Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maximale Deuropening; Elektrische Installatie (Fig.2A Standaard Installatie); Controles Vooraf; De Aandrijving Bevestigen - FAAC 950 BM Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

NEDERLANDS

1.2. MAXIMALE DEUROPENING

Naar gelang van het toegepaste bevestigingsysteem en rekening
houdend met de voorgeschreven installatiematen in de
tekeningen A,B,C of D, wijzigen de maximale deuropeningen
naar gelang van de dikte van de bovendorpel. In de tabellen
5 en 6 staan de maximale deuropeningen die met de verschillende
configuraties mogelijk zijn.
Tab.5: Max. deuropening met gelede arm
Installatie
Deurstijldiepte (mm)
aandrijving op bovendorpel
aandrijving op bovendorpel
aandrijving op bovendorpel
aandrijving op deur
Tab.6: Max. deuropening met glijschoenarm
Installatie
Deurstijldiepte (mm)
aandrijving op bovendorpel
arm L=430 mm
aandrijving op bovendorpel
arm L=430 mm
aandrijving op bovendorpel
arm L=330 mm
aandrijving op bovendorpel
arm L=330 mm

2. ELEKTRISCHE INSTALLATIE (fig.2a Standaard installatie)

Aandrijving 950 BM
Radar met microgolven / Passieve infraroodsensor
Extern bediende sleutelkeuzeschakelaar T20 E
(Commando SLEUTEL)
Noodcommandoknop Sluiten/Openen
Programmeerunit KP-CONTROLLER (optional)
Sleutelschakelaar om de programmeerunit
KP-CONTROLLER uit te schakelen (optional)
Elektrisch slot 24Vdc
Aftakkingsdoos
Als de aandrijving op de deur wordt gemonteerd, dienen de
elektrische aansluitingen met een aftakkingsdoos te worden
uitgevoerd en met daarvoor geschikte in de handel verkrijgbare
kabelbuizen/verbindingen (fig. 2b).
Opmerkingen: 1) voor het plaatsen van de elektriciteitskabels
moeten geschikte starre en/of buigzame
leidingen worden gebruikt.
2) Scheid verbindingskabels van accessoires op
laagspanning altijd van de voedingskabels
met 230 V~. Gebruik aparte hulzen, om elke
interferentie te vermijden.
3. INSTALLATIE

3.1. CONTROLES VOORAF

Voor een correct werkend automatisch systeem dient de
constructie van de bestaande deur aan de volgende
voorschriften te voldoen:
- lengte en gewicht zoals in tabel 3 (paragraaf 1.1.);
- Max. diepte deurstijl zoals in tabel 4;
- robuuste en onbuigzame deurvleugelconstructie;
- bestaande deurscharnieren in goede staat;
- regelmatige en gelijkmatige beweging van de deurvleugel
zonder hinderende wrijvingen;
- "neutrale" stand van de deur tijdens de hele beweging. Als de
deur dicht of open valt, de stand van de scharnieren controleren.
- Mechanische eindaanslagen aanwezig.

3.2. DE AANDRIJVING BEVESTIGEN

1)
Afhankelijk van de bevestigingspositie van de aandrijving
(op de bovendorpel of op de deur zelf) en van de arm die
wordt gebruikt (gelede arm of met glijschoen) kiest u de
Max. openingshoek
0
100°
125
110°
250
125°
0
100°
Max. openingshoek
0
90°
160
105°
0
90°
160
90°
bijbehorende montagetekening en maakt u de nodige
boorgaten om de aandrijving en de arm te bevestigen.
Opmerking: De twee middelste bevestigingsgaten voor de
aandrijving zitten niet precies in het midden (zie
montagetekening). Dankzij de verplaatste boorgaten kan de
aandrijving in de juiste draairichting van het mechanisme worden
vastgemaakt.
De montagetekeningen zijn de volgende:
Tek. A: MONTAGE OP DE BOVENDREMPEL (GELEDE ARM): opening
naar buiten.
Tek. B: MONTAGE OP DE DEUR (GELEDE ARM): opening naar
binnen.
Tek. C: MONTAGE OP DE BOVENDREMPEL (ARM MET GLIJSCHOEN
LENGTE 330mm): opening naar binnen.
Tek. D: MONTAGE OP DE BOVENDREMPEL (ARM MET GLIJSCHOEN
LENGTE 430mm): opening naar binnen.
2)
De bevestigingsbeugels van de behuizing monteren zoals
geïllustreerd op figuur 3 naar gelang van de montagewijze
die u hebt gekozen. De schroeven (fig.3-ref.1) aandraaien
en de schroeven (fig.3-ref 2) in de schroefopeningen steken
zonder deze helemaal aan te draaien.
3)
De aandrijving vastmaken met de zes schroeven M6 en de
bijbehorende sluitringetjes.
Opgelet:
- De constructie van de bovendorpel (of van de deur) waarop
de aandrijving wordt bevestigd, mag nergens ernstig vervormd
zijn.
- De aandrijving moet parallel met de vloer worden bevestigd.
Opmerking: Voor montage met glijschoenarm dient u deze arm
eerst te monteren voordat u de aandrijving op de bovendorpel
bevestigt (zie paragraaf 3.3.2.).

3.3. MONTAGE VAN DE TRANSMISSIEARMEN

3.3.1. MONTAGE VAN DE GELEDE ARM (fig.5)

1)
De deur sluiten.
2)
Het borgschroefje (3) losdraaien zoals in fig.5. en de armen (1)
en (2) losmaken
3)
De arm (1) op de transmissie-as van de aandrijving bevestigen
met behulp van de standaard as (8) en de schroef (4) die in
de verpakking zit (fig.5). De arm moet loodrecht op de
gesloten deur zitten.
Opmerking: Als er meer ruimte nodig is tussen de aandrijving en
de arm, gebruikt u de asverlengingen die als accessoire
verkrijgbaar zijn, tot u de gewenste lengte hebt (zie Tek. A/B).
4)
Bevestig de steunplaat (5) van de arm (2) op de deur of op
de bovendrempel met twee schroeven M6 en de sluitringetjes
die in de verpakking zitten (fig.5). De installatiematen staan
op de Tek. A/B.
5)
Draai de bevestigingsschroef (6) los en assembleer de twee
armen door opnieuw het schroefje (3) (fig.5) aan te draaien.
6)
Draai aan de arm (1) totdat de arm (2) loodrecht op de
gesloten deur of bovendrempel zit zoals op figuur 5(a-b),
door de afstandhouder (7) op de arm (2) te verschuiven.
7)
Draai de bevestigingsschroef (6) tussen de twee armen aan.
De lengte van de arm (2) staat op de betreffende
montagetekeningen. Snijd indien nodig het stuk van de arm
dat te lang is t.o.v. de geleding en bedek het uiteinde ervan
met de beslagdop die in de verpakking zit (fig. 5)
8)
Controleer met de hand of de deur ongehinderd helemaal
opent en stopt op de mechanische aanslagen van de
vleugel. Als de deur niet goed sluit, corrigeert u dit met de
retourveer zoals in paragraaf 9 is beschreven.
Belangrijk: De twee armen mogen elkaar nooit raken.
Opmerking: Het is altijd aanbevolen de mechanische aanslagen
in de aandrijving (fig.1 -ref 4) open/gesloten zo af te stellen dat
deze ter hoogte van het bereik van de mechanische aanslagen
van de deurvleugel komen.
3
NEDERLANDS

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave