UNITBESTURING (PC-ARFH2E)
Waterpompconfiguratie
Snelheid van het Zwembad:
Selectie van het % voor de pompsnelheid
wanneer zwembad wordt gebruikt.
Overschrijdingstijd:
Extra werkingstijd van de waterpomp na
Vraag UIT.
Stopvoorwaarden:
•
Standaard
•
Thermo UIT: De waterpomp stopt na
Thermo UIT. (DSW5 pin 4 AAN).
Pomp Instellen:
Met deze optie kan de gebruiker de
hydraulische configuratie van het systeem
kiezen wanneer een hydraulische afscheider
wordt gebruikt.
Standaard: WP2 wordt aangesloten na WP3 door middel van
•
een hydraulische afscheider of rechtstreeks door middel van het
mengkitaccessoire van Hitachi. Telkens als WP2 wordt ingeschakeld,
wordt ook WP3 ingeschakeld om de warmte aan C2 door te geven.
Parallel: WP2 is rechtstreeks verbonden met de buffertank, parallel
•
met WP3. De werking van WP3 staat los van de werking van WP2.
Wanneer deze configuratie wordt gebruikt, kan het accessoire van
het mengkitaccessoire van Hitachi niet worden gebruikt.
Alleen beschikbaar wanneer de hydraulische afscheider is ingesteld.
Nacht verlaging
220
PMML0575 rev.2 - 03/2022
1 / 2
2 / 2
Verhouding van de vermindering van de capaciteit van de warmtepomp
Activeringsstatus van Nachtwerking (verminderde compressorbelasting
om het geluid te verminderen tijdens de nachtelijke uren)
Begintijd van Nachtwerkingsmodus
Stoptijd van "Nacht verlanging" modus
Bedrijfsmodus:
ΔT: Om de pompsnelheid te bedienen om de
•
ΔT tussen Two en Twi te waarborgen.
•
Oplossen: De waterpomp werkt aan het
snelheidspercentage dat is ingesteld in het
menu ruimtesnelheid.
Ruimtesnelheid:
Selectie van het % voor de pompsnelheid
wanneer de vaste modus is geselecteerd.
Snelheid warm tapwater:
Selectie van het % voor de pompsnelheid
wanneer warm tapwater wordt gebruikt.
Minimumtijd UIT:
Minimum tijd dat de waterpomp UIT staat.
•
Enkel wanneer de Economische modus actief
is (DSW)
Minimumtijd AAN:
Minimum tijd dat de waterpomp AAN staat.
•
Enkel wanneer de Economische modus actief
is (DSW)
Pompen tijdens DHW:
Deze optie maakt het mogelijk de waterpompen
te stoppen tijdens de werking van de
warmwatervoorziening. De waterpompen die
mogen stoppen, zijn die welke niet rechtstreeks
bij de opwarmingsprocedure voor warm water zijn
betrokken. Dit is WP2 en WP3, afhankelijk van de
hydraulische configuratie.