Controle aandrijfriem
Zet het voertuig op de middenstandaard, draai het
•
achterwiel met de hand, controleer of er abnormale
krassen op de riem zitten.
Controleer op vreemde voorwerpen en verwijder deze.
•
Controleer of de riem en de poelie aan één kant contact
•
maken, zonder tussenruimte.
Controleer of de schroeven van de kast van de
•
aandrijfriem vastzitten.
Als bovenstaande problemen niet opgelost kunnen
•
worden, ga dan naar het KYMCO service station voor
inspectie of vervanging.
Maak niet zomaar aanpassingen aan de riem en
•
verwijder de relevante achterwielmechanismen niet.
Deze moeten door professionals bij het KYMCO-
servicestation worden gerepareerd.
Als er scheuren of vervormingen zijn aan de
•
beschermkappen, moeten deze voor de veiligheid
onmiddellijk worden gerepareerd.
Rijd niet met het voertuig als de bovenste / onderste
•
riemkappen zijn verwijderd.
Steek geen gereedschappen en/of lichaamsdelen in het
•
voertuig wanneer de motor is ingeschakeld of in
beweging is.
Spuit geen olie of onbekende oplosmiddelen op de riem
•
om vervorming van het materiaal te voorkomen.
De passagier mag de bovenste kap niet als voetsteun
•
gebruiken. Dit kan de kap vervormen en de riem
aantasten.
85
Controles voor het rijden
Let op
Waarschuwing
6
3