Watervoorziening
Schoonwaterreservoir
Aanwijzingen met betrekking tot het schoon‐
waterreservoir
* AANWIJZING Schade aan de waterpomp
door drooglopen
De waterpomp mag niet zonder water worden
gebruikt.
Wanneer de waterpomp in het schoonwater‐
reservoir niet voldoende is gevuld, kan deze
worden beschadigd.
Voor gebruik het vulniveau van het
#
schoonwaterreservoir controleren.
* AANWIJZING Schade aan de watervoor‐
ziening door bevriezing
Water in de schoonwater- en grijswatertank
kan in de winter bevriezen en het reservoir
beschadigen.
Indien de watervoorziening in de winter
#
niet wordt gebruikt, de schoonwater- en
grijswatertank aftappen.
De waterpomp in het schoonwaterreservoir voert
het water naar de waterkraan van de spoelbak en
naar de aansluiting voor de buitendouche in het
achtergedeelte. De waterpomp wordt automa‐
tisch ingeschakeld als de betreffende verbruiker
wordt gebruikt.
Bij twijfel over de zuiverheid van het schone
water als voorzorgsmaatregel een desinfecte‐
ringsmiddel aan het water toevoegen. Desinfecte‐
ringsmiddel is verkrijgbaar bij campingspecialis‐
ten en bij apotheken.
Vulniveau van het schoonwaterreservoir
weergeven
Mercedes-Benz Advanced Control:
Mercedes-Benz Advanced Control Unit
4
Toevoer
Schoon water
5
5
Schoon water
selecteren.
#
Het display toont het vulniveau van het schoon‐
waterreservoir. 100% markeert een vol schoonwa‐
terreservoir. Als 25% wordt weergegeven, bevindt
zich nog circa negen liter schoon water in het
reservoir.
%
Als het schoonwaterreservoir leeg is, wordt
ã in de symbolenbalk van de Mercedes-
Water, gas en elektrische installatie
Benz Advanced Control permanent rood
weergegeven.
Schoonwaterreservoir vullen
* AANWIJZING Gevaar voor beschadiging
door vullen onder druk
Als het schoonwaterreservoir onder druk
wordt gevuld, kan het interieur overstromen
en worden beschadigd.
Het schoonwaterreservoir niet onder
#
druk vullen.
De vulpijp voor het schoonwaterreservoir
bevindt zich achter de onderhoudsklep in het
achtergedeelte aan chauffeurszijde.
De onderhoudsklep omhoogklappen.
#
De dop van de vulpijp
#
grendelen.
De dop linksom draaien en verwijderen.
#
Schoon water bijvullen.
#
De dop op de vulpijp
#
de eerste vergrendeling rechtsom draaien.
De dop met de sleutel afsluiten.
#
De onderhoudsklep sluiten en aan beide zij‐
#
den aandrukken, zodat beide borgnokken
vastklikken.
%
Bij het rijden door bochten met een volledig
gevuld schoonwaterreservoir kunnen kleine
hoeveelheden schoon water via de gefor‐
ceerde ontluchting naast de dop naar buiten
komen.
49
1
1
met de sleutel ont‐
1
aanbrengen en tot