• Roken is verboden tijdens het bijvullen van brandstof.
• Schakel de motor uit wanneer u brandstof bijvult.
• Bij het op- en afstappen dient de bijrijder extra
voorzichtig te zijn om te voorkomen dat hij/zij zich
verbrandt aan de hete uitlaat
• De bestuurbaarheid kan variëren bij meer of minder
belasting.
• Laat het voertuig niet bedienen door kinderen of
personen die niet vertrouwd zijn met het voertuig.
• Draag het voertuig niet over aan personen die niet
vertrouwd zijn met de bediening van het voertuig.
• Tijdens het rijden moet de bestuurder beide voeten
op de pedalen plaatsen; de passagier moet zijn
Voorzorgsmaatregelen voor veilig rijden
armen om het middel van de bestuurder slaan en
beide voeten op de achterste pedalen zetten.
• Voorkom overbelasting bij het vervoeren van
voorwerpen. Zorg ervoor dat deze goed vastzitten.
Extra voorzichtigheid is geboden.
• De werking van de functies is gerelateerd aan de
structuur van het voertuig; willekeurige modificaties
kunnen de bedienbaarheid van het voertuig
verslechteren, waardoor de levensduur wordt verkort
en de veiligheid van de bestuurder wordt belemmerd.
• Willekeurige aanpassing van een voertuig is een
wettelijk verboden handeling.
• Aanpassing van het voertuig kan leiden tot het
vervallen van de garantie.
5
1
3