Open Uitvoering; Gesloten Uitvoerind; Wateraansluitingen; Overstortventiel - REMEHA W23s reminox Technische Documentatie
Verberg thumbnails
Zie ook voor W23s reminox:
- Technische handleiding (24 pagina's) ,
- Technische handleiding (24 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
O
,.0.', open uitvoering
Open toestellen betrekken de benodigde verbrandings-
lucht uit hun direkte omgeving. In deze situatje kent de
aanvulling 1992 van de GAVO nog slechts 66n mogelijk-
heid, namelijk:
Open toestellen in open opstellingsruimten (sectie 6)
Naast de algemene eisen vestigen wij uw aandacht op
het artikelnr. 14.3. van de aanvulling 1992 van de GAVO.
De waarden uit tabel 26 van de GAVO ziin niet van toe-
passing op de remeha W23s reminoxhemeha W23c
reminox. Hievoor dient de tabel in par. 5.2 geraadpleegd
te worden. De aangezogen verbrandingslucht
is niet altijd
even schoon, maar kan verontreinigd ziin met bestandde-
len uit waspoeders, haarlak etc., welke een negatieve
invloed kunnen hebben op de levensduur van het toestel.
De verbrandingsgassen
worden via de verbrandingsgas-
afvoerleiding naar buiten afgevoerd. Open toestellen
dragen bij in de ventilatieverliezen
van een woning. In
par. 5.2 bevindt zich een tabel met verbrandingsgas-
afuoersystemen die van toepassing is op het toestel in
'open' uitvoering.
Opmerking: In 'open' uitvoering geldt voor de remeha
W23s reminoxlremeha W23c remnox toestelklasse B.
7.4.2 Gesloten uitvoering
Gesloten toestellen betrekken de benodigde verbran-
dingslucht direkt van builen. Hiertoe dient, naast de ver-
brandingsgasafvoerleiding,
ook de luchttoevoerleiding
te
worden aangesloten. Dit geschiedt aan de bovenzijde
van het toestel (zie afb. 1, in hfdst. 3).
De GAVO kent hier alleen de voorwaarden zoals vermeld
in sectie 4 (gesloten toestellen in opstellingsruimten).
Voor de aansluitmogelijkheden,
zie par. 5.3.
7.5 Wateraansluitingen
De aanvoer- en retouraansluiting
bevinden zich aan de
onderzijde van het toestel (zie afb. 1,ln hfdst. 3). De
aansluitingen
zijn uitgevoerd in pijpen van A 22 mm
uitwendig. Voor het aansluiten op de installatie moeten
de afdichtdoppen verwijderd worden.
De sanilaire aansluitingen dienen overeenkomstig de
algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties
NEN
1006 (AVWI-1 981 ) en de daarbij behorende werkbtaden
te worden uitgevoerd.
7.6 Overstortventiel
Overeenkomstig NEN 3028 dient de installatie met een
overstortventiel te worden uitgevoerd, welke tussen
evenluele afsluiters en het toestel gemonteerd dient te
worden. Dit overstortventiel
moet tenminste .l/2" ziin
(wordt niet meegeleverd).
Let op: het overstortventiel en het expansievat
dienen beide in de retourleiding te worden opgeno-
men, dit in afwiiking van de NEN 3028,
7.7 Cirkulatiepomp
In de onderstaande afbeeldingen zijn de restopvoer-
hoogtes uitgezet tegen het debiet. Met de restopvoer-
hoogte wordt de druk bedoeld die nd de ketel beschik-
baar is om de installatieweerstand
te overwinnen. ln de
praktijk wordt aangeraden met instelling 1 (stand max.) te
beginnen en hierbii het temperatuurverschil
tussen
aanvoer en retour te kontroleren; in de meeste gevallen
dient het temperatuurverschil
20.C te zljn.
Voor de Combi-uitvoering
wordt, i"v.m. het tapkomfort het
gebruik op de pompstanden 3 en 4 afgeraden.
Na de sanitair warmtevraag schakelt de pomp direkt uit
terwijl na warmtevraag CV- bedrijt de pomp nog 8 sek.
nadraait om doorwarmen te voorkomen. Indien de tem-
peratuur in de warmtewisselaar
boven de 90.C komt,
wordt de pomp weer ingeschakeld.
rcmeha W23s reminox restopvoerhoogte
bij verschillende pompstanden
I]]]
1 4 0 0
Afb. 8 Restopvoerhoogte Solo-toestel
temeha W23c rcminox restopvoerhoogte
bij verschillende pompstanden
I
I
600
i
E
; 5 l ] o
E
I +oo
z
3 300
ill
irl
I
I
400
, l l i i
600
800
1 0 0 0 1 2 0 0 1
Afb. 9 Restopvoethoogte Combi-toestel
Advertenties
Inhoudsopgave
