UNITBESTURING (PC-ARFH2E)
8.8.2.5 Configuratie warm tapwater (TW)
Ingestelde temperatuur:
De temperatuurinstelling van sanitair
warm water geselecteerd door de
gebruiker. De maximum waarde van
deze instelling is afhankelijk van de
maximum ingestelde temperatuur
die is ingesteld door de installateur.
(Van 30 tot maximum ingestelde
temperatuur).
Bediening WP:
Om de ingestelde temperatuur voor
warm tapwater te bereiken, kunt u
kiezen tussen twee bedieningsmodi:
• ΔT: De meest doeltreffende manier
om de ingestelde temperatuur te
bereiken. De afvoerwatertemperatuur
is 15 °C hoger dan de tanktemperatuur,
die geleidelijk aan toeneemt tot de
vooropgestelde afvoerwatertemperatuur
wordt bereikt (ingestelde temperatuur).
• Oplossen: Dit is de snelste manier om
de ingestelde temperatuur te bereiken.
De afvoerwatertemperatuur is ingesteld
op Bediening WP. De instelling van
Bediening WP kan enkel worden
gewijzigd als de Bediening WP vast is.
Instelling Bediening WP:
Selectie van de temperatuur voor TW
voor de vaste Bediening WP.
Maximum ingestelde temperatuur:
Maximumwaarde van de
temperatuurinstelling van tapwater
toegestaan door de installateur.
157
PMML0575 rev.2 - 03/2022
1 / 4
2 / 4
Status van TW:
• Uitgeschakeld
• Ingeschakeld.
Modus: Enkel beschikbaar wanneer het
verwarmingselement voor TW is geactiveerd
(DSW4 pin 3 AAN).
• Standaard: De verwarming van het tapwater
begint wanneer de temperatuur van het water
in de tank laag genoeg is om de warmtepomp
te starten. Het TW wordt opgewarmd
door de warmtepomp of het elektrische
verwarmingselement (indien elektrisch
verwarmingselement is ingeschakeld).
• Hoge vraag: De verwarming van het tapwater
wordt ingeschakeld als het verschil tussen de
watertemperatuur en de insteltemperatuur groter
is dan de differentiaaltemperatuur. Tapwater
kan worden opgewarmd met behulp van de
verwarmer, de warmtepomp of een combinatie
van beide.
Besturing:
• Hoge efficiëntie: De compressorwerking
is aangepast naar optimale efficiëntie voor
een lager energieverbruik. Het elektrische
verwarmingselement werkt enkel wanneer
de maximum bedrijfstemperatuur van de
warmtepomp wordt bereikt.
• Hoge snelheid: De warmtepomp wordt
ingesteld op de maximale bedrijfscapaciteit om de
tank in de korts mogelijke tijd op te warmen.
Differentiaaltemperatuur:
Waarde waarop de unit de verwarmingswerking
van de tank opnieuw opstart.
• Alleen beschikbaar als TW in de modus Hoge
vraag staat.
WP UIT differentiaaltemperatuur:
Hysterese voor het stoppen van de
verwarmingswerking voor TW met de
warmtepomp.
WP AAN differentiaaltemperatuur:
Hysterese voor het starten van de
verwarmingswerking voor TW met de
warmtepomp.