Stuurslot
Om diefstal verder te voorkomen, moet de stuurpen
worden vergrendeld wanneer het voertuig wordt
geparkeerd.
Vergrendelen:
Draai in uitgeschakelde toestand de stuurstang volledig
naar links, houd de knop "LOCK" 2 seconden lang
ingedrukt, een lang geluidssignaal geeft aan dat de
vergrendeling gelukt is.
Ontgrendelen:
Druk lang op de knop van de hoofdschakelaar, het
systeem maakt 2 korte pieptonen. Dit ontgrendelt het
voertuig.
Stuurslotschakelaar
Het systeem geeft 4 korte piepjes bij een mislukte
•
vergrendeling. Controleer of de stuurstang volledig
naar links is gedraaid en probeer opnieuw.
Het systeem laat 4 korte piepjes horen als het
•
ontgrendelen niet lukt. Controleer of de stuurstang
volledig naar links is gedraaid en probeer opnieuw.
Als de contactloze sleutel niet werkt, moet de korte
•
afstandsmethode worden gebruikt.
Bij het vergrendelen en parkeren van het voertuig
•
moeten de vlakheid en de veiligheid van de parkeerplek
worden beoordeeld en moet de handrem worden
ingeschakeld.
Controleer na het vergrendelen van het stuur of dit goed
•
gelukt is voordat u het voertuig verlaat.
Parkeer uw scooter niet op plaatsen waar de
•
verkeersveiligheid kan worden belemmerd.
De opbergpositie van de contactloze sleutel kan het
•
KEYLESS-systeem beïnvloeden (bijv. in de achterzak
of een rugzak).
Na het verwijderen van de contactloze sleutel wordt het
•
voertuig inactief.
De opslagomgeving van de sleutel moet vrij zijn van
•
35
Beheerfuncties
Let op
4
3