16
Beveiliging
Beveiliging
Telefoon en SIM-kaart zijn via meer-
dere codes beveiligd tegen misbruik.
Bewaar deze codes op een veilige en
vaste plaats waar u ze altijd kunt terug-
vinden.
Codes
PIN-code
Beveiligt uw SIM-kaart (per-
soonlijk identificatienummer).
PIN2-
Is vereist om de gesprekskos-
code
tenweergave in te stellen en
voor extra functies van spe-
ciale SIM-kaarten.
PUK-
Sleutelcode. Hiermee wordt
code
de blokkering opgeheven van
PUK2-
SIM-kaarten die na invoer van
code
een onjuiste PIN-code zijn
geblokkeerd.
Toestel-
Beveiligt uw telefoon. Deze
code
code dient u bij de eerste
beveiligingsinstelling zelf vast
te leggen.
¢
¢
Beveiliging
C
T
¢
Codes
¢
Functie selecteren.
PIN-gebruik
Direct na het inschakelen vraagt het
toestel meestal om de PIN-code.
U kunt deze controle uitschakelen,
maar riskeert dan wel dat ook onbe-
voegden het toestel kunnen gebrui-
ken. Bij sommige providers kunt u
deze beveiliging niet uitschakelen.
Indrukken.
§Selectie§
PIN-code invoeren.
J
Invoer bevestigen.
C
Indrukken.
§Wijzigen§
Bevestigen.
C
PIN wijzigen
U kunt de PIN-code wijzigen in een
getal (van 4 tot 8 cijfers) dat u beter
kunt onthouden.
Huidige PIN-code invoe-
J
ren.
Indrukken.
C
,
Nieuwe PIN-code invoeren.
C
J
,
Nieuwe PIN-code herhalen.
C
J