Pagina 1
Deze gebruikershandleiding dient bij de scooter te blijven. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig voor het berijden van deze scooter aangezien dit boekje belangrijke veiligheidsinformatie informatie bevat. Gebruikers Handleiding Prepared August 2018 Version: T300-SK80CA-A8 C 2018 KYMCO. All rights reserved. Printed in China. www.kymco.com...
FCC-verklaring: Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. Gebruik is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken. Let op Deze apparatuur is getest en voldoet aan de limieten voor een klasse B digitaal apparaat, conform deel 15 van de FCC-regels. Deze limieten zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een residentiële installatie. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies, kan deze apparatuur schadelijke interferentie met radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er in een bepaalde installatie geen interferentie zal optreden. Als dit apparaat schadelijke storing veroorzaakt aan radio- of televisieontvangst, wat kan worden vastgesteld door het apparaat uit en weer in te schakelen, wordt de gebruiker aangemoedigd om de storing te verhelpen door het nemen van een of meer van de volgende maatregelen: - Ontvang of verplaats de ontvangende antenne. - Verhoog de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. - Sluit de apparatuur aan op een stopcontact op een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten. - Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/ tv-technicus voor hulp. Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving van bovenstaande regelgeving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur te bedienen ongeldig maken.
Pagina 3
Geachte gebruiker, Hartelijk dank voor het aanschaffen van ons XCITING S 400 ABS product. Deze handleiding geeft gedetailleerde instructies aangaande het bedienen, onderhouden en afstellen van de XCITING S 400 ABS voor een maximale duurzaamheid en comfort. Dit voertuigmodel voldoet aan de EPA-voorschriften voor de emissiebeheersing van scooters, en voldoet daarmee aan de milieueisen met betrekking tot lage vervuiling, een laag geluidsniveau en laag energieverbruik. Hoewel het voertuig van uitzonderlijke kwaliteit is, is regelmatig onderhoud nog steeds essentieel om ervoor te zorgen dat het product optimale prestaties levert. Lees deze handleiding aandachtig door om te kunnen genieten van een veilige en comfortabele rit op uw scooter.
Pagina 7
Veilig rijden Veilig rijden Lees de handleiding en voorzorgsmaatregelen goed door. Bestuurder moet een helm, handschoenen, bril, etc. dragen. ◆ Draag geen kleding die het veilig rijden kan belemmeren. ◆ Losse mouwen kunnen verstrikt raken in de remhendel en zijn ◆ buitengewoon gevaarlijk. Bediening van de remhendel mag in geen geval worden ◆ belemmerd. Dagelijkse en periodieke controles zijn noodzakelijk. ◆ Controleer de banden visueel op vreemde voorwerpen of ◆...
Pagina 8
Veilig rijden Metalen of plastic onderdelen van de scooter kunnen na ◆ blootstelling aan zonlicht een zeer hoge temperatuur bereiken; raak deze onderdelen niet aan om brandwonden te voorkomen. Vermijd scherpe bochten of rijden met één hand. ◆ Houd u aan alle verkeersregels. ◆ Roken is verboden tijdens het bijvullen van brandstof. ◆ Schakel de motor uit wanneer u brandstof bijvult. ◆ Bij het op- en afstappen dient de bijrijder extra voorzichtig te ◆ zijn om te voorkomen dat hij/zij wordt verbrand door de hete uitlaat. De bestuurbaarheid kan variëren bij meer of minder belasting. ◆ Tijdens het rijden moet de bestuurder beide voeten op de pedalen ◆ plaatsen; de passagier moet zijn armen om het middel van de bestuurder slaan en beide voeten op de achterste pedalen plaatsen. Voorkom overbelasting bij het vervoeren van voorwerpen. ◆ Zorg ervoor dat deze goed vastzitten. Extra voorzichtigheid is geboden. De werking van de functies is gerelateerd aan de structuur van het ◆ voertuig; willekeurige modificaties kunnen de bedienbaarheid van het voertuig verslechteren, waardoor de levensduur wordt verkort en de veiligheid van de bestuurder wordt belemmerd. Willekeurige aanpassing van een voertuig is een wettelijk verboden ◆ handeling. Aanpassing van het voertuig kan leiden tot het vervallen van de ◆ garantie.
Pagina 9
Veilig rijden ◆ Natuurlijke geestelijke ontspanning en comfortabele kleding zijn essentieel voor veilig rijden. ◆ Houd u aan verkeersregels, vermijd angst, ontspan en concentreer u op het rijden. ◆ Draag geen kleding die de rijveiligheid kan hinderen (bijvoorbeeld een lange rok, broek met wijde pijpen, etc.) ◆ De uitlaat is extreem heet tijdens het rijden en tot 30 minuten na het rijden; vermijd contact met het voertuig om brandwonden te voorkomen. ◆ Vermijd droge grassen of ontvlambare stoffen bij het parkeren van de scooter, ter voorkoming van brand.
Pagina 10
Veilig rijden De opbergruimte voor heeft een capaciteit van maximaal 1.3 kg. De bagagebox heeft een capaciteit van maximaal 10 kg. Overschrijd de volgende laadlimieten niet: De opbergruimte voor heeft een capaciteit van maximaal 1.3 kg De bagagebox heeft een capaciteit van maximaal 10 kg Het is verboden om een draagmand of beugel op de voorkant van de scooter te plaatsen. Dit blokkeert de koplamp en zal de rijveiligheid aanzienlijk beïnvloeden.
Gebruikersinformatie Gebruikersinformatie ID nummer Noteer alstublieft het motornummer en het framenummer in onderstaande velden. Dit vergemakkelijkt het bestellen van reserveonderdelen van een Kymco leverancier en functioneert als referentienummer als het voertuig kwijtraakt of wordt gestolen. ID Nummer: Motornummer Het motornummer staat gegraveerd op het carter, zoals te zien is op de afbeelding hiernaast.
Pagina 13
Gebruikersinformatie Framenummer Het framenummer staat op het chassis gegraveerd, zoals op de afbeelding hiernaast. Aluminium typeplaatje Het aluminium typeplaatje kunt u vinden op de hiernaast weergegeven plek.
Besturingssysteem Hoofschakelaar/ stuurslot Bediening van de contactschakelaar en zijn functies: Hoofdschakelaar :Om het stuur te vergrendelen, draait u het stuur helemaal naar links en naar beneden. Draai de sleutel in de juiste positie en verwijder de sleutel. Alle elektrische circuits zijn uitgeschakeld. :Alle elektrische circuits zijn uitgeschakeld. De motor start niet en loopt niet. :Het ontstekingscircuit is "AAN" en de motor kan nu worden gestart. De sleutel kan in deze positie niet worden uitgenomen. :Geeft aan dat de sleutel moet worden ingedrukt om deze actie uit te voeren :Ontgrendelen zadel. 1. De contactsleutel bevindt zich in de “ ” positie (de motor draait), druk de sleutel in en draai hem tegen de klok in van de“ ”...
Besturingssysteem Het zadel vergrendelen Breng het zadel omlaag en druk het passagiersgedeelte naar beneden om de haken van het zadel te activeren. Zorg ervoor Hoofdschakelaar dat het zadel goed dichtzit voordat u gaat rijden. Zorg ervoor dat het zadel gesloten is om leeglopen van de accu te voorkomen. VEILIGHEIDSSLOT Veiligheidsslot sluiten: Veiligheidsslot Druk op de ‘SHUT’ knop (sluitknop) op de contactschakelaar.
Besturingssysteem Veiligheidsslot openen: Steek de specifieke sleutel in totdat de groef op een lijn is met de pin. Draai met de klok mee om het veiligheidsslot te openen. De sleutels hebben een unieke code die op de tag van de sleutels staat weergegeven. Deze code staat om veiligheidsredenen niet op de scooter en is niet opgenomen in de basisdocumentatie van het voertuig. Aangezien deze code vereist is als u vervangende sleutels nodig hebt, dient u deze in het daarvoor bestemde veld in deze gebruikershandleiding te noteren.
Besturingssysteem Zone voor dashboardinstelling Functiezone: • Druk op de ( ︿ ) knop op de rechter stuurschakelaar • VOLT (accuvoltage) → AVE (gemiddeld brandstofverbruik) → (huidige brandstofverbruik) • VOLT → voltage van de acce • AVE → gemiddeld brandstofverbruik (AVE) modus, geeft gemiddeld brandstofverbruik weer (km/L en L/100km), (na het resetten van de dagteller (TRIP), gaat de AVE stand ook naar 0) • Huidig brandstofverbruik, AVE indicator gaat uit en het huidige brandstofverbruik van het voertuig wordt weergegeven (in km/L en L/100km). • Eenheid van brandstofverbruik wijzigen: druk in AVE/ huidig brandstofverbruikweergave op de "O" knop op de rechter stuurschakelaar om te wisselen tussen "km/L" en "L/100km".
Pagina 23
Besturingssysteem ◆ Als u de mijlweergave selecteert, is de weergegeven eenheid MPG, d.w.z. mijl per gallon. ◆ Het gemiddelde brandstofverbruik het huidige brandstofverbruik van het voertuig weergegeven door de meter is alleen ter referentie. Het werkelijke brandstofverbruik is afhankelijk van het werkelijke gedrag van het voertuig. ◆ Als het batterijvoltage lager is dan 12V, betekent dit dat de batterij bijna leeg is en dat er onmiddellijk een controle of herlading nodig is.
Pagina 24
Besturingssysteem 3: Brandstofmeter: geeft het brandstofgehalte in de tank aan. Vul bij met 95 loodvrije benzine als de brandstofmeter de laatste schaal nadert bij "E" (voorkom dat de brandstofpomp droogloopt en schade veroorzaakt). 4: Waterthermometer: als de watertemperatuur H bereikt (Hoogtemp. positie) terwijl het voertuig loopt, betekent dit dat de watertemperatuur abnormaal is. Stop en parkeer uw scooter op een veilige plek, wacht tot het koelwater is afgekoeld voordat u koelvloeistof toevoegt en start de motor opnieuw. Ga naar de KYMCO leverancier bij u in de buurt voor inspectie en onderhoud. Houd er rekening mee dat het rijden op uw scooter met een hoge watertemperatuur kan leiden tot een storing in de motor. 5: Toerenteller: geeft het motortoerental in rpm aan; elke schaal vermenigvuldigd met 1000 tpm.
Pagina 25
Besturingssysteem Dashboard - weergavezone 1: Brandstofindicatie: de brandstofindicator licht op als de brandstofmeter de "E" nadert. 2: Grootlichtindicatielampje: dit lampje brandt wanneer het grootlicht ingeschakeld is. Snelheidsmeter: geeft de voertuigsnelheid aan. 4: SERVICE Waarschuwingsindicator: de olieverversingsindicator (SERVICE icoon) licht op wanneer er 5000 km is afgelegd. Schakel over naar de OIL-modus om het indicatielampje uit te schakelen en de kilometerstanden te resetten. 5: Indicatielamp parkeerrem: dit lampje licht op wanneer de parkeerrem is aangetrokken. 6: ABS-foutindicator: de ABS-foutindicator brandt constant wanneer de sleutel in de ON positive staat; het gaat uit wanneer het voertuig ≧ 10km/u versnelt. 7: Waarschuwingsindicator oliedruk: deze indicator gaat branden als de oliedruk lager is dan normaal. Het indicatielampje gaat branden als de sleutel in de ON-positie wordt gedraaid voordat de motor is gestart. De indicator moet uitgaan als de motor start. Als dat niet gebeurt, dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw KYMCO leverancier.
9: Indicatielampjes richtingaanwijzer: knippert wanneer een richtingaanwijzer wordt gebruikt. Als de ABS-foutindicator blijft branden wanneer de voertuigsnelheid ≧ 10 km/u is, betekent dit dat het ABS-systeem defect is. Ga onmiddellijk naar een plaatselijke KYMCO leverancier voor controle. Toegang tot het noodoe systeem Stap 1 Zie "Download noodoe APP" om de APP te downloaden. Het noodoe-systeem wordt automatisch geïnstalleerd na een succesvolle download. Stap 2 Zie "Bedieningsknoppen stuurschakelaar" voor meer informatie over het bedienen van de knoppen.
Besturingssysteem scooter” en "Upload en creëer noodoe functie". Noodoe functie A Zie "Overzicht APP-functie/creatiemodus" voor een overzicht van de APP functies.
Besturingssysteem Toegang tot het noodoesysteem Stap 1 Zie "Download noodoe APP" om de APP te downloaden. Het noodoe-systeem wordt automatisch geïnstalleerd na een succesvolle download. Download de noodoe APP: Zoek in de Google Play Shop (Android) of App Store (iOS) op "noodoe". ◆ Minimale eisen besturingssysteem: Android 4.4.4. of hoger, iOS 9 of hoger. ◆ Uw smartphone heeft Google ondersteuning nodig om de APP goed te laten werken. Stap 2 Overzicht bedieningsknoppen stuurschakelaar m → om de dashboardfuncties aan beide zijden van het dashboard te bedienen. n → om de noodoe functie op het dashboard te bedienen.
Pagina 29
Besturingssysteem Tijdens het rijden: • Gebruik de ( ︿ ) en ( ﹀ ) knoppen om te wisselen tussen de 3 schermen met noodoefuncties op het dasboard. • Druk op de (O) knop om deze actie te beëindigen. In stilstand: Berichtmelding: • Gebruik de ( ︿ ) en ( ﹀ ) knoppen om berichtmeldingen weer te geven binnen de noodoefunctie op het dashboard. Firday • Druk op de (O) knop om berichtmeldingen te opnenen of te sluiten. Step 3 Scooter koppelen Contactschakelaar ON (Scooter) → zet de schakelaar in de ‘n’ positie (scooter) →...
Besturingssysteem Upload ontwerp Een door de gebruiker ontworpen dashboard kan worden geüpload naar de scooter. • Scherm van mobiele telefoon Upload het ontwerp naar het dashboard van de scooter.
Pagina 31
Besturingssysteem noodoe functie A App functies 1. Social modus: • De gebruiker kan creaties van gebruikers over de hele wereld doorbladeren en verzamelen en deze in het dashboard van het eigen voertuig installeren. • De gebruiker kan elke gemaakte creatie verzamelen of aanpassen, of zijn/ haar eigen dashboard ontwerpen in de scooter-modus. SOCIAL Scooter modus: (dashboard set) • Met de scooter-modus kunt u een bestaande sjabloon naar eigen wens wens aanpassen. • Kies tussen Klok, Weer, Kompas of Snelheid en laat uw creativiteit de vrije loop krijgen. U kunt kleuren en lettertypen wijzigen, uw eigen afbeeldingen uploaden en meer .
Pagina 32
Besturingssysteem • Kies voor navigatie, download de kaart en gebruik de navigatiefunctie. • De functie kan variëren, aangezien de regelgeving in uw land anders kan zijn. Vind mijn scooter • Vergeten waar u geparkeerd staat? Geen probleem, noodoe weet het nog. • Druk op het icoon en de APP leidt u terug naar waar u het laatst geparkeerd heeft. Zowel de Bluetooth, GPS en Internet functies worden op uw smartphone geactiveerd. Er zijn 2 opties in “Vind mijn scooter” modus: 1. Kaartmodus Azimutmodus...
Pagina 33
Besturingssysteem Berichtmelding Zodra de mobiele telefoon is gekoppeld, wordt elk binnenkomend bericht doorgestuurd naar het scooterdashboard. • Tijdens het rijden: Het bericht "For the sake of safety, no message is viewable when you drive the scooter." (voor uw eigen veiligheid is het niet mogelijk berichten te bekijken tijdens het rijden) wordt weergegeven. • In stilstand: Alle berichten die tijdens uw rit worden ontvangen, worden automatisch...
Pagina 35
Besturingssysteem Welkomstverlichting Elke keer dat u uw scooter nadert, zal deze u begroeten met een welkomstlichtje. Dit is erg handig wanneer u op een drukke parkeerplaats of ’s nachts op zoek bent naar uw scooter. WAARSCHUWING ◆ Wanneer u de noodoe-functie gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de batterijen van zowel de mobiele telefoon als het voertuig volledig zijn opgeladen. Als u de motor moet starten om op te laden, doe dit dan op een goed geventileerde plaats.
Pagina 36
Besturingssysteem 6. Het scherm dat getoond werd bij uitschakelen is het eerste scherm dat getoond wordt als het apparaat opnieuw start. 1. Voor het verbeteren van de nauwkeurigheid van het 7. De kompasfunctie wordt geactiveerd met behulp van een weersbericht en lokale informatie, moet u de GPS- en mobiele telefoon. Er kunnen kleine fouten voorkomen netwerkfuncties van uw mobiele telefoon activeren (wanneer er afhankelijk van de frequentie waarmee gegevens worden...
Pagina 37
Besturingssysteem c. Op het scherm ‘vind mijn scooter’ vindt u de a- en b- beperkingen. Het noodoe-systeem activeert het welkomstlicht totdat de gebruiker het scherm ‘vind mijn scooter’ verlaat of de Bluetooth-verbindingsfunctie uitschakelt. Het welkomstlicht blijft gedurende 3 dagen na het uitschakelen in de standby-modus staan. De Bluetooth-functie wordt 3 dagen later uitgeschakeld of wanneer de accuspanning te laag wordt (ongeveer 12V). Wanneer de hoofdschakelaar op OFF (uit) staat, wordt alle informatie verwijderd om het lekken van persoonlijke informatie te voorkomen.
Besturingssysteem Rechter stuurschakelaar 1. Dashboard en noodoe wisselschakelaar: gebruik deze knop om te wisselen tussen de dashboard en noodoeinterface te wisselen. Parkeerschakelaar / Elektrische startknop Dashboard en noodoe bedieningsschakelaar • Als de schakelaar zich in de [m] stand bevindt, zal het bedienen van de ( ︿ ) knop de voertuiginformatie in de linkerbovenhoek van het dashboard veranderen. • Als de schakelaar zich in de [m] stand bevindt, zal het bedienen van de ( ﹀ ) knop de voertuiginformatie in de linkeronderhoek van het dashboard veranderen. • Als de schakelaar zich in de [n] stand bevindt, zal het bedienen van de ( ︿ ) / ( ﹀ ) knoppen de noodoe informatie in het midden van het dashboard veranderen.
Pagina 39
Zet schakelaar in "m" en gebruik ( ︿ ) knop :Druk de schakelaar naar links, de koplamp gaat aan zodra de motor wordt gestart. Parkeerlicht/ Contactschakelaar Parkeerlicht : Druk de schakelaar naar links, alle waarschuwingslichten (4 knipperlichten, links en rechts, voor en achter) gaan knipperen. OFF/ UIT: Druk de schakelaar naar rechts, alle Zet schakelaar in "m" en waarschuwingslichten stoppen met knipperen. gebrui k ( ﹀ ) knop Gebruik de waarschuwingslichten niet voor langere tijd nadat de motor is gestopt om leeglopen van de accu te voorkomen. Elektrische startknop Zet de hoofdschakelaar ON / AAN, denk eraan zowel de remhendels voor en achter aan te trekken; druk de knop in om de motor te starten. Ga om te voorkomen dat de accu vermogen verliest en u de motor niet meer kunt starten naar een KYMCO leverancier als de startmotor minder krachtig wordt.
Besturingssysteem Linker stuurschakelaar • Claxon. • Richtingaanwijzer. • Dim/ grootlicht. Passeerlicht. • • Stopschakelaar motor. • Zadel openen. 1. Claxon: de claxon klinkt als de contactsleutel in de ON/ AAN positie staat, bij “ “ 2: Richtingaanwijzer: gebruik de richtingaanwijzer als u afslaat of van rijbaan verandert. Na nogmaals indrukken stopt de richtingaanwijzer met knipperen. Gebruik wanneer u afslaat naar links : Gebruik wanneer u afslaat naar rechts : Druk op deze knop om de richtingaanwijzer te deactiveren █ : De richtingaanwijzer gaat niet aan als de sleutel zich in de positie bevindt. Omwille van de verkeersveiligheid zal de richtingaanwijzer niet uit zichzelf deactiveren.
Pagina 41
Besturingssysteem 3: Dim/ grootlicht: druk de schakelaar naar 「 」 voor grootlicht en naar voor dimlicht.「 」 for Low Beam. 4: Passeerlicht: het indrukken van deze knop zal het grootlicht activeren. Stopschakelaar motor : In deze positie draait de motor niet en kan deze niet worden gestart, de sleutel moet daarvoor naar de positie worden gedraaid. :In deze positie is het mogelijk de motor te starten. Zet tijdens het rijden de stopschakelaar van de motor in de positie. In geval van nood, zoals verstopping van de brandstofslang of omvallen van het voertuig, zet u de schakelaar in de positie om de motor geforceerd te stoppen. 6: Openen zadel: druk op de knop om de zadelbox te openen.
Besturingssysteem Remhendel achter Remhendel achter De hendel van de achterrem bevindt zich op de linkerkant van het stuur. Trek bij gebruik van de achterrem de achterremhendel met enige kracht aan. WAARSCHUWING Onjuist gebruik is gevaarlijk. De achterremhendel is voorzien van een instelknop, waardoor de ruimte tussen de achterremhendel en het stuur kan worden aangepast. Stel de knop op de juiste positie in en lijn deze uit met de markering op de achterremhendel.
Besturingssysteem Remhendel voor Remhendel voor De hendel van de voorrem bevindt zich op de rechterkant van het stuur. Trek bij gebruik van de voorrem de voorremhendel met enige kracht aan. WAARSCHUWING Onjuist gebruik is gevaarlijk. De voorremhendel is voorzien van een instelknop, waardoor de ruimte tussen de voorremhendel en het stuur kan worden aangepast. Stel de knop op de juiste positie in en lijn deze uit met de markering op de voorremhendel. Aanpassen hendelafstand Om de afstand van de hendel tot de handgreep aan te passen, duwt u de hendel naar voren en draait u aan de instelknop om de getallen uit te lijnen met de markering op de hendel. De afstand van de greep tot de hendel is het kleinst bij nummer 4 en het grootst bij nummer 1.
Besturingssysteem Parkeerremhendel Dit voertuig is voorzien van een parkeerremhendel om de achterband te blokkeren wanneer de scooter op een helling wordt geparkeerd. Parkeerremhendel Draai de parkeerremhendel naar links en klik deze vast. Om te ontgrendelen draait u de hendel naar zijn oorspronkelijke positie. WAARSCHUWING ◆ Gebruik de parkeerremhendel nooit tijdens het rijden. Dit kan leiden tot verlies van controle over de scooter met een ongeluk tot gevolg. Zorg ervoor dat het voertuig volledig is gestopt voordat u de parkeerremhendel gebruikt. ◆ Controleer bij gebruik van de handremarm of de achterband echt niet meer kan bewegen. ◆ Controleer voordat u op uw scooter gaat rijden of de parkeerrem is ontgrendeld, anders kan het uitgangsvermogen worden beïnvloed en kan de parkeerrem beschadigd raken.
Besturingssysteem Helmhaak Aan de voorkant van de zitting zit een helmhaak. Til het zadel op, plaats de gesp van de helm om de haak en sluit het zadel. WAARSCHUWING Rijd NIET op uw scooter met de helm op de haak. De helm kan anderen raken of uw rijgedrag en daarmee uw veiligheid belemmeren. Bagagebox Knop voor opbergruimte Opbergruimte voor Opbergruime openen Druk op de knop bij de opbergruimte en trek de klep naar beneden. Opbergruimte sluiten Druk de klep terug om de opbergruimte te sluiten.
Besturingssysteem Opbergruimte links en rechts van het contactslot Knop voor opbergruimte Vergendelen van de opbergruimte: Wanneer de scooter is gestopt, vergrendel dan het stuur en neem de sleutel uit. Het opbergvak wordt automatisch vergrendeld. Ontgrendelen van de opbergruimte: Steek de sleutel in het sleutelgat en draai naar de “ON” of“OFF” positie. Het opbergvak wordt automatisch ontgrendeld. ◆ De bestuurder kan het slot van het opbergcompartiment gemakkelijk bedienen met de hoofdschakelaar. Knop om zadel te openen ◆ Laat geen waardevolle eigendommen achter in de opbergcompartimenten Bagagebox De bagagebox bevindt zich onder het zadel. De helm en andere voorwerpen kunnen in de bagagedoos worden vervoerd. Openen van de bagagebox 1. Mechanisch: steek de sleutel in de hoofdschakelaar en draai naar de “ ” positie om de bagagebox te openen.
Pagina 47
Besturingssysteem Elektronisch: • Druk op de zadelschakelaar op de linker handgreep om de Openen zadelbox bagagebox te openen. Plaats de helm op een optimale manier. Overschrijding van de capaciteit van de bagagebox kan leiden tot schade aan het zadelscharnier. ◆ Een helm met een afwijkende grootte en vorm past waarschijnlijk niet in de bagagebox. Kies voor een helm die in de bagagebox past.
Besturingssysteem Overschrijd de volgende gewichtslimieten niet: Opbergruimte voor 1.3 kg Bagagebox 10 kg Componenten in de bagagebox: De bagageboxverlichting is voorzien van een lichtgevoelige schakelaar; als de gebruiker vergeet het zadel te sluiten of niet volledig kan worden gesloten, zal het systeem de stroom na een bepaalde tijd automatisch uitschakelen, waardoor vermogensverlies van de batterij wordt voorkomen. Met lichtsensor...
Besturingssysteem Bagageboxverlichting (verstelbare verlichtingshoek): De verlichting gaat automatisch aan als het zadel wordt opgetild en gaat uit wanneer de bagagebox wordt gesloten. LED verlichting bagagebox Windscherm Aanpassen van de hoogte van het windscherm Neem het windscherm niet af met organisch oplosmiddel. Windshield...
Besturingssysteem Het windscherm kan zonder gereedschap worden versteld Verstelbaar windscherm Het windscherm heeft vijf verschillende hoogteaanpassingen. De hoogte van het windscherm instellen: Duw de verstelhendel voor de positie van de windafscherming licht naar voren met uw rechterhand (zoals getoond in Fig. 1). Houd de onderkant van het windscherm in het midden vast (fig. 2) en druk omhoog of omlaag om de hoogte van het windscherm naar wens in te stellen. Laat de hendel voor het afstellen van het windscherm los en fixeer deze. Controleer of het windscherm goed vastzit.
Besturingssysteem USB ingang Dit voertuig is voorzien van een USB-aansluiting. U kunt een apparaat USB ingang met een laag stroomverbruik aansluiten om op te laden terwijl de motor draait. WAARSCHUWING ◆ Om elektrocutie of kortsluiting te voorkomen, moet u de beschermdop terugplaatsen na gebruik van de USB-aansluiting. ◆ Om ongelukken te voorkomen, dient u de scooter op een veilige locatie te parkeren voordat u de USB-aansluiting gebruikt. ◆ De USB aansluiting kan alleen worden gebruikt terwijl de motor draait. ◆ Om te voorkomen dat de batterij leegraakt, laadt u een apparaat niet op via de USB-aansluiting zonder dat de motor draait. ◆ Laad een product met een vermogen van meer dan 10W niet op via de USB-aansluiting, de zekering kan doorbanden. Als tijdens het laden oververhitting optreedt, schakelt het systeem automatisch de stroomtoevoer uit.
WAARSCHUWING ◆ Zorg dat de hoofdstandaard volledig is opgeklapt voordat u op de scooter gaat rijden. ◆ De hoofdstandaard mag tijdens het rijden niet in contact komen met de grond, omdat dit de bestuurbaarheid van de motor kan beïnvloeden. ◆ Als de steunveer te zwak wordt, kan de hoofdstandaard niet terugspringen naar zijn oorspronkelijke positie. Ga in dat geval zo snel mogelijk naar een KYMCO leverancier om deze te laten vervangen.
Besturingssysteem OPHANGING Elke schokdemper op uw scooter heeft 5 veervoorspanningsposities om in te spelen op verschillende rijomstandigheden. Gebruik een haaksleutel om de veervoorspanning van de achterste schikdemper aan te passen. Positie 1 is bedoeld voor een lichte belasting en goede wegomstandigheden. Positie 3 tot 5 verhogen de veervoorspanning voor een stijvere achterwielophanging en kunnen worden gebruikt wanneer de scooter zwaar beladen is. Zorg ervoor beide schokdempers op dezelfde veervoorspanningsposities aan te passen.
Besturingssysteem Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linkerkant van de scooter; duw de zijstandaard naar beneden of omhoog met uw voet. De motor kan niet worden gestart als de zijstandaard uitgeklapt is. ◆ De zijstandaard maakt deel uit van het blokkeermechanisme; de bestuurder moet de zijstandaard omhoog duwen voordat hij met het voertuig gaat rijden. Als deze functie inactief wordt, dient u naar een KYMCO leverancier te gaan voor reparatie. ◆ Rijd NIET met het voertuig als de zijstandaard niet inklapt; als de zijstandaard de grond raakt, kan de bestuurder de controle over het voertuig verliezen. Beschermkap brandstoftank/ Brandstofvuldop Openen van de beschermkap Beschermkap Draai de contactschakelaar naar de OFF/UIT positie, draai de knop helemaal met de klok mee om de beschermkap van de brandstoftank te openen. Open de brandstofvuldop en draai deze naar rechts.
Besturingssysteem Sluiten van de beschermkap Draai de brandstofvuldop terug, zorg ervoor dat de tankdop in positie is voordat u de beschermkap van de brandstoftank terugduwt; zorg dat de beschermkap van de brandstoftank stevig dichtzit. Om brand door brandstofoverloop te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat de brandstofvuldop na het tanken volledig is vergrendeld. Vergrendelen Openen...
Besturingssysteem ABS (Anti-lock Braking System) ABS-indicator: ABS is een dubbel elektronisch regelsysteem dat respectievelijk de voor- en achterrem aanstuurt. Wanneer het ABS-systeem is geactiveerd, kan de bestuurder dit voelen door pulsaties in de handgrepen. Deze dienen in dat geval constant te worden vastgehouden, zonder "aantrekken en loslaten", anders wordt het ABS-effect tenietgedaan. De ABS-indicator bevindt zich op de weergavezone van het dashboard (zoals weergegeven in de afbeelding); het licht op als de hoofdschakelaar is geactiveerd en gaat niet automatisch uit. De ABS-indicator gaat alleen uit als de motor is gestart en het voertuig een snelheid van meer dan 10 km/u heeft bereikt. ABS wordt geregeld door de ECU (motorregelsysteem); als het ABS- systeem uitvalt, gaat de ABS-indicator branden; het ABS-systeem kan zijn functie verliezen, maar de originele rem werkt nog steeds; het ABS-systeem hervat de normale remfuncties. ◆ Wanneer u op een ruw of kiezelig wegdek rijdt, wordt de ABS- remweg langer. ◆ Houd altijd een veilige afstand aan tot voertuigen voor u. ◆ Het ABS-systeem presteert optimaal bij een langere remweg.
Pagina 57
◆ Wanneer de stroom van de hoofdschakelaar wordt geactiveerd zelfs tot een ongeluk als gevolg van een onjuiste activering van of de snelheid van het voertuig hoger is dan 10 km/u, voert het het ABS-systeem. U dient daarom banden te gebruiken die ABS-systeem een zelfdiagnose uit. Tijdens deze zelfdiagnose kan voldoen aan de specificaties van KYMCO. een trilling voelbaar zijn op de remhendel als u deze zachtjes ◆ Wanneer ABS wordt geactiveerd, kunt u een lichte trilling voelen aantrekt, wat een normaal verschijnsel is. op de remhendels. Dit is normaal. ◆ Het wordt daarom aangeraden om op te letten als u remt in ◆...
Besturingssysteem Sensor Dit voertuig is uitgerust met een O Sensor om de vorming van vervuilende stoffen in de uitlaatgassen tegen te gaan. Demonteer of vervang de O Sensor niet zelf, dit kan de Sensor effectiviteit van de sensor negatief beïnvloeden. Uitlaat en driewegkatalysator De driewegkatalysator gaat de vorming van vervuilende stoffen in de uitlaatgassen tegen te gaan. Na gebruik van de scooter is het uitlaatsysteem extreem heet. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om brand te voorkomen: Parkeer de scooter op de juiste manier zodat voetgangers of ◆ kinderen niet met de uitlaat in aanraking komen. Parkeer de scooter niet in de buurt van ontvlambare stoffen. ◆...
Besturingssysteem Zorg dat het uitlaatsysteem is afgekoeld voordat u onderhoud ◆ pleegt. Zet de hoofdschakelaar nooit uit tijdens het rijden. Er zal dan ◆ namelijk een grote hoeveelheid onverbrand gasmengsel in de uitlaat komen en daar verbranden, waardoor de katalysator beschadigd raakt en verbrandt. Gebruik alleen loodvrije benzine; gelode benzine kan leiden tot ◆ achteruitgang en uitval van de katalysator. Emissiecontrolesysteem Om te voldoen aan de EPA-uitlaatemissienormen is de scooter uitgerust met de volgende onderdelen binnen het emissiecontrolesysteem: Elektronische regeleenheid (ECU) ◆...
Correct gebruik Correct gebruik Starten van de motor Motorstopschakelaar Klap de hoofdstandaard in voordat u de motor start ◆ Controleer het olie- en brandstofpeil voordat u de motor start ◆ Motorstopschakelaar :De motor zal stoppen en kan niet gestart worden als de schakelaar in deze positie staat. Starten van de motor is alleen mogelijk als de sleutel in de positie staat. :Met de contactschakelaar in deze positie kan de motor worden gestart. ◆ De hoofdstroom wordt onderbroken wanneer de motorstopschakelaar in de positie staat, de motor zal daarom niet activeren als u de remhendel aantrekt en de startknop indrukt. ◆ De motorstopschakelaar is alleen bedoeld voor een tijdelijke motorstop.
Correct gebruik 6. Houd de voorremhendel of achterremhendel ingetrokken en druk op de startknop om de motor te starten. 7. Als starten moeizaam gaat, laat dan de startknop los en wacht een paar seconden voordat u het opnieuw probeert. Elke poging mag niet langer duren dan 5 seconden om de batterij te sparen. ◆ Laat de startknop onmiddellijk los wanneer de motor start. ◆ Druk nooit op de startknop wanneer de motor draait, anders kunnen motoronderdelen beschadigd raken. ◆ Bij het starten van de motor moet de achterremhendel in de remstand worden gezet, het remlicht licht op wanneer de stroom wordt ingeschakeld.
Pagina 63
Correct gebruik Verminder uw brandstofverbruik Correcte rijgewoonten beperken uw brandstofgebruik. De volgende maatregelen helpen hierbij: Accelereer niet met een hoog toerental. ◆ Vermijd een hoog toerental als de scooter niet beladen is. ◆ Als de motor lang stationair moet draaien omdat u wacht voor ◆ een stoplicht of een spoorwegovergang of in de file staat, kunt u de motor beter uitzetten.
Pagina 64
Correct gebruik Correct gebruik Houd de achterremhendel aangetrokken en duw het voertuig naar voren. De hoofdstandaard klapt automatisch in. ◆ Het is gevaarlijk om het toerental van de motor te verhogen zonder te rijden. Stap op vanaf de linkerzijde, ga rechtop zitten, laat uw linkervoet op de grond staan om te voorkomen dat u omvalt en zet de achteruitkijkspiegel goed. Houd de achterremhendel ingetrokken voordat u gaat rijden. Verhoog het toerental niet naar willekeur.
Pagina 65
Correct gebruik Laat de voorremhendel en achterremhendel los. Draai niet zomaar aan de gashendel nadat u de remhendels heeft losgelaten, het voertuig kan wegschieten. Draai de gashendel om de snelheid van de scooter aan te passen. Draai om de snelheid te verhogen. Open de gashendel geleidelijk. Als u op een helling omhoog rijdt, draait u langzaam aan de gashendel om het vermogen te verhogen. Draai de gashendel naar de originele positie om de snelheid te verlagen. ◆ Vermijd het plotseling verhogen van de snelheid als de motor koud is, zo verlengt u de levensduur van de motor. ◆ Draai niet te snel aan de gashendel om te voorkomen dat het voertuig wegschiet.
Correct gebruik De juiste rijmethode Schakel voordat u wegrijdt de richtingaanwijzer in, controleer de verkeersomstandigheden in beide richtingen en draai langzaam aan de gashendel. Inloopperiode De inloopperiode van een nieuwe motor is 300km; rijd tijdens ◆ deze periode niet harder dan 80 km/u. Rijden op hoge snelheid tijdens de inloopperiode kan resulteren in voortijdige slijtage van motoronderdelen. Remmen Voorrem Sluit de gashendel volledig voordat u de rem gebruikt. 2. Trek beide gashendels gelijktijdig aan en oefen geleidelijk steeds meer kracht uit om de remmen te activeren. ◆ Een nat of zanderig wegdek zorgt voor een langere remweg en remmen in deze omstandigheden is moeilijker. ◆ Verlaag uw snelheid op bergwegen; het is moeilijker en gevaarlijker om op een helling te remmen.
Pagina 67
Correct gebruik Achterrem Sluit de gashendel volledig voordat u de rem gebruikt. 2. Trek beide gashendels gelijktijdig aan en oefen geleidelijk steeds meer kracht uit om de remmen te activeren. ◆ Een nat of zanderig wegdek zorgt voor een langere remweg en remmen in deze omstandigheden is moeilijker. ◆ Verlaag uw snelheid op bergwegen; het is moeilijker en gevaarlijker om op een helling te remmen. Vermijd abrupt sturen of remmen Abrupt sturen of remmen kan tot gevolg hebben dat de scooter gaat slippen of omvalt. Vermijd krachtig of plotseling remmen, vooral wanneer het voertuig opzij gekanteld is. Dit kan tot gevolg hebben dat de scooter gaat slippen of omvalt. Neem extra voorzorgsmaatregelen als u rijdt in de regen. Als u op een nat wegdek rijdt is de remafstand langer. U dient uw snelheid te verlagen en op een geavanceerde manier remmen.
Pagina 68
Correct gebruik Als u een helling afrijdt, sluit u de gashendel en trekt u de rem met tussenpozen aan om de snelheid te verlagen. Natte wegen, spoorwegovergangen, putdeksels en stalen platen die op een bouwterrein worden gebruikt zijn erg glad, verlaag uw snelheid en let extra op als u eroverheen rijdt. Het voertuig parkeren Ga op een vlakke ondergrond aan de linkerkant van de scooter ◆ staan met uw voet tegen de hoofdstandaard. Zorg dat u op een vlakke ondergrond parkeert zonder het verkeer ◆ te hinderen. Parkeren op een ongelijke ondergrond kan tot gevolg hebben dat ◆ de scooter omvalt. Pak het stuur vast met uw linkerhand en houd het recht, stap ◆ met de rechtervoet op de standaard en trek met de rechterhand de achterkant van de scooter krachtig omhoog.
Pagina 69
Correct gebruik Schakel het stuurslot in en zet de contactschakelaar uit als u het ◆ voertuig parkeert om diefstal te voorkomen. Het voertuig is omgevallen Als het voertuig is omgevallen en de motor is gestopt, dient u de hoofdschakelaar in en uit te schakelen voordat u de motor opnieuw start. Om brand door gelekte brandstof te voorkomen, stopt te motor automatisch als het voertuig meer dan 65 ° kantelt...
2. Neem de oliepeilstok uit en veeg hem schoon, plaats de peilstok ◆ Raadpleeg een KYMCO leverancier als u niet bekend bent met het terug zonder vast te schroeven. controleren en onderhouden van scooters. 3. Controleer het oliepeil. Wanneer het niveau de onderste limiet ◆ Letsel of elektrocutie kan optreden als een lichaamsdeel of nadert, vul dan bij tot een middelhoog niveau tussen de bovenste kleding een draaiende motor raakt. Stop de motor tijdens en onderste limiet.
Pagina 72
Controles voor het rijden De motor en uitlaat zijn extreem heet. Wees extra voorzichtig tijdens het controleren van het oliepeil. Aanbevolen motorolie Specificatie: SAE: 5W/50 MA API: SL Klasse of hoger Eerste olievervanging: na 1,000 km. Daarna elke 5000 km. ◆ Er zijn veel inferieure oliën op de markt die motorproblemen kunnen veroorzaken. ◆ Om ervoor te zorgen dat de olie van uw geliefde voertuig wordt vervangen volgens de aanbevolen specificaties, gaat u naar de leverancier waar u uw voertuig hebt gekocht. ◆ Een schuinstaand voertuig kan leiden tot een foutieve registratie van het oliepeil. ◆ Als u de olie controleert of vervangt direct na het afzetten van de motor, let dan extra op dat u zich niet verbrandt.
Controles voor het rijden Controleren/ bijvullen brandstof ◆ Vul de brandstof zo snel mogelijk bij als de brandstofindicator op het dashboard het laatste segment nadert, nabij E. ◆ Vul zo snel mogelijk bij met # 95 loodvrije benzine Gebruik van de brandstofvuldop: Stop eerst de motor. 1. Draai de hoofdschakelaar naar de OFF/UIT positie. Blijf met de klok meedraaien om de beschermkap van de brandstoftank te openen. Open daarna de vuldop. Gebruik alleen #95 ongelode benzine, of beter 3. Draai de vuldop terug totdat deze op de oorspronkelijke positie vergrendeld is. ◆ ROOK NIET tijdens het bijvullen van de brandstof. ◆ Stop de motor wanneer u de brandstof bijvult. ◆ Vul de brandstof niet bij tot voorbij het maximale niveau om overloop en lekkage te voorkomen. ◆ Het wordt aanbevolen om elke 10.000 km Kymco Nozzle Cleaner aan de brandstof toe te voegen om het brandstofinjectiesysteem te reinigen. ◆ Vermijd langdurig gebruik van de brandstofpomp als de brandstoftank leeg is. Dit kan een negatieve invloed hebben op de levensduur van de brandstoftank.
Controles voor het rijden Controleren stuurinrichting Controleer op eventuele speling door het stuur op en neer, vooruit en ◆ achteruit, en naar links en rechts te bewegen. Controleer of het stuur te strak zit. ◆ Controleer of het stuur ergens klemt. ◆ Als u een afwijking vindt, dient u voor reparatie naar een KYMCO- ◆ leverancier of een servicestation te gaan. Controleren en afstellen remmen 1. Stel de remhendelspeling in met behulp van de afstelknop (totaal 4 instelposities). 2. Druk de remhendel naar voren terwijl u aan de afstelknop draait (standaardinstelling is 2). 3. Trek na het afstellen aan de remhendel (1) tot u een comfortabele positie bereikt; controleer of de speling aan de voorkant van de remhendel zich binnen de opgegeven afstand bevindt.
Controles voor het rijden Controleren remvloeistof voor 1. Zet het stuur recht en controleer de remvloeistof in het rechterreservoir. Zorg dat het vloeistofniveau tussen de bovenste en onderste markering blijft. 2. Als het vloeistofniveau daalt tot nabij de onderste markering, controleer dan de remvoering op slijtage. 3. Als de remvoering niet bovenmatig is versleten dan is er hoogstwaarschijnlijk sprake van een lek; ga naar een leverancier voor reparatie. Bijvullen remvloeistof voor Zet het stuur recht, draai de 2 schroeven uit het reservoir en verwijder de berschermdop.
Controles voor het rijden Controleren remvoering Remschijf Controleer de remvoeringslijtage Is er voldoende effectief remvermogen? ◆ Controleer het remvermogen van de voorrem bij lage snelheid Remvoering ◆ Controleren remvoering achter Controleer de remvoeringslijtage Remschijf Is er voldoende effectief remvermogen? ◆ Controleer het remvermogen van de achterrem bij lage snelheid ◆ Remvoering...
Vervang de band als een van de metingen lager is dan de gestelde gebruiksgrens. Zorg ervoor dat het wiel goed in balans is als u de band Met 1 bestuurder vervangt. Voorband 2.0 kgf/cm Achterband 2.25 kgf/cm Met 2 personen Controleer het profiel op slijtage Voorband 2.0 kgf/cm Achterband 2.25 kgf/cm Controleer het loopvlakpatroon op slijtage Controleer de banden voor elke rit. Als u een dwarse lijn, spijker, glas of scheurlijn op de zijwand van de band vindt, ga dan naar KYMCO- Gebruiksgrenzen: Specificaties: leverancier voor vervanging. Overmatige slijtage van het profiel van de Voorband 1.6 mm Voorband band vermindert de wrijving en kan ervoor zorgen dat de band sneller Achterband 2.0 mm 120/70-R15 lek raakt, daarnaast beïnvloed het de bestuurbaarheid. Achterband 150/70-R14...
Controles voor het rijden Controleren remlicht Draai de hoofdschakelaar naar de ON/AAN positie. ◆ Trek respectievelijk de voor- en achterremhendel aan, controleer ◆ of het remlicht aangaat. Controleer het remlicht op vlekken of beschadigingen Draai de hoofdschakelaar naar de ON/AANpositie en de motorstopschakelaar naar de OFF/UIT positie. Remlicht Achterlicht Controleren achterlicht Draai de hoofdschakelaar naar de ON/AAN positie. ◆ Controleer of het achterlicht oplicht. ◆ Controleer het achterlicht op vlekken of beschadigingen. ◆ Controleren richtingaanwijzer Draai de hoofdschakelaar naar de ON/AAN positie. ◆ Bedien de richtingaanwijzerschakelaar om te controleren of de ◆ richtingaanwijzers werken. Controleer de richtingaanwijzers op vlekken of beschadigingen. ◆...
Controles voor het rijden Controleren koplamp Draai de hoofdschakelaar naar de positie. ◆ Zet de koplampschakelaar aan. ◆ Start de motor. ◆ Controleer of de koplamp aan gaat. ◆ Controleer de koplamp op vlekken of beschadigingen. ◆ Koplamp Controleren dagrijverlichting Draai de hoofdschakelaar naar de positie. ◆ Controleer of de dagrijverlichting aan gaat. ◆ Controleer de dagrijverlichting op vlekken of beschadigingen. ◆...
Controles voor het rijden Controleren richtingaanwijzers Draai de hoofdschakelaar in de “ positie. ” ◆ Bedien de schakelaar van de richtingaanwijzers om te controleren ◆ of deze werken. Controleer de richtingaanwijzers op vlekken of beschadigingen. ◆ Controleren vering voor/achter Oefen kracht uit op het stuur en het zadel en schud het voertuig op Richtingaanwijzers en neer, controleer of de vering normaal werkt. ◆ Controleer of de koplamp, het achterlicht en de richtingaanwijzers normaal werken. Start de motor en bedien de schakelaars. Controleer of de koplamp, het achterlicht en de richtingaanwijzers normaal werken en controleer het oppervlak van de lampen op vlekken of beschadigingen. ◆...
Controles voor het rijden Controleer de kentekenplaat op vlekken of schade. Zorg ervoor dat deze stevig is bevestigd. ◆ Controleer of het uitlaatgas normaal is. Controleer de uitlaat op loszitten of abnormaal geluid. ◆ Overige, controleer of eerdere afwijkingen nog steeds bestaan. Zijstandaard Naast het parkeren van het voertuig, biedt de zijstandaard een extra veiligheidsfunctie: wanneer deze uit wordt geklapt, wordt de motor automatisch uitgeschakeld. <Controlemethode> Controleren van de automatische motorstopfunctie van de zijstandaard. Klap de middenstandaard uit op een vlakke ondergrond. Klap de zijstandaard op en start de motor. 3. Klap de zijstandaard naar beneden en de motor zal automatisch stoppen. Als er problemen optreden bij gebruik van de zijstandaard, gaat u naar een KYMCO-leverancier voor controle.
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie Vereenvoudigd onderhoud en reparatie Periodieke checks ◆ Om comfortabel op uw scooter te kunnen rijden is het noodzakelijk om het voertuig regelmatig te controleren. Ga naar een KYMCO-leverancier of een servicestation voor service en onderhoud. ◆ Raadpleeg gebruikershandleiding voor het onderhoudsschema en controlepunten. ◆ De scooter dient ook regelmatig gecontroleerd te worden als deze langere tijd niet wordt gebruikt.
Pagina 84
XCTING 400i-scooter in topconditie te Vervang elke 2 jaar. Vervanging vereist technische vaardigheid. houden. Onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de KYMCO-normen en specificaties door goed opgeleide en uitgeruste technici. Uw KYMCO leverancier voldoet aan al deze eisen. * Moet worden onderhouden door uw KYMCO leverancier, tenzij u over de juiste gereedschappen en servicegegevens beschikt en technisch gekwalificeerd bent. * * In het belang van de veiligheid raden wij aan dat deze onderdelen alleen door uw KYMCO leverancier worden nagekeken. KYMCO raadt aan uw KYMCO leverancier na onderhoud altijd een rijtest uitvoert.
Pagina 85
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie KILOMETERSTAND → WAT ZICH FREQUENTIE X 1000km HET EERST VOORDOET X 1000mi 0.6 ONDERDEEL Notitie Maanden * LUCHTFILTER Notitie 2 * FILTERELEMENT V-SNAAR BOUGIES * WERKING GASHENDEL * KLEPSPELING * BRANDSTOFSLANG CARTERFILTER Notitie 3 * MOTOROLIE * OLIEZEEF * MOTOROLIEFILTER * STATIONAIR TOERENTAL * TRANSMISSIEVLOEISTOF Notitie 5 * AANDRIJFRIEM Notitie 4...
Pagina 86
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie KILOMETERSTAND → WAT ZICH FREQUENTIE X 1000km HET EERST VOORDOET X 1000mi 0.6 ONDERDEEL Notitie Maanden ** SLIJTAGE REMVOERING REMVLOEISTOF Notitie 7 SLIJTAGE REMBLOKKEN REMSYSTEEM * REMLICHTSCHAKELAAR ** STUURLAGERS * STAND KOPLAMP * MOEREN, BOUTEN ** WIELEN/ BANDEN ** KOELVLOEISTOF Note6 ** INJECTOR...
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie Controle accu Dit voertuig is voorzien van een onderhoudsvrije accu, deze hoeft niet bijgevuld te worden. Controleer de accuspanning: Controleer met een voltmeter, de accuspanning moet meer zijn dan 12V. Verwijder de accu en laad deze volledig op als het voltage te laag is. Vervangen – verwijderen en terugplaatsen accuklep Verwijderen van de accu Draai de schroeven los en verwijder deze Open de accuklep Neem de accubox uit Verwijder de accu Plaats de batterij terug door deze stappen in omgekeerde volgorde uit te voeren. ◆ De batterij heeft de neiging zichzelf te ontladen en zwakker te worden wanneer het voertuig lange tijd niet wordt gebruikt. Haal de batterij uit het voertuig en laad hem volledig op; bewaar vervolgens op een koele en goed geventileerde plaats.
Pagina 88
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie ◆ Verwijder de draad aangesloten op de negatieve pool van de accu als het voertuig naar verwachting lange tijd niet gebruikt wordt. ◆ Een lage batterijspanning wordt weergegeven op het dashboard; u dient in dat geval de batterij te verwijderen en volledig op te laden of naar een KYMCO-servicestation te gaan voor onderhoud. ◆ Als de batterij langer dan 2 maanden wordt opgeslagen, moet Scharnier accubox deze maandelijks worden gecontroleerd en indien nodig opnieuw worden opgeladen. ◆ Wanneer u een opgeslagen batterij opnieuw gebruikt, moet u deze volledig opladen voordat u deze installeert.
ZEKERING B : 15 A (CONTACTSCHAKELAAR, BOBINE, BRANDSTOF, POMP schoon water en zoek onmiddellijk medische hulp. HOEKSENSOR, VENTILATIEMOTOR) 2. De accu zal explosieve waterstof genereren en moet daarom uit de buurt van vuurbronnen worden gehouden (bijv. vonken, vlammen ZEKERING C : 30 A ( OPLADEN ) of brandende sigaretten). Zorg voor voldoende ventilatie als u de accu oplaadt in een afgesloten ruimte. ZEKERING D : 25 A ( ABS MOTOR ) 3. Bewaar de accu op een plaats waar kinderen niet kunnen komen. 4. De accu bevindt zich onder het windscherm. Verwijderen van het ZEKERING E : 15 A ( KOPLAMP , KLOK ) windscherm en de dashboardkap geeft u toegang tot de accu. ZEKERING F : 10 A ( ABS ECU ) Wanneer de accu bijna leeg is, dient u onmiddellijk naar een KYMCO-leverancier te gaan om deze opnieuw op te laden. Houd ZEKERING H : 5 A ( WAARSCHUWINGSLICHT, MAGNEET, KLEPCONTROLE ) er rekening mee dat hoe meer extra apparatuur er op de scooter is geïnstalleerd, hoe sneller de batterij leeg raakt. Zekeringen vervangen De zekeringen bevinden zich boven de accu. Verwijder de accuklep om toegang te krijgen tot de zekeringen...
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie ◆ Vervang elektrische onderdelen (verlichting, meters) alleen door onderdelen met een passende nominale stroom. ◆ Als u een onjuiste zekering gebruikt, kan deze gemakkelijk doorbranden of het opladen van de accu beïnvloeden. ◆ Maak de scooter niet schoon met een waterstraal onder hoge druk. Luchtfilterelement Vervang het luchtfilterelement zoals gespecificeerd in het onderhoudsschema. Controleer en vervang het luchtfilterelement Schroef (x9) vaker als het voertuig vaak wordt gebruikt in een stoffige of vochtige omgeving. Het luchtfilterelement vervangen Verwijder de buitenste bekleding van de scooter. Verwijder de luchtfilterkap. Draai de schroeven los en verwijder het filterelement. Plaats een nieuw filterelement. Plaats de luchtfilterkap terug en draai de schroeven aan. Plaats de bekleding van de scooter terug. Luchtfilterkap...
Pagina 91
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie Voorzorgsmaatregelen bij vervangen van het luchtfilterelement: Zorg ervoor dat het luchtfilterelement correct in de behuizing is ◆ geplaatst. Start de motor niet als het luchtfilterelement niet is ◆ geïnstalleerd, anders kan er vuile lucht in de motor komen en abnormale slijtage veroorzaken. Maak het luchtfilterelement niet nat tijdens het reinigen van het ◆ voertuig, anders kan het starten van de motor worden bemoeilijkt. Luchtfilterelement...
Interval voor vervangen olie Eerste keer vervangen na 1,000km; daarna elke 5000km. Om het motorvermogen optimaal te houden, controleert u het oliepeil om de 5.000 km. Vul bij tot het standaard niveau indien nodig. Oliecapaciteit: Volledige capaciteit: 1.5L (full capacity) Uitwisselcapaciteit: 1.3L ◆ Als het voertuig zelden wordt gebruikt en na 1 jaar de afstand van 5000km nog niet is bereikt raden we aan de olie wel te vervangen, omdat de kwaliteit na verloop van tijd kan afnemen en de motor hierdoor kan beschadigen. ◆ De jaarlijkse controles moeten elk jaar worden uitgevoerd. Ga naar een KYMCO-leverancier voor het vervangen van de olie om gebruik van slechte olie te voorkomen. Olie vervangen Verwijder de oliepeilstok. • Verwijder de aftapplug en laat alle olie weglopen. Aftapplug Laten leeglopen gaat makkelijker met een warme motor. •...
Pagina 93
Veroorzaakt snellere verslechtering van de motorolie. • Te weinig olie - Er komt minder olie bij de bewegende delen van de motor. Dit kan slijtage en beschadiging van de onderdelen ◆ We raden aan originele KYMCO 4-takt motorolie te gebruiken. veroorzaken. ◆ De volgende omstandigheden kunnen verslechtering van de • Meng geen olie van verschillende merken, klassen of olie met lage olie versnellen, een vroegtijdige olieverversing wordt kwaliteit; dit kan motorstoringen veroorzaken. geadviseerd. Aan KYMCO motorolie worden additieven (alcohol etc.) • Vaak rijden op kiezelige wegen. ◆ toegevoegd tijdens het productieproces. • Vaak korte afstanden afleggen. Het willekeurig mengen van zelf aangeschafte additieven kan de ◆ • Vaak stationair laten draaien. olie aantasten, de smerende eigenschappen beïnvloeden en de •...
Pagina 94
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie Motorolie Aanbevolen motorolie Gebruik een viertaktmotorolie van topkwaliteit om een langere levensduur van uw scooter te garanderen. Gebruik alleen oliën met een SJ-score hoger dan de API-serviceclassificatie. Viscositeit motorolie: SAE 5W-50 Als deze viscositeit niet beschikbaar is, selecteert u een alternatieve motorolie volgens de grafiek hiernaast. Capaciteit motorolie: 1,5 L Inspectie van het motorolieniveau Controleer het motoroliepeil elke dag voordat u op uw scooter gaat rijden. Het niveau moet tussen de markeringen op de olievuldop/ peilstok blijven.
Pagina 95
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie 3. Verwijder na enkele minuten de olievuldop / peilstok, veeg hem schoon en plaats de olievuldop / peilstok opnieuw zonder deze vast te schroeven. Verwijder de olievuldop / peilstok. Het oliepeil moet tussen de bovenste en onderste markering op de olievuldop / peilstok staan. 4. Voeg indien nodig olie toe, zodat het oliepeil de bovenste markering op de peilstok raakt. Niet overvullen. 5. Plaats de olievuldop / peilstok terug. Controleer op lekken. De motor en de bijbehorende componenten kunnen erg heet worden. Wees voorzichtig bij het inspecteren van het oliepeil, zodat u uzelf niet brandt. Laat indien nodig de motor en het uitlaatsysteem afkoelen voordat u in die gebieden gaat werken.
Pagina 96
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie Vervangen transmissievloeistof Plaats de scooter op de middenstandaard. Verwijder de aftapplug voor de transmissievloeistof. Aftapplug 3. Verwijder de vulbout en draai vervolgens langzaam aan het achterwiel om de vloeistof af te tappen. 4. Vul de transmissie met de aanbevolen vloeistof tot onderstaande capaciteit. Transmissievloeistoftype: SAE 90 Transmissievloeistofcapaciteit: 0,23 l Transmissievloeistof uitwisselingscapaciteit: 0,21 L 5. Plaats de vulbout terug aan en draai deze vast volgens het aangegeven aanhaalmoment. Filler Bolt...
Pagina 97
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie Afvoer carterfilter Uw scooter heeft een afvoerbuis waarmee u water en olie kunt afvoeren die in de luchtfilter zijn gecondenseerd. Als u ziet dat vocht zich heeft verzameld in de transparante afvoerbuis, verwijdert u de plug en laat u de vloeistof in een geschikte container lopen. Na het aftappen plaatst u de plug terug. U dient de afvoer van de carter vaker leeg te maken als u in de regen of vaak op vol gas rijdt, of nadat de scooter is gewassen of omgevallen is. Ruim dit residu op een milieuvriendelijke manier op.
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie Controle en aanpassen bougie Vuile elektroden of een te grote elektrodenafstand kunnen tot gevolg hebben dat er geen goede vonk ontstaat. Reinigingsmethode U kunt de bougie het beste schoonmaken met een bougiereiniger. Als die niet beschikbaar is, kunt u een naaldborstel gebruiken. Verstellen De normale elektrodenafstand is 0.7~0.8mm (zie afbeelding). Te gebruiken bougie: (NGK) CR7E Gebruik geen andere bougie. ◆ De motor is erg heet net nadat deze is gestopt, let op dat u zich niet verbrandt. ◆ Draai de plug eerst met de hand vast en ga verder met een bougiesleutel. Controle koelvloeistof Controleer het koelvloeistofpeil voordat u gaat rijden. Vervang de Boven grens koelvloeistof zoals gespecificeerd in het onderhoudsschema. Onder Controleren koelvloeistofpeil grens 1. Parkeer het voertuig op de middenstandaard op een vlakke ondergrond.
Pagina 99
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie ◆ De temperatuur van de motor kan een onjuiste aflezing van het koelvloeistofniveau veroorzaken. Controleer het koelvloeistofniveau nadat de motor is afgekoeld. ◆ Als het voertuig niet recht staat, kan dit tot gevolg hebben dat u het koelvloeistofniveau niet goed kunt aflezen. 2. Controleer het koelvloeistofniveau door het kijkglas. Zorg ervoor dat het niveau zich tussen de "F" en "L" markeringen bevindt. ◆ Controleer voor het rijden de radiator(buis) op lekkage. ◆ Controleer de grond waarop het voertuig geparkeerd staat op gelekte vloeistof. ◆ Controleer voordat gaat rijden de vinnen en het rooster van de radiator op vreemde voorwerpen. Vreemde voorwerpen kunnen de koelfunctie verminderen of zelfs schade aan het voertuig of de motor veroorzaken.
Pagina 100
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie Koelvloeistof bijvullen (Vullen van de koeleenheid) Zorg dat het voertuig rechtop op een vlakke ondergrond staat. 2. Open het radiatorreservoir (verwijder de schroef en beschermklep), vul het water bij tot de bovengrens. Als het koelvloeistofniveau zeer laag staat, is er iets mis. Ga naar een KYMCO-leverancier voor controle en reparatie. Radiator Cap ◆ De watertemperatuur is erg hoog direct na het rijden, open de dop van de radiator niet. ◆ Gebruik zacht water om koelvloeistof te mengen. ◆ Het gebruik van koelvloeistof van slechte kwaliteit kan de levensduur van de radiator verkorten. Wees alstublieft voorzichtig. ◆ Vervang de koelvloeistof in de radiator elke 10 000 km. ◆ Voeg de juiste hoeveelheid koelvloeistof toe om goede prestaties van het koelsysteem te garanderen. In geval van storing: Ga naar een KYMCO-leverancier voor controle en reparatie als er een fout optreedt tijdens het rijden. Gebruik alleen originele onderdelen. Controleer op de volgende punten als de motor niet start of de motor stopt tijdens het rijden. ◆ Is er voldoende brandstof? ◆ Nadert de brandstofmeter het segment bij “E”? Vul bij met 95 loodvrije benzine of beter.
Pagina 101
Vereenvoudigd onderhoud en reparatie Noodoe Fabrikant Kwang Yang Motor Co., Ltd report FCC 2AM4E-37130-LGC6 005-101624 JRF MSIP-CMM-KYm-37130-LGC6 KCC CCAN17LP0260T0 NCC CMIIT ID: 2017DJ4304 SRRC...