5
Voorbereiding van de installatie vanuit EMC-optiek
5
Elektrische installatie
5.1
Voorbereiding van de installatie vanuit EMC-optiek
Aanwijzingen
voor het ordenen
en plaatsen van
installatiemate-
riaal
10
De juiste keuze van kabels, een correcte aarding en goed functionerende potentiaalver-
effeningen zijn bepalend voor een succesvolle installatie van decentrale aandrijvingen.
Principieel dienen de desbetreffende normen toegepast te worden. Aanvullend hierop
dient bijzondere aandacht geschonken te worden aan:
•
Potentiaalvereffeningen
– onafhankelijk van de aardefunctie (beveiligingsgeleideraansluiting) dient gezorgd
te worden voor HF-geschikte potentiaalvereffening (zie ook EN (IEC) 60204-1 of
in Duitsland DIN VDE 0100 deel 540), bijvoorbeeld door
– verbindingen met een groot contactoppervlak van metalen (apparaat-)delen
– het gebruik van vlakke kabel (HF-litze)
– de kabelafscherming van signaalleidingen mag niet gebruikt worden voor
spanningsvereffening.
•
Signaalleidingen en 24V-voeding
– dienen gescheiden van leidingen met een hoog stoorpotentiaal (bijvoorbeeld
stuurleidingen van magneetventielen, motorleidingen) gelegd te worden.
•
Kabelwartels
– er dient een voor het Ex-gebruik toegelaten metalen EMC-wartel volgens
EN50014 toegepast te worden met een groot contactoppervlak voor de afscher-
ming (zie ook het hoofdstuk "Installatievoorschriften")
•
Kabelafscherming
– dient goede EMC-eigenschappen te hebben (hoge afschermingsdemping)
– mag niet alleen als mechanische bescherming van de kabel toegepast zijn
– dient aan de kabeleinden via een groot contactoppervlak aan de metalen behui-
zing van het apparaat via metalen EMC-kabelinvoeringen volgens EN50014 be-
vestigd te worden.
•
Verdere informatie
– Wij adviseren u ook de informatie van de SEW-brochure "Aandrijftechniek in de
praktijk, Elektro Magnetische Compatibiliteit" te raadplegen.
Installatiehandleiding "Veldbusmodulen MFP en MFI in Categorie 3D"