4
Beheerfuncties
•
Controlelampje bandenspanning: Na KEY ON
gaat dit lampje branden als de bandenspanning te hoog
of te laag is. Als de bandenspanning snel afneemt,
knippert de indicator snel; als de bandenspanning
langzaam afneemt, knippert de indicator langzaam.
Eenheid weergave bandenspanning wijzigen: Druk in
•
de bandenspanningsweergave-interface op "O" op de
rechter stuurschakelaar om van eenheid te wisselen
in de volgorde "kg/cm2 → bar →14 psi → kpa".
• Het TCS-lampje wordt oranje wanneer u het contact
aanzet. Zodra de snelheid van het voertuig boven de 6
km/u komt, gaat het lampje automatisch uit. TCS blijft
dan functioneren.
•
Dimlicht: zet de schakelaar op "
dimlicht.
•
Cruise control: Deze functie beheert de
instellingen voor cruise control, zie "Instellingen voor
cruise control".
Instellingentoets: Dit is de instellingsknop voor de
cruise control.
•
Grootlicht: Wanneer deze indicator brandt, staat
de koplamp in de grootlichtstand.
8.
Linker knipperlicht: Richtingknop voor links afslaan,
knippert wanneer ingeschakeld; druk op middelste
knop om uit te schakelen.
9. Weergave van het momentane brandstofverbruik: het
brandstofverbruik wordt berekend op het display op
basis van de stand van de gashendel. Er is keuze uit
drie brandstofverbruikseenheden: km/L, L/100 km en
MPG. Deze moeten via de APP worden ingesteld.
(Wanneer TRIP A wordt gereset, wordt het gemiddelde
brandstofverbruik ook gereset).
10. Wanneer u op de knop OMHOOG (︿) van de rechter
stuurschakelaar klikt, schakelt u tussen VOLT
(accuspanning) → AVE (gemiddeld brandstofverbruik
" voor
→
(momentaan
(bandenspanning)
• VOLT → geeft de accuspanning aan
AVE → Gemiddeld brandstofverbruik (AVE) modus,
•
geeft gemiddeld brandstofverbruik aan (km/L en
L/100km), (nadat TRIP op 0 is gezet, zal AVE ook
teruggaan naar 0).
→ Modus momentaan brandstofverbruik, AVE
•
indicator
18
brandstofverbruik)
gaat
uit,
geeft
vervolgens
3
→
TPS
huidig