9,1 Gasaansluiting
Het toestel moet op de gasleiding worden aangeslolen
overeenkomstig
de in de NEN 1078 (GAVO 1987) + aan-
vulling NEN t078 laatste uitgave gesteld eisen. In de na-
biiheid van het toestel dient een gashoofdkraan te wor-
den opgenomen. De gasaansluiting bevindt zich aan de
onderzijde van het toestel (zie afb. 1, hfdst. 3). Geadvi-
seerd wordt in de gastoevoerleiding
een gasfilter op te
nemen.
9.2 Gasdrukken
De verbruiksvoordruk
dient bij aardgas volgens de
GIVEG-keuringseisen
20 tot 30 mbar te bedragen.
De maximale gasvoordruk mag 30 mbar bedragen.
Het toestel is bil aflevering op een vermogen van 16,4
kW atgesteld en dient na plaatsing ingesteld te worden
op het voreiste vermogen.
9.3 Afstellen branderdruk
Bij de Solo-uituoering vindt de afstelling van de brander-
druk plaats d.m.v. het verdraaien van een stelschroef op
het gaskombinatieblok,
welke achter een beschermdop
zit (zie atb. 19).
Bij de Combi-uitvoering vindt de afstelling van de bran-
derdruk t.b.v. het cv-gedeelte plaats d.m.v. het verdraai-
en van een potentiometer
via een opening in het deksel
van de aansluitdoos (zie afb. 20).
illilillilililllilr
o
@l
o l o
neetnippel
brandedtuk
meetnippel
voororuK
Afb. 1 9. Afstelling branderdruk Solo-uitvoering
Afb. 21 Gaskombinatieblok
Solo'uitvoering
Afb. 22 Gaskombinatieblok Combi-uitvoering
ilr ilililililil1111
ltl
(r^
Afb. 20 Afste ing branderdruk Combi-uitvoering