Bediening
Bediening
Startscherm
Het systeem start nadat het contact op
één van beide posities ACC of ON staat.
Let op
• Het navigatiesysteem herinnert zich
de modus die u het laatst gekozen
hebt. Ook als u de contactsleutel in
de stand Uit zet, slaat het systeem de
laatst gekozen modus in het geheu-
gen op. Wanneer u de contactsleutel
in de stand ACC of ON zet, roept het
systeem deze modus automatisch op.
• Het navigatiesysteem heeft ongeveer 20
seconden nodig om opnieuw op te starten.
Het systeem inschakelen
Druk op 1 op het bedieningspaneel als
het systeem uit staat.
Let op
Wanneer u een disk in de disksleuf
plaatst, wordt het apparaat automatisch
ingeschakeld.
Het systeem uitschakelen
Druk op 1 op het bedieningspaneel als
het systeem aan staat.
Een disk laden
Plaats een disk in de disksleuf waardoor
het afspelen automatisch wordt gestart.
Een disk uitstoten
Druk op het bedieningpaneel op
De disk wordt automatisch uit de lade
gestoten.
Let op
Indien de uitestoten disk niet na 10
seconden is verwijderd, wordt de disk
automatisch weer geladen.
15
Volume aanpassen
Draai aan de volumeknop (-) op het
bedieningspaneel.
Let op
Als u het systeem uitschakelt, zal het
huidige volumeniveau automatisch
worden onthouden. Zodra u het systeem
weer inschakelt, zal deze functioneren
op het opgeslagen volumeniveau.
Als u het apparaat uit- en inschakelt
onder volumeniveau 1, wordt het volu-
meniveau gewijzigd in 1.
Als u het apparaat uit- en inschakelt
boven volumeniveau 20, wordt het volu-
meniveau gewijzigd in 20.
Z
.