De startaccu en extra accu zijn met elkaar ver‐
bonden. Daarom kunt u de startaccu eveneens
opladen via de 230V-netaansluiting van het lokale
net (netstroom).
%
Maximale laadstroom voor het opladen van
de startaccu: 4 A.
12V-aansluitingen
1
12V-aansluiting
12V-aansluitingen bevinden zich op de volgende
plaatsen in het voertuig:
in de middenconsole boven het display van de
R
centrale bedieningseenheid
in de rechter zijbekleding achter
R
in de rechter zijbekleding naast de laadruim‐
R
tedeur.
Een contactdoos kan worden gebruikt voor
12V‑accessoires tot maximaal 120 W. De con‐
tactdoos werkt alleen wanneer het contact is
ingeschakeld.
%
Als het contact is ingeschakeld terwijl de
motor niet is gestart (stand 2), kunnen ver‐
bruikers de startaccu diep ontladen en start
de motor niet meer.
Water, gas en elektrische installatie
Usb-aansluitingen
Het voertuig heeft twee extra usb-aansluitingen:
één achter de chauffeursstoel aan de voor‐
R
zijde van het keukenblok
één op het dakframe aan de voorzijde van het
R
uitzetdak 1.
Via de usb-aansluitingen kunnen verbruikers met
een usb-aansluitkabel worden geladen. Voordat u
het uitzetdak sluit de verbruikers van de usb-aan‐
sluiting in het uitzetdak losmaken.
%
De usb-aansluitingen worden gevoed via het
230V- en het 12V-boordnet.
230V-aansluitingen
De 230V-aansluiting
1
chauffeursstoel aan de voorzijde van het keuken‐
blok.
Wanneer de 230V-netaansluiting tot stand is
gebracht en de aardlekschakelaar is ingescha‐
55
bevindt zich achter de