NEDERLANDS
1
LANGUAGE (Diagr. 2)
Selecteert de taal waarin de meldingen op het display
verschijnen.
2
SETUP (Diagr. 3)
2.1 PARTIAL OPENING
Percentage van de gedeeltelijke opening
Selecteert het openingspercentage (ten opzichte van total
opening) die plaatsvindt in de bedrijfsfunctie "Partial
Opening".
Standaard waarde: 80%
Regeling: van 60% tot en met 100%
2.2 PAUSE TIME
Waarde Pause time
Stelt de pauzetijd in bij de automatische operatieve functies.
Standaard waarde: 2 sec.
Regeling: van 0 tot en met 30 sec.
2.3 NIGHT PAUSE TIME
Waarde Night pause time
Stelt de pauzetijd in in de bedrijfsfunctie "Night".
Standaard waarde: 7 sec.
Regeling: van 0 tot 30 sec.
2.4 OBSTACLE DETECTION
Bepaalt hoe het automatische systeem zich gedraagt als er
herhaaldelijk een obstakel wordt gedetecteerd tijdens
eenzelfde manoeuvre.
Standard
Het automatische systeem probeert de manoeuvre af te
maken.
No Standard
Nadat een obstakel driemaal achtereen gedetecteerd is,
stopt het automatische systeem. Als het obstakel geëlimineerd
is, moet de deur met de hand worden gesloten, om de
normale werking te hervatten.
3
LOCK (Diagr. 4)
3.1 KIT LOCK
On
Grendel geïnstalleerd.
Night
De grendel blokkeert de deur alleen in de bedrijfsfunctie
"Nacht".
One way+Night
De grendel blokkeert de deur in de bedrijfsfuncties "Nacht" en
"Eenrichting".
Always
De grendel blokkeert de deur telkens wanneer deze gesloten
wordt, ongeacht de bedrijfsfunctie die ingesteld is.
Off
Grendel niet geïnstalleerd.
4
DIAGNOSTICS (Diagr. 5)
4.1 950
Het hardwaremodel van de poort en het softwareniveau van
de kaart 950 MPS en 950 I/O worden getoond, waarmeer de
KP-Controller verbonden is.
4.2 NR. CYCLE
Getoond wordt het aantal cycli dat door het automatische
systeem is uitgevoerd (niet resetbaar).
4.3 ALARM N.
Het nummer en de beschrijving van het geactiveerde alarm
wordt getoond. Zie tabel 1 voor de codes en de beschrijvingen
van de fouten.
RESET
Voer de resetprocedure uit en hervat de normale werking, als
de oorzaak van de eerder gesignaleerde storing is opgeheven.
5
ADVANCED MENU
PASSWORD
Om het Advanced menu op te roepen moet het password
worden ingevoerd dat uit 4 cijfers bestaat (default 0000).
1 OPERATION PARAMETERS (Diagr. 6)
1.1 CLOSING SPEED
Stelt het snelheidsniveau van de deur bij sluiting in.
Standaard waarde: niveau 8
Regeling: van 0 tot en met 10
1.2 OPENING SPEED
Stelt het snelheidsniveau van de deur bij opening in.
Standaard waarde: niveau 8
Regeling: van 0 tot en met 10
1.3 KEEP SETTINGS
On
Het automatische systeem behoudt de bedrijfsparameters die
zijn ingesteld met de KP-Controller, ook als deze wordt
afgekoppeld.
Off
Als de KP-Controller wordt afgekoppeld, moeten de instellingen
van de openingssnelheid en de sluitingssnelheid en de
pauzetijd worden verricht met de trimmer (zie par. 5.2.).
2 IN/OUT SETUP (Diagr. 7)
2.1 Emerg
Stelt het effect van het noodcommando in (ingang Emerg op
de kaart 950 I/O).
Standaardinstelling: Opent/rustcontact
Open
Door activering van het commando gaat de deur open.
Close
Door activering van het commando gaat de deur dicht.
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is.
2.2 Out OP/CL
Stelt de werking van de statusuitgangen Open en Gesloten
van de kaart 950 I/O in.
Standaardinstelling: arbeidscontact
Nc
Definieert de uitgang als rustcontact.
No
Definieert de uitgang als arbeidscontact.
2.3 Out alarm
Stelt de werking van de statusuitgangen Alarm van de kaart
950 I/O in.
Standaardinstelling: arbeidscontact
No
Definieert de uitgang als arbeidscontact.
Nc
Definieert de uitgang als rustcontact.
3
VARIOUS (Diagr. 8)
3.1 Stand Setup
Maakt het mogelijk om na te gaan of er iets anders dan de
standaardinstellingen geprogrammeerd is.
Standard
Als er geen enkele functie gewijzigd is ten opzichte van de
standaard programmering, verschijnt er een sterretje.
Als het sterretje niet aanwezig is, worden alle instellingen van de
standaard programmering hersteld door op de toets "OK" te
drukken.
No Standard
Als er tenminste één functie gewijzigd is ten opzichte van de
standaard programmering, verschijnt hier een sterretje.
3.2 Interlock
Met de tussenvergrendelingsfunctie kunnen twee deuren
(master en slave) zodanig worden beheerd, dat het
opengaan van de ene ondergeschikt is aan het sluiten van de
andere, en omgekeerd.
Off
De Interlock-functie niet actief.
On
Activeert de interlock-functie.
18
NEDERLANDS