In/uitfaden
Druk in de opnamepauzestand op Y (Û) om de opname te
beginnen met een fade-in. Druk op Y tijdens het opnemen
(Ü) om uit te faden en te pauzeren.
OPMERKINGEN
• Als u een fader gebruikt, wordt deze niet alleen toegepast op het beeld
maar ook op het geluid.
• Faders kunt u niet gebruiken in de volgende gevallen:
- Terwijl u het cinematografische filter [Oude film] gebruikt in de
stand
- Wanneer u scènes opneemt met decoraties.
- Wanneer u Video Snapshot-opnamen maakt.
- Terwijl pre-opname geactiveerd is.
• U kunt met de optie p
infaden of uitfaden naar/vanuit een zwart scherm of een wit scherm.
Handmatige belichtingsinstelling
Soms kunnen onderwerpen met tegenlicht te donker (onderbelicht)
overkomen of kunnen onderwerpen onder zeer sterke lichtbronnen te
helder of verblindend (overbelicht) overkomen. Om dit te corrigeren,
kunt u de belichting handmatig wijzigen of de functie Aanraking AE
gebruiken om voor het door u geselecteerde onderwerp automatisch
de optimale belichting in te stellen. Dit komt van pas als de helderheid
van het onderwerp dat u wilt opnemen, merkbaar helderder/donkerder
is dan de algehele helderheid van het beeld.
Bedieningsstanden:
WAAR U OP MOET LETTEN
• Selecteer een ander opnameprogramma dan [Š SCN: Vuurwerk].
1 Open het scherm van de belichtingsinstelling.
[FUNC.]
102
Video
.
>
>
[y Belichting]
[Faderinstelling] selecteren of u wilt