6
Controles voor het rijden
Controleer het stuur
Controleer op loszitten door het stuur op en neer, naar
•
voren en naar achteren en naar links en rechts te
bewegen.
Controleer of het stuur te strak staat.
•
Controleer of het stuur ergens tegenaan komt.
•
Controleer of alle onderdelen van het stuur goed
•
vastzitten.
Wanneer u een afwijking vindt, gaat u naar een
•
KYMCO dealer of service station voor reparatie.
Controleer de voor- en achterrem
Pas de stand van de remhendel aan met de afstelknop
•
(er zijn 4 standen).
Duw de remhendel naar voren als u de afstelknop
•
gebruikt (de standaardstand is 3).
Na het afstellen trekt u de remhendel (1) met de hand
•
aan totdat u een stand vindt waarin uw vingers
comfortabel om de hendel sluiten; controleer of de vrije
ruimte aan de voorkant van de remhendel aan de
specificaties voldoet.
De pedaalafstand van de voetrem wordt standaard
•
automatisch aangepast. Als de pedaalafstand groter
blijkt te zijn dan normaal of defect is, ga dan naar de
dealer voor reparatie.
Afstellen remhendel
78
3