen de binnenbus en
de warmtewisselaar
door naar boven gezogen. Hierbij
wordt de warmte afgegeven aan de warmtewisselaar.
De verbrandingsgassen
worden verzameld in de verbran-
dingsgasverzamelkap
(7), waama de verbrandingsgasaf-
voerventilator (5) zorgdraagt voor afuoer via de verbran-
dingsgasafvoer
(2/. In de alvoerbocht is een mechanisch
werkende klep (komfortklep) (6, opgenomen, die in de
stilstandsperiode de afkoeling van de warmtewisselaar
beperkt. In de stilstandsperiode
draait de ventilator op ca.
80 Volt en sluit de komfortklep door eigen gewicht.
Tijdens bedrijf wordt de komtortklep door de ventilator
open'geblazen'.
5
6
7
8
I
1 0
1 1
12
1 3
14
1 5
1 6
luchftoevoer
ve rbra ndi n gsgasaf voe r
verdeelschijf
au to mati sc h e ontl uc hte r
ve rb ra ndi ng sgasaf voe Ne nti I ato r
komfoftklep
ve rb randi ngsgasve rza mel kap
maximaalthermostaat
pompthermostaat
warmtewisselaar
luchtkast
w aa kv lam b ra nde r m et th e r mokop pe I
ontstekingselektrode
brander
gaskombinatieblok
piezo-ontsteking
regelthermostaat
aansluitdoos
I uchtd ru kve rsch i Isch akelaa r
cirkulatiepomp
meetpunt
thermo-manometer
Gas
aansluling
Afb. 4 Werkingsprincipe Solo-uituoering.
o
2 =
2
-
1 7
18
1 9
20
22
I O