20
Openen en sluiten
Sluiten: Controleren of het voertuig horizon‐
#
taal staat. Anders sluit het uitzetdak mogelijk
niet correct.
Controleren of er geen takken of voorwerpen
#
tegen het dak aan liggen.
De leeslampjes uitschakelen.
#
Alle verbruikers van de usb-aansluiting in het
#
uitzetdak losmaken.
Controleren of zich geen voorwerpen in de
#
smalle ruimte tussen het insectengaas en de
ritssluiting bevinden.
De ritssluiting van de ruiten in het uitzetdak
#
sluiten.
Alle voorwerpen van het bedframe verwijde‐
#
ren.
Het bedframe omlaagzwenken en de matras
#
in de juiste stand leggen (
Controleren of het leeslampje niet het alumi‐
#
nium frame raakt en vlak tegen het dak aan
ligt.
Inschuiven
selecteren en ingedrukt houden.
#
Het uitzetdak stopt na 2/3 van de afstand
automatisch.
Van buitenaf controleren of de harmonica‐
#
hoes niet ingeklemd zit. Als de harmonica‐
hoes ingeklemd zit, het dak uitschuiven en
opnieuw inschuiven.
Inschuiven
selecteren en ingedrukt houden.
#
De aandrijfmotor schakelt uit.
ß dooft in de symbolenbalk.
Het uitzetdak is vergrendeld.
%
Wanneer het uitzetdak niet vergrendeld is en
u de motor start, klinkt een ononderbroken
waarschuwingssignaal als wegrijwaarschu‐
wing.
Opletten dat de harmonicahoes niet tussen
#
dak en carrosserie ingeklemd zit.
Noodbediening elektrisch uitzetdak bedienen
* AANWIJZING Beschadiging van de har‐
monicahoes door inklemmen
Als gevolg van over- en onderdruk kan de har‐
monicahoes heftig bewegen.
Als de harmonicahoes tussen carrosserie en
dak ingeklemd wordt, kan deze beschadigen.
Voor het bedienen van het uitzetdak een
#
zijruit of een deur openen.
pagina 37).
/
Takken en andere voorwerpen van de
#
harmonicahoes verwijderen voordat het
uitzetdak wordt gesloten.
Het bedframe omlaagzwenken en de
#
matras in de juiste stand leggen voordat
het uitzetdak wordt gesloten.
* AANWIJZING Materiële schade door
oververhitting van de leeslampjes
Ingeschakelde leeslampjes kunnen bij geslo‐
ten uitzetdak oververhit raken.
Omringende onderdelen kunnen door de hitte
beschadigd worden.
De leeslampjes voor het sluiten van het
#
uitzetdak uitschakelen en laten afkoe‐
len.
* AANWIJZING Beschadiging van het uit‐
zetdak door kantelen
Als het uitzetdak bij het omlaagbrengen kan‐
telt, kan dit worden beschadigd.
Het uitzetdak voorzichtig omlaagbren‐
#
gen. Daarbij ofwel beide zijden gelijkma‐
tig omlaagbrengen of elke zijde afwisse‐
lend telkens maximaal 10 cm.
Meerdere malen controleren of het uit‐
#
zetdak aan beide zijden gelijkmatig
omlaaggaat.
Multimediasysteem:
Mercedes-Benz Advanced Control Unit
4
Wonen
Uitzetdak
5
5
Het elektrische uitzetdak kan na een storing in de
elektronica niet meer normaal worden ingescho‐
ven. Via een noodbediening kan het uitzetdak
toch worden ingeschoven.