Instelling Van De Parameters Van De Klimaatcurve Van De Zone (Alleen Toegankelijk Met Het Wachtwoord Van De Installateur); Programmering Van De Zone - Riello TAU Unit 140 Aanwijzingen Voor Installatie En Aansluiten
De technische klantenservice en degene die belast is met het beheer van de verwarmingsinstallatie
Inhoudsopgave
Advertenties
5.5
Instelling van de parameters van de
klimaatcurve van de zone (alleen
toegankelijk met het wachtwoord van de
installateur)
Menu → "Instellingen" → "Klimaatcurve Zone"
− druk op de toets ► zodat het nummer rechts van de tekst
"Zone" naar voren wordt gebracht";
− wijzig het zonenummer met behulp van de toetsen ▲
en ▼;
− druk op de toets ●.
De volgende weergave verschijnt:
Weersafhankelijke Regeling
"
90
0
-15
Buitentemperatuur [°C]
"
De parameter "Comp. T. @ T. ext. Max." transformeert de kli-
maatcurve van lineair naar kwadratisch, als de parameter ver-
schilt van 0, waardoor de variatie van het setpoint beter kan
worden aangepast aan de variatie van de buitentemperatuur.
De daaruit volgende kwadratische klimaatcurve heeft drie pa-
rameters:
− Verw. Max. Set.
− Max. Buitentemp.
− Min. Buitentemp.
van de lineaire basisklimaatcurve en een waarde van de Verw.
Min. Set. min de waarde van de parameter "Comp. T. @ T. ext.
Max.", zoals te zien is in het voorbeeld in afbeelding.
Toevoertemp.
(°C)
Verw. Max. Set.
Verw. Min. Set.
Min. Buitentemp. Max. Buitentemp. T. Uitschak.
9
Wanneer meerdere rechtstreekse zones tegelijkertijd om
warmte verzoeken, zal het toevoer-setpoint gelijk zijn aan
het hoogste setpoint van de zones die om warmte verzoe-
ken.
9
Om de rechtstreekse zone met vast setpoint in te stellen,
dienen de setpointwaarden van de zones "Verw. Set. Max."
en "Verw. Set. Min." hetzelfde te zijn.
"
T Aanvoer (Klimaatpunt)
82.0
°C
"
"
"
"
T Aanvoer (Voetpunt)
40.0
°C
"
"
"
"
Afschakeltemperatuur
21.0
°C
"
"
"
"
T Buiten (Voetpunt)
21.0
°C
35
"
"
"
"
T Buiten (Klimaatpunt)
-4.0
°C
"
"
"
"
"
Comp. T. @ T.ext. Max
Buitentemp. (°C)
5.6 Programmering van de zone
Standaard is de uurprogrammering van de zone uitgeschakeld.
Om een verzoek vanuit de zone uit te sturen, volstaat het ech-
ter dat het verzoekcontact van de zone wordt gesloten. In dit
geval schakelt de thermische groep (of de cascade van thermi-
sche modules) in met een setpoint dat gelijk is aan de door de
klimaatcurve van de zone berekende waarde plus de waarde
"Extra Zonesetpoint" en als de zone gemengd is, het zal meng-
ventiel moduleren om de toevoertemperatuur van de zone ge-
lijk te houden aan het berekende setpoint.
Bij gebrek aan een externe sensor is het toevoersetpoint van
de verwarmingsgroep gelijk aan het maximale setpoint van de
klimaatcurve.
Om de programmering van de zone in te schakelen:
Menu → "Instellingen" → "Config. Uur"
Instellingen
"
"
Clock Settings
"
"
Toestel Configuratie
"
Externe Zone instellingen
"
Ext. Zone Weerstafhankelijke Regeling
"
Nadat u heeft bevestigd met de toets ●, verschijnt het scherm:
Clock Settings
"
"
CH Clock
"
"
DHW Clock
"
"
CH Ext. Zones Clock
"
− selecteer "Uur CH-zone" met de toetsen ▲ / ▼
− ga naar de tekst "Uitgeschakeld" met de toets ►, wijzig
het in "Ingeschakeld" met behulp van de toetsen ▲ / ▼
− bevestig met de toets ●
Ga naar:
Menu → "Uurprogramma"
Druk op de toets ● om te bevestigen:
Klokprogramma
"
"
Programma Zone Ext.
"
Programma Groep
"
"
Vakantie-Instelling
"
"
Seizoensinstelling
"
"
selecteer nu het te programmeren zonenummer en bevestig
met de toets ●.
Externe Zone
2
"
"
Prog. Comfort Periode
"
Comfort Setpoint
"
"
Eco Setpoint
"
"
Buiten Interval Setpoint
"
117
SYSTEEMBEHEER
p
"
"
"
Uitgeschakeld
"
Uitgeschakeld
"
Uitgeschakeld
"
"
1
"
1
1
"
20.0
°C
"
"
5.0
°C
"
"
Vorstbeveiliging
"
"
"
"
"
"
Advertenties
Inhoudsopgave
