Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Systeemparameters Schema 1 - Riello TAU Unit 140 Aanwijzingen Voor Installatie En Aansluiten

De technische klantenservice en degene die belast is met het beheer van de verwarmingsinstallatie
Verberg thumbnails Zie ook voor TAU Unit 140:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.3.3

Systeemparameters Schema 1

9
Zie hoofdstuk "Inbedrijfstelling en onderhoud" voor een
gedetailleerde beschrijving van de werking van de parame-
ters
MANAGING
Functies:
− Leest de systeemsensor (SS)
− Controleert de circulatiepomp (PC) van de verwarmings-
groep
− Controleer de circulatiepomp van het warm watercircuit
(PB)
− Leest de boilersensor (SB)
− Controleert de circulatiepomp (PI), met toestemming van
TA/OT (omgevingsthermostaat/Open Therm-interface), als
alternatief voor elektromagnetische ventiel LPG (VLPG)
− Bestuurt via bus de besturing van de zonebesurings-
inrichting (ZM) van de gemengde zone 3. Er kunnen tot
max. 16 inrichtingen bestuurd worden.
Configuratie parameters programmeerbare uitgangen en in-
gangen (*)
(Als Par. 97 = 21-22-23-24-25 - Stand alone-configuratie)
Par.
Beschrijving
Parameterinstelling
Nr.
2 = Circulatiepomp
125 Uitg. Prog. 1
verwarming (**)
1 = Hoofdcirculatiepomp
187 Uitg. Prog. 5
3 = Circulatiepomp SWW
128 Uitg. Prog. 4
122 Progr. ing. 7
3 = Systeemsensor (SS)
188 Progr. ing. 9
1 = SWW-sensor (SB)
(*)
Het is verboden de fabrieksinstelling van parameter 97
te wijzigen
(**)
Als alternatief voor het elektromagnetisch gasventiel
voor VLPG-brandstof
Configuratie parameters voor kit INAIL (***)
Par.
Beschrijving
Parameterinstelling
Nr.
123 Progr. ing. 8
2 = Drukregelaar water
117
Progr. ing. 2
Verwarmingsstroommeter
(***)
Een kit INAIL is verplicht voor elke verwarmingsmodule
Klemmen Nr.
M02 16-17-18
M02
9-10-11
(PC)
M02 12-13-14
(PB)
M01
9-10
M01
13-14
Klemmen Nr.
M01
27-28
3 =
21-22-
M01
23
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE
Configuratie hardware
S1 = OFF (niet gebruikt)
DIPSWITCH = 10000000
Configuratie parameters verwarmingsketel
Par.
Beschrijving
Nr.
- Managing (als de cascadesensor SC wordt
73
Adres Ketel
- Stand-Alone (als de cascadesensor SC
Aantal
Stel het totale aantal eenheden in cascade
147
eenheden
Aantal
actieve
0...8 (Aantal actieve modules voor de
184
sanitaire
modules
Hysterese
7
Verw.
35
San. Mod.
Type
135
modulerende
pomp
Min. verm.
136
modulerende
Fixed 90% (afhankelijk van de behoeften)
pomp
140
Min. Verm.
Configuratie cascadeparameters
Par.
Beschrijving
Nr.
148 Cascademodus
Min.
152
Vermogen
Mod. 2
Hyst.
153
Vermogen
Mod. 2
Interval
84
Rotatie
Setpoint
74
noodmodus
85
Parameterinstelling
gebruikt)
niet wordt gebruikt)
in (van 2 tot 8)
productie van SWW)
7°C
Kies uit:
1 = Boiler met sonde
2 = Boiler met thermostaat
2 = Grundfos (afhankelijk van de
behoeften)
5 l/min
Parameterinstelling
Kies uit:
2 = Max. aantal branders
3 = Min. aantal branders
4%
40%
5 dagen
50 (afhankelijk van de behoeften)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tau unit 1902014513520145136

Inhoudsopgave