Pagina 1
Gebruikshandleiding KYMCO BENELUX B.V. DINK 200i...
Pagina 3
Voor vervangende onderdelen en toebehoren raden wij originele KYMCO-producten aan. Deze zijn speciaal ontworpen voor uw scooter en beantwoorden aan de hoge eisen die KYMCO aan haar producten stelt. Houd deze handleiding aan boord van uw scooter, zodat u de juiste informatie altijd bij de hand heeft waar en wanneer u die nodig heeft.
LEES DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG DOOR Deze gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie omtrent veiligheid, bediening en onderhoud. Wie deze scooter gaat berijden, dient eerst de inhoud van deze handleiding tot in de details gelezen en begrepen te hebben. SPECIALE OPMERKINGEN Lees deze handleiding door en volg de instructies zorgvuldig op. Om bepaalde informatie bijzondere nadruk te geven, worden de woorden WAARSCHUWING!, PAS OP! en N.B.
VEILIGHEID ELANGRIJKE INFORMATIE OMTRENT DE VEILIGHEID U kunt van uw scooter jarenlang profijt hebben, als u de verantwoordelijkheid neemt voor uw eigen veiligheid en begrijpt welke uitdagingen u op de weg kunt tegenkomen. Er is veel dat u kunt doen om uzelf te beschermen als u rijdt.
Om veilig te rijden, is het belangrijk dat u telkens voordat u gaat rijden uw scooter controleert en alle aanbevolen onderhoud uitvoert. Overschrijd nooit de voorgeschreven laadcapaciteit en gebruik alleen onderdelen en toebehoren die door KYMCO worden aanbevolen voor deze scooter. ONTROLEER DE SCOOTER TELKENS VOORDAT U GAAT RIJDEN Vergeet niet om een volledige veiligheidscontrole uit te voeren voorafgaand aan elke rit.
ESCHERMENDE KLEDING Voor uw veiligheid raden wij u ten sterkste aan om, tijdens het rijden, een goedgekeurde scooterhelm, oogbescherming, laarzen, handschoenen, een broek met lange pijpen en een shirt of jack met lange mouwen te dragen. ELM EN BESCHERMING Uw helm is het belangrijkste onderdeel van uw rijuitrusting, omdat het de beste bescherming biedt tegen hoofdverwondingen.
Pagina 10
(1) Draag handschoenen. (2) Uw kleding moet goed aangesloten zitten. (3) Draag altijd een helm. Als deze geen vizier heeft, dient u een motorbril te dragen. (4) Draag felgekleurde of reflecterende kleding. (5) Uw schoenen moeten goed aangesloten zitten, lage of geen hakken hebben en de enkels beschermen.
ELADING GRENZEN EN RICHTLIJNEN Maximaal gewicht helmbak: 10 kg Met behulp van deze richtlijnen kunt u beslissen of u bagage op uw scooter kunt laden, hoeveel dit kan zijn en hoe u dit op een veilige manier kunt doen. Maximaal gewicht Hier volgen de gegevens voor maximale belading van achterdrager: 5 kg uw scooter:...
ICHTLIJNEN VOOR BELADING Als u uw scooter niet juist belaadt, kan dit de stabiliteit en de wegligging van het voertuig negatief beïnvloeden. Als u vracht op uw scooter vervoert, dient u altijd langzamer te rijden. Volg altijd deze richtlijnen als u een passagier of bagage vervoert: ...
NDERDELEN EN VERANDERINGEN Er is een grote verscheidenheid aan onderdelen op de markt verkrijgbaar. KYMCO kan de kwaliteit of de bruikbaarheid van onderdelen die u misschien zou willen aanschaffen, niet garanderen. Als u ongeschikte onderdelen aan uw scooter toevoegt, zou dit onveilige situaties kunnen opleveren. KYMCO kan onmogelijk alle verkrijgbare onderdelen, afzonderlijk of in combinatie, testen.
RAMENUMMER Het framenummer (1) kunt u lezen als u het dekseltje op de binnenkap verwijdert met een schroevendraaier met een platte kop. Controleer altijd of het framenummer dat gedrukt staat op uw scooter hetzelfde is als in de bijgeleverde documenten en op de garantiekaart. Noteer het framenummer hieronder.
LEUTELNUMMER Het sleutelnummer (1) heeft u nodig als u onderdelen bestelt. Schrijf het nummer hier op zodat u het zonodig bij de hand heeft. ONTACTSLEUTELNUMMER...
EDIENINGSONDERDELEN LEUTELS Deze scooter heeft twee contactsleutels en twee afdeksleutels. ONTACTSCHAKELAAR FUNCTIE “ ”positie: Alle elektrische circuits zijn onderbroken. De motor kan niet starten. “ ”positie: Het startcircuit is gesloten en de motor kan starten. De sleutel kan niet uit het contactslot gehaald worden.
Begindisplay MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY Als de contactschakelaar wordt aangezet, Het display bevat de volgende fucties: verschijnen op het multifunctionele display tijdelijk alle modi zodat u kunt controleren of het digitale display goed fuctioneert. Snelheidsmeter De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid aan. Km/h Druk op de modusknop (“MODE”) en houd deze TRIP ingedrukt gedurende meer dan twee seconden om...
Pagina 24
Odometer/tripmeter/olieservicebeurtmeter Druk de modusknop in en houd deze gedurende meer dan twee seconden ingedrukt om te kiezen voor “mph” of “Km/h” (snelheidsmeter) en voor mijl of kilometer (odometer/tripmeter/olieservicebeurtmeter). odometer tripmeter km/h TRIP Odometer : geeft de totale gereden afstand aan. olieservicebeurtmeter Tripmeter: geeft de gereden afstand per rit aan.
Pagina 25
Om de tripmeter te resetten: Om de olieservicebeurtmeter en het olieservice- 1. Druk op de in-/afstelknop en houd deze indicatielampje te resetten: gedurende meer dan twee seconden 1. Druk de in-/afstelknop in en houd deze ingedrukt om voor TRIP te kiezen. gedurende meer dan twee seconden ingedrukt om te kiezen voor de olieservicebeurtmeter.
Pagina 26
Benzinemeter Digitaal klokje De benzinemeter geeft in een schaalverdeling aan Geeft de tijd aan (in uren en minuten) als het contact hoeveel benzine er ongeveer in de tank aanwezig is. aanstaat. Het benzinepeil ligt normaal gesproken ergens Om de tijd met de hand bij te stellen, gaat u als volgt tussen segment F en segment E.
Pagina 27
4. Om het uur in te stellen, drukt u de in- 6. Om de minuten in te stellen, drukt u de in- /afstelknop in totdat het gewenste uur op /afstelknop in totdat de gewenste minuten het display verschijnt op het display verschijnen. 5.
Pagina 28
Als het op enig ander moment gaat branden, verminder dan uw snelheid en laat uw scooter zo (3) T OERENTELLER spoedig mogelijk door uw erkende KYMCO-dealer Deze geeft het aantal toeren per minuut (“rpm”) aan nakijken. dat de motor draait.
Om het olieservicebeurt-indicatielampje te resetten (4) L INKERRICHTINGAANWIJZER (zie pagina 19). “ ” INDICATIELAMPJE “MET-IN” BUDDYSLOT NDICATIELAMPJE Knippert als de linkerrichtingaanwijzer aanstaat. Gaat branden als de buddyseat niet goed op slot zit. “ ≈ ≈ “ (5) R (9) O ECHTERRICHTINGAANWIJZER VERVERHITTING INDICATIELAMPJE...
ECHTER STUURSCHAKELAAR (1) L ICHTSCHAKELAAR “ “-positie: De koplamp en het achterlicht gaan branden. “ “ –positie: Het signaallicht en het achterlicht gaan branden. “ “-positie: De koplamp, het signaallicht en het achterlicht gaan uit.
ELEKTRISCHE STARTKNOP Druk de elektrische startknop (2) in om de startmotor te laten draaien. N.B. Als de remhevel niet is ingeknepen, zal de startmotor niet gaan draaien. Deze scooter is uitgerust met blokkeerschakelaars voor het ontstekingscircuit en het startcircuit. De motor kan alleen gestart worden als de jiffy volledig ingeklapt is.
Pagina 32
(3) N (“ENGINE STOP”) OODSTOPSCHAKELAAR “ “positie: het startcircuit staat uit. De motor kan niet starten of draaien. “ ”positie: het startcircuit staat aan en de motor kan draaien.
INKERSTUURSCHAKELAAR (1) R ICHTINGAANWIJZERSCHAKELAAR Gebruik de richtingaanwijzer-schakelaar als u een bocht gaat maken of gaat afslaan. De richtingaanwijzer gaat knipperen als deze schakelaar wordt aangezet. “ ” voor links afslaan; “ ” voor rechts afslaan. Het richtingaanwijzer-indicatielampje op het dashboard gaat ook knipperen als deze schakelaar wordt aangezet.
Pagina 34
(3) D IMSCHAKELAAR “ ”-positie: Het dimlicht en het achterlicht gaan aan. “ ”-positie: Het grootlicht en het achterlicht gaan aan. Het grootlicht- indicatielampje op het dashboard gaat ook aan. (4) S IGNAALSCHAKELAAR Als de signaalschakelaar (“PASSING”) wordt ingedrukt, gaat de koplamp flitsen om aankomende auto’s of een auto die u wilt passeren, te waarschuwen.
EMMEN CHTERREMHEVEL LINKERSTUURHELFT De achterremmen worden gebruikt door de achterremhevel langzaam naar het handvat toe te trekken. Het remlicht gaat branden als de hevel wordt ingeknepen. OORREMHEVEL ECHTERSTUURHELFT De voorremmen worden gebruikt door de voorremhevel langzaam naar het handvat toe te trekken.
ENZINEVULDOP M DE BENZINEVULDOP TE OPENEN Steek de contactsleutel in het slot en draai hem naar rechts in de “ “-positie (de sleutel kan niet uit het slot gehaald worden). Draai de sleutel in de richting van de klok naar de “ ”-positie en open de vuldop (1) Zorg dat u niet teveel benzine tankt.
M DE BENZINEDOP TE VERGRENDELEN Druk de benzinevuldop op zijn plaats. WAARSCHUWING! Benzine is uiterst brandbaar en explosief. U kunt u branden of ernstig gewond raken als u met benzine omgaat. Zet de motor stil en houd hitte, vonken en open vuur uit de buurt.
UDDYSEAT M DE BUDDYSEAT TE ONTGRENDELEN (1) Contactsleutel in de “aan”-positie (de motor loopt): Druk de sleutel in het slot en draai hem tegen de richting van de klok in van "aan"naar "SEAT OPEN". (2) Contactsleutel in de “uit”-positie (de motor staat stil): Druk de sleutel in het slot en draai hem tegen de richting van de klok in van "uit”naar "SEAT OPEN".
ELMBAK HELMBAKLICHT De helmbak (1) bevindt zich onder de buddyseat. Voor openen en sluiten: zie “BUDDYSEAT”(pagina32). Maximaal laadgewicht: 10 kg Het helmbaklicht (2) gaat automatisch aan als de buddy wordt geopend. Het blijft aan zolang de buddy open is, ongeacht in welke stand de contactschakelaar staat.
ELMHAAKJES Om de helmhaakjes te gebruiken, ontgrendelt u de buddyseat (zie pagina 32), bevestigt u de ring van uw helm aan één van de haakjes en doet u de buddyseat weer goed op slot. WAARSCHUWING! Als u gaat rijden met een helm die aan een helmhaakje is bevestigd, kan de helm tussen het achterwiel of de achtervering geraken met een ongeval tot gevolg.
ASSENHAAK 1. Voor gebruik dient u de tassenhaak (1) uit te trekken. 2. U duwt de pal (2) naar links om te ontgrendelen en hangt uw tas aan de haak en laat hem op de treeplank steunen. 3. Om de tas te verwijderen, draait u de pal weer naar links. Haal de tas van de haak af.
PASSAGIERSVOETSTEUN 1. Om de voetsteun te gebruiken, dient u tegen de knop (1) te schoppen. 2. Als u de voetsteun niet wilt gebruiken, duw deze dan in de oorspronkelijke positie.
TANDAARD Deze scooter is uitgerust met een middenstandaard en een jiffy. IDDENSTANDAARD Om de scooter op de middenstandaard te plaatsen, zet u uw voet op het uiteinde van de middenstandaard en trekt u vervolgens met uw rechterhand aan de passagiershandrail de scooter naar achteren en omhoog, terwijl u het stuur met uw linkerhand vasthoudt.
JIFFY (2) De scooter is uitgerust met een startonderbreker om het onstekingscircuit te onderbreken als de jiffy is uitgeklapt. De jiffy-startonderbreker werkt als volgt: Als de jiffy is uitgeklapt, kan de motor niet gestart worden; Als de motor loopt en de jffy wordt uitgeklapt, zal de motor afslaan.
Pagina 45
PAS OP! De startonderbrekingsschakelaar dient altijd bij de scooter te blijven. Controleer regelmatig of de schakelaar nog werkt en laat deze nakijken door een erkende KYMCO-dealer zodra hij niet goed werkt. Parkeer de scooter op een stevige, vlakke ondergrond om te voorkomen dat hij omvalt.
PHANGING Elke schokbreker (1) heeft verschillende veerstanden voor verschillend gewicht of verschillende rijomstandigheden. Gebruik een noksleutel (2) om de achterschokbrekers af te stellen. Zorg ervoor dat u beide schokbrekers in dezelfde stand zet. OPLAMPAFSTELLING Haal de rubberen dop (1) van de schroef (2). U kunt de koplamp afstellen door de schroef zo nodig vaster of losser te draaien.
De aansluiting voor diagnostische instrumenten bevindt zich onder de zekeringdoos in de accubak. Wij raden u aan dit onderdeel uitsluitend te laten nakijken door uw KYMCO-dealer. De scooter gebruikt deze aansluiting om de staat van het brandstofsysteem te controleren. Controleer de staat van het brandstofsysteem met...
5. Banden: controleer de bandspanning en de opmerkt, zorg dan dat u het verhelpt of dat u het toestand van de banden (zie p. 86). laat verhelpen door uw KYMCO-dealer. 6. Gashendel: controleer of de gashendel soepel opent en volledig dichtdraait bij alle standen WAARSCHUWING! van het stuur.
1. Plaats de scooter op de middenstandaard en zorg dat de jiffy is EDIENING ingeklapt. 2. Zorg dat de noodstopschakelaar in ET STARTEN VAN DE MOTOR de “ ”-positie staat. Volg bij het starten van de motor altijd de hierna beschreven 3.
Pagina 50
4. Knijp de achterremhevel in. De elektrische startknop werkt alleen als de remhevel is ingeknepen en de jiffy is ingeklapt. 5. Druk op de startknop terwijl de gashendel dicht is. Laat de startknop los zodra de motor aanslaat.
Pagina 51
6. Zorg dat u de gashendel gesloten houdt terwijl de motor opwarmt. 7. Laat de motor warm lopen voordat u gaat Sluiten rijden. Zorg dat u de gashendel niet “BLIEPT” (snel open- en dichtdraaien), omdat de scooter dan naar voren zal schieten.
Pagina 52
2. Open de gashendel ¹∕₈- tot ¼-slag terwijl u de motor start. Startonderbreker DINK 200i is ontworpen om de motor en de benzinepomp automatisch te laten stoppen als de scooter ten val komt (een hellingshoeksensor onderbreekt het startsysteem). Voordat u de motor opnieuw start, dient u de contactschakelaar in de “uit”-positie te zetten en...
2. Ga aan de linkerkant van de scooter staan IJDEN en duw deze naar voren en van de middenstandaard af. AAT DE MOTOROLIE CIRCULEREN VOORDAT U GAAT RIJDEN Laat de motor voldoende tijd stationair draaien na een warme of koude start voordat u de scooter belast of het toerental opvoert.
Pagina 54
3. Ga vanaf de linkerkant op de scooter zitten en houd tenminste één voet aan de grond om de scooter in evenwicht te houden. 4. Geef, voordat u wegrijdt, uw richting aan met een richtingaanwijzer en controleer of de weg veilig is. Pak het stuur beiderzijds stevig vast.
Pagina 55
7. Als u vaart mindert, is het zeer belangrijk dat u de bediening van de gashendel en de voor- en achterremmen goed op elkaar afstemt. Zowel de voor- als de achterremhevel moeten beide tegelijkertijd worden ingeknepen. Als u alleen de voorrem of alleen de achterrem gebruikt, kunt u minder goed stoppen.
Pagina 56
10. Als u een steile helling afrijdt, sluit dan de platen, deksels over mangaten, markeringen gashendel volledig en gebruik beide op het wegdek enzovoorts. remmen om de scooter af te remmen. Zorg dat u de remmen niet te lang achtereen gebruikt.
ARKEREN 1. Nadat u de scooter stilgezet heeft, draait u de contactsleutel tegen de richting van de klok in in de “uit”- positie en haalt u de sleutel uit het slot. 2. Gebruik de middenstandaard om de scooter op te laten steunen als deze geparkeerd staat. Parkeer de scooter op een stevige, vlakke ondergrond om te voorkomen dat hij omvalt.
Pagina 58
3. Vergrendel het stuur (zie pagina 15) om diefstal te helpen ontgrendelen voorkomen. De uitlaatpijp en -demper worden zeer heet als de motor draait en blijven heet genoeg om brandwonden te veroorzaken als ze SLEUTEL worden aangeraakt, zelfs nadat de motor is stilgezet. IN HET SLOT Zorg dat brandbaar materiaal zoals droog gras of droge bladeren...
Tot 1600 km: minder dan ¾ slag. NRIJDEN Varieer de motorsnelheid De eerste 1600 km (1000 mijl) zijn de belangrijkste De motorsnelheid dient gevarieerd en niet constant voor de levensduur van uw scooter. Mede door het te zijn. Hierdoor kunnen de onderdelen “geladen” juist inrijden gedurende deze periode zal uw worden met druk en vervolgens ontladen, nieuwe scooter zijn maximale levensduur en...
Pagina 60
Nieuwe banden inrijden Sla nooit uw eerste en belangrijkste Nieuwe banden dienen op de juiste manier servicebeurt over. ingereden te worden om zeker te zijn van een De eerste 1000-km-servicebeurt is de belangrijkste maximale prestatie, net als de motor. Laat de servicebeurt die uw scooter krijgt.
Raadpleeg uw erkende KYMCO-dealer voor adviezen die van toepassing zijn op uw specifieke wensen en behoeften. Als uw scooter ten val komt of betrokken raakt bij een ongeval, zorg dan dat uw KYMCO-dealer alle belangrijke delen controleert, zelfs als u zelf in staat bent om bepaalde onderdelen te repareren.
Pagina 62
WAARSCHUWING! Indien u gebrekkig onderhoud aan deze scooter pleegt of nalaat om een probleem op te lossen voordat u gaat rijden, dan kan dit leiden tot een ongeval waarin u ernstig gewond kunt raken of de dood kunt vinden. Volg altijd de in deze handleiding gegeven aanbevelingen voor controle en onderhoud op en houd u aan het onderhoudsschema.
* gereedschappen en onderhoudsgegevens beschikt en mechanisch gekwalificeerd is. ** Voor de veiligheid raden wij u aan de genoemde onderdelen uitsluitend door uw KYMCO-dealer te laten onderhouden. KYMCO beveelt aan om uw scooter na elke periodieke onderhoudsbeurt door uw KYMCO-dealer...
Pagina 64
N.B.: 1. Als de odometer hogere aantallen gereden kilometers aangeeft, geef dan vaker een onderhoudsbeurt dan hier staat aangegeven. 2. Geef vaker een onderhoudsbeurt als de scooter in ongewoon natte of stoffige omstandigheden heeft gereden. 3. Geef vaker een onderhoudsbeurt als de scooter geregeld in de regen of met vol gas rijdt. 4.
Pagina 65
WAT HET STAND VAN DE ODOMETER (N.B.1) ONDERDEEL FREQUENTIE EERST X 1000 km 0.3 1 KOMT ZIE PAGINA N.B. MAAND LUCHTFILTER N.B. 2 BOUGIES N.B. 4 WERKING GASHENDEL KLEPSPELING BENZINELEIDING CARTERVENTILATIE N.B. 3 MOTOROLIE 62~69 OLIEFILTER N.B. 8 OLIEFILTERGAASJE 64~65 STATIONAIR TOERENTAL KOELVLOEISTOF...
Pagina 66
WAT HET STAND VAN DE ODOMETER (N.B. 1) EERST ONDERDEEL FREQUENTIE KOMT X 1000 km 0.3 1 ZIE PAGINA N.B. MAAND TRANSMISSIE-OLIE N.B. 5 V-SNAAR SLIJTAGE KOPPELINGSSCHOEN REMVLOEISTOF N.B. 7 SLIJTAGE REMBLOKKEN REMSYSTEEM 79~80 REMLICHTSCHAKELAAR JIFFY OPHANGING KOPLAMP MOEREN, BOUTEN, FASTENERS WIELEN/BANDEN STUURLAGERS...
EREEDSCHAPSSET Voor het periodieke onderhoud is er een gereedschapsset (1) aanwezig in de helmbak (zie pagina 33). ARTERVENTILATIE 1. Haal de carterontluchtingsnippel (1) uit de slang en tap eventueel bezinksel af in een daarvoor geschikte bak. 2. Plaats de nippel terug. Voer dit onderhoud vaker uit naarmate u vaker in de regen rijdt of vol gas geeft of nadat de scooter is gewassen of gevallen.
OLIE VISCOSITEITEN OTOROLIE ANBEVELINGEN VOOR DE MOTOROLIE monograad Gebruik een hoge kwaliteit 4-takt motorolie om verzekerd te zijn van een langere levensduur van uw scooter. Gebruik uitsluitend olie van het type SG onder de API-serviceklassificatie. De aanbevolen viscositeit is SAE 10W 40 20W-40,20W-50 full synthetic motorolie.
ONTROLE VAN HET MOTOROLIEPEIL 4. Vul zo nodig bij met de aanbevolen olie (zie pagina 62) tot het bovenste Controleer het motoroliepeil elke dag voordat u indicatiestreepje.Vul niet teveel bij. gaat rijden. 5. Plaats de olievuldop/peilstok terug. Het peil dient zich te bevinden tussen het Controleer op lekkage.
2. Plaats een bak onder LIEVERVERSING het linkercarter. De kwaliteit van de motorolie is de belangrijkste factor voor de levensduur van de motor. Ververs de motorolie zoals aangegeven in het onderhoudsschema (zie pagina 57). Als u in een zeer stoffige omgeving rijdt, dient u de motorolie vaker te verversen dan staat aangegeven in het schema.
Pagina 71
3. Verwijder de aftapplug (2) om de olie af te tappen. 4. Plaats de aftapplug weer terug en draai vast op specificatie. Koppel olieaftapplug: 25 N.m 5. Vul het carter bij met de aanbevolen graad olie (zie pagina 62) en plaats de olievuldop weer terug. Carterinhoud (na aftappen): 0.9 liter 6.
LIEFILTERGAASJE REINIGEN Ververs de olie als de motor een normale bedrijfstemperatuur heeft en de scooter op de middenstandaard staat. Zo zal de olie volledig en snel afgetapt kunnen worden. N.B.: Laat het motor- en uitlaatsysteem afkoelen voordat u aan deze gaat werken.
Pagina 73
2. Zet een bak onder het carter en verwijder de olieaftapplug (2). De veer (3) en het oliefiltergaasje (4) komen naar buiten als de aftapplug wordt verwijderd. Laat de olie weglopen. 3. Reinig de oliezeef. 4. Controleer of het filtergaasje, de rubberen afdichtring en de O- ring van de aftapplug in goede staat verkeren.
Pagina 74
Vervangen van het oliefilter Ververs de olie als de motor een normale bedrijfstemperatuur heeft en de scooter op de middenstandaard staat. Zo zal de olie volledig en snel afgetapt kunnen worden. N.B.: Laat het motor- en uitlaatsysteem afkoelen voordat u aan deze gaat werken.
Pagina 75
2. Plaats een oliebak onder het carter. Verwijder de drie bouten en verwijder het oliefilterdeksel (2) en de O-ring (3). De veer (4) komt naar buiten als het filterdeksel wordt verwijderd. Laat de olie weglopen. 3. Verwijder het oliefilter (5) en gooi het weg. 4.
Koppel: 13 N.m 5. Vul de versnellingsbak met de aanbevolen olie. Aanbevolen transmissie-olie: SAE 75W/90 KYMCO adviseert POWER OIL Inhoud (na aftappen): 0.18 liter 6. Plaats de transmissie-olievulplug met een nieuwe afdichtring terug en draai hem vast.
Gebruik een origineel KYMCO-luchtfilterelement dat geschikt is voor uw model. Als u een KYMCO-luchtfilterelement gebruikt dat niet geschikt is voor uw model of als u een element van een ander merk gebruikt, kan dit voortijdige slijtage of prestatieproblemen van de...
ERKING VAN DE GASHENDEL 1. Controleer of de gashendel soepel kan draaien door hem volledig open en volledig dicht te draaien terwijl het stuur volledig naar links en volledig naar rechts is gedraaid. 2-6 mm 2. Meet de vrije speling van de gashendel bij de flens van het handvat.
FSTELLEN VAN HET STATIONAIR TOERENTAL Het is niet nodig om het stationair toerental af te stellen bij de DINK 200i, aangezien het gasklephuis in de fabriek reeds is afgesteld. Maak de bouten en schroeven van het gasklephuis dan ook niet los.
OUGIE Verwijder de koolaanslag van de bougie met een kleine staalborstel of een bougiestraler. Stel de elektrodenafstand bij binnen de gegeven grenswaarden door middel van een draadvoelmaat. De bougie dient periodiek vervangen te worden. Telkens wanneer u de koolaanslag verwijdert, kijk dan goed naar de kleur van het uitiende van het porselein.
Vul altijd koelvloeistof bij aan het expansievat. Probeer nooit koelvloeistof bij te vullen door het radiatordeksel te verwijderen. Als het expansievat leeg of bijna leeg is, controleer dan of er geen lekkage is en ga naar uw KYMCO-dealer voor reparatie.
ANBEVOLEN KOELVLOEISTOF ERVERSEN VAN DE KOELVLOEISTOF De scootergebruiker dient ervoor te zorgen dat de Dient uitgevoerd te worden door uw KYMCO-dealer, koelvloeistof in goede toestand blijft door bevriezing, tenzij de gebruiker van de scooter over de juiste oververhitting en corrosievorming te voorkomen.
Een hogere concentratie antivriesmiddel verlaagt de prestatie van het koelsysteem en wordt alleen aanbevolen als extra bescherming tegen bevriezing nodig is. Een concentratie van minder dan 40:60 ONTROLE VAN DE VOOR EN ACHTEROPHANGING (40% antivries) geeft geen goede bescherming tegen corrosie.
2. Klap de jiffy in en start de motor. 3. Klap de jiffy uit. De motor dient te stoppen zodra u de jiffy uitklapt. Als de startonderking niet werkt zoals beschreven, vraag dan aan uw KYMCO-dealer om hierna te kijken. JIFFY UITGEKLAPT...
EMVLOEISTOF EMVLOEISTOFPEIL Controleer, terwijl de scooter rechtop staat, het remvloeistofpeil van de vóór- en de achterrem. Het peil dient boven het indicatiestreepje voor minimumpeil te staan. Als het peil op of onder het "L"-merkje voor minimumpeil staat, controleer dan de remblokken op slijtage (zie pagina 80).
Controleer het slijtage-indicatiemerkje op elk remblok. Als een van de remblokken tot het indicatiestreepje is versleten, vervang dan beide remblokken tegelijkertijd. Laat dit door uw erkende KYMCO-dealer doen. Achterrem Controleer het slijtage-indicatiemerkje op elk remblok. Als een van de remblokken tot het indicatiestreepje is versleten, vervang dan beide remblokken tegelijkertijd.
Het is niet noodzakelijk om het accuzuurniveau te controleren of om gedestilleerd water toe te voegen, aangezien de accu onderhoudsvrij (verzegeld) is. Als de accu zwak lijkt en/of elektrolyten lekt (met als gevolg start- of andere elektrische problemen), neem dan contact op met uw erkende KYMCO-dealer. N.B.: De accu in uw scooter is van het onderhoudsvrije type en kan permanent beschadigd worden als de afdichtstrip van het deksel wordt verwijderd.
ERWIJDEREN VAN DE ACCU (Zorg altijd eerst dat de contactschakelaar UIT staat) N.B.: Koppel nooit de kabels van de accu los als de motor draait. Dit kan schade aan de elektrische componenten veroorzaken. De accu bevindt zich in de accubak onder de buddyseat. 1.
4. Trek de accu naar buiten zodat de polen zichtbaar worden. 5. Maak eerst de kabel van de negatieve accupool (-) (3) los, maak dan de kabel van de positieve accupool (+) los (4). 6. Haal de accu uit de accubak. Installatie van de accu: Ga voor installatie te werk in de omgekeerde volgorde van verwijderen.
15A (blauw) HOOFDZEKERING overbelasting van het elektrisch circuit. Ga naar uw Beschermt alle elektrische circuits. erkende KYMCO-dealer voor reparatie. 15A (blauw) RELAISZEKERING Beschermt het relais van de startmotor. N.B.: ...
EKERINGDOOS De zekeringdoos bevindt zich onder de accu in de accubak. De aanbevolen zekeringen (2) zijn: 10A (rood), 15A (blauw), 20A (geel). 1. Open de buddyseat (zie pagina 32). 2. Open het accudeksel (zie pagina 82). 3. Open het deksel van de zekeringdoos (1). 4.
WAARSCHUWING! banden scooter vormen ANDEN belangrijkste verbinding tussen uw scooter en het wegdek. Voorkom een ongeluk als gevolg van slechte WAARSCHUWING! banden door de volgende aanwijzingen op te Nalaten om de banden in te rijden kan slippen tot volgen: gevolg hebben, waardoor u de macht over het stuur ...
ANDSPANNING Onvoldoende luchtdruk in de banden versnelt niet alleen de bandslijtage maar brengt de stabiliteit van de scooter ernstig in gevaar. Met banden die niet hard genoeg zijn opgepompt, is het moeilijk om soepele bochten te maken. Banden die te hard zijn opgepompt, hebben minder contact met het OESTAND VAN HET BANDPROFIEL wegdek waardoor de scooter kan slippen en u de...
Pagina 94
Voor Achter Vraag aan uw KYMCO-dealer of aan een vakbekwame monteur band repareren, te vervangen en/of uit te lijnen, Maat 13 x120/70 12 x 140/70 omdat dit het juiste gereedschap en de juiste ervaring vereist.
Pagina 95
WAARSCHUWING! Voorkom een ongeluk als gevolg van slechte banden door de volgende aanwijzingen met betrekking tot tubeless banden op te volgen. Tubeless banden vereisen ander onderhoud dan banden met een binnenband. Tubeless banden vereisen een luchtdichte afdichting tussen de velgrand van de band en de velg van het wiel.
EINIGEN Reinig uw scooter regelmatig om de afwerklaag te beschermen en controleer uw scooter op schade en slijtage en op lekkage van olie, koel- en remvloeistof. Gebruik geen reinigingsmiddelen die niet speciaal bestemd zijn voor auto- of scooteroppervlakken. Ze kunnen sterke wasmiddelen bevatten of chemische oplosmiddelen die het metaal, de verf of het plastic van uw scooter zouden kunnen aantasten.
Pagina 97
3. Reinig de plastic delen met een doek of spons die vochtig is gemaakt met een oplossing van een mild reinigingsmiddel en water. Wrijf zacht over het vuile gedeelte en spoel vervolgens na met veel schoon water. Zorg ervoor dat er geen remvloeistof of chemische oplosmiddelen in contact komen met de scooter.
6. Test de remmen voordat u gaat rijden. Het kan nodig zijn dat de remhevels verschillende keren moeten worden ingeknepen voordat de remmen weer normaal functioneren. Het kan zijn dat de remmen direct na het wassen van de scooter nog niet goed werken. Houd daarom rekening met een langere remweg om een ongeval te voorkomen.
EKEL VERWIJDEREN Het zout in de pekel waarmee in de winter de wegen bestrooid worden om te voorkomen dat het wegdek bevriest en het zout in zeewater kunnen roest veroorzaken. Was uw scooter als volgt nadat u door pekel of zeewater heeft gereden: 1.
EINIG HET WINDSCHERM Reinig het windscherm met een zachte doek of spons en veel water (gebruik bij voorkeur geen reinigingsmiddelen en geen chemische middelen voor het windscherm). Droog het scherm af met een zachte, schone doek. Om mogelijke krassen of andere beschadigingen te voorkomen, dient u uitsluitend een zachte doek of spons te gebruiken om het windscherm te reinigen.
TALLEN Als u de scooter langere tijd niet gebruikt, zoals tijdens de winter, dient u een paar maatregelen te nemen om te voorkomen dat de scooter te lijden heeft onder deze inactiviteit. Bovendien dient u eventuele reparaties uit te voeren vóórdat u de scooter stalt, anders kunnen ze gemakkelijk vergeten worden als u de scooter weer van stal haalt.
Pagina 102
4. Om roesten van de cilinders te voorkomen, dient u het volgende te doen: Verwijder de bougiedoppen van de bougies, bevestig de doppen met plakband of touw aan een plastic onderdeel (maakt niet uit welk, als de doppen maar verwijderd zijn van de bougie).
COOTER NA STALPERIODE RIJKLAAR MAKEN 1. Haal de bedekking van de scooter en reinig de scooter. 2. Ververs de motorolie als de scooter langer dan één maand gestald heeft gestaan. 3. Laad de accu zo nodig op. Plaats de accu in de scooter. 4.
DINK 200 ECHNISCHE GEGEVENS AFMETINGEN Lengte 2030 mm Breedte 780 mm Hoogte 1255 mm Wielbasis 1390 mm GEWICHT Droog gewicht 140 kg INHOUD Motorolie Na aftappen 0.9 l Na demonteren 1.1 l Transmissie-olie Na aftappen 0.18 l Na demonteren 0.2 l Benzinetank 11 l Maximaal laadvermogen...
Pagina 107
Aangepast en vertaald voor KYMCO Benelux B.V: maart 2009 (C.A. Offringa) Alle rechten voorbehouden. Elke verveelvoudiging of elk gebruik waarvoor geen schriftelijke toestemming is gevraagd aan KWANG YANG Motor Co., Ltd., en KYMCO Benelux B.V. is uitdrukkelijk verboden. T300S H4025...
Pagina 109
KWANG YANG MOTOR CO.,LTD. NO.35 Wan Hsing Street, San Min District Kaohsiung, Taiwan, Republic of China Telephone : 886-7-3822526 FAX: 886-7-3950021...