FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
SIGNALEN WAARSCHUWINGSHOORN
Als de contactsleutel op ON (AAN) staat, klinkt de hoorn heel even als test om aan te tonen dat hij werkt.
De waarschuwingshoorn laat een continu signaal of korte signalen met tussenpozen horen. Hierdoor wordt de
gebruiker gewaarschuwd en kunnen de volgende situaties worden aangegeven. Raadpleeg voor visuele
weergave van de specifieke motorfuncties en voor extra motorgegevens de volgende SmartCraft-product -
informatie.
Functie
Opstarten
Eén piepje
Te weinig olie in
Vier piepjes, om de 2
reservoir
minuten
Water in brandstof
Vier piepjes, om de 2
minuten
Probleem met het
Continu
koelsysteem
Oliepeil is gevaarlijk
Continu
laag
Oliepomp is defect
Continu
Overtoeren
Continu
Sensor verkeerd
Continu
afgesteld
Onderbroken
signaal
ENGINE GUARDIAN SYSTEM
Het Engine Guardian System bewaakt de uiterst belangrijke sensoren op de motor voor vroege aanwijzingen
van problemen. Het systeem reageert op een probleem door een continu signaal te laten horen en/of het
vermogen van de motor te verminderen ter bescherming van de motor.
Neem gas terug als het Guardian System wordt geactiveerd. De hoorn gaat uit als het toerental weer onder de
toegestane limiet valt. Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie.
Waarschuwingshoorn
Geluid
Normale systeemtest.
Oliepeil is laag in het op de motor gemonteerde
motoroliereservoir. Vul het op de motor gemonteerde
motoroliereservoir tegelijk met de losse olietank. Zie Brandstof en
olie.
Het water in het waterscheidende brandstoffilter bereikt het
hoogste peil. Het water kan uit het filter verwijderd worden. Zie
Onderhoud - Brandstofsysteem voor filterverwijdering.
Het motorbewakingssysteem is geactiveerd. De
vermogensbegrenzing varieert, afhankelijk van de mate van
oververhitting. Schakel de buitenboordmotor in neutraal en
controleer of er voortdurend een straal water uit de
indicatieopening van de waterpomp komt. Als er geen of alleen af
en toe water uit de waterpomp-indicatieopening komt, zet u de
motor af en controleert u of de waterinlaatopeningen verstopt zijn.
Het Guardian-systeem moeten worden gereset voordat de motor
op hogere snelheid zal draaien. Als u de gashendel terugzet naar
stationair, wordt het systeem gereset.
Het motorbewakingssysteem is geactiveerd. Het motorvermogen
wordt begrensd. Het oliepeil is gevaarlijk laag in het op de motor
gemonteerde motoroliereservoir. Vul het op de motor
gemonteerde motoroliereservoir tegelijk met de losse olietank.
Het motorbewakingssysteem is geactiveerd. Het motorvermogen
wordt begrensd. De waarschuwingshoorn wordt geactiveerd als
de elektra van de oliepomp niet meer werkt. Er wordt geen
smeerolie aan de motor geleverd.
De waarschuwingshoorn wordt altijd geactiveerd als het
motortoerental het maximaal toelaatbare toerental overschrijdt.
Het systeem houdt het motortoerental binnen het toegestane
bereik. Een te hoog toerental geeft een toestand aan die
gecorrigeerd moet worden. Overtoeren kan veroorzaakt worden
door een verkeerde motorhoogte of trimhoek, een versleten
jetpompwaaier enz.
Het motorbewakingssysteem is geactiveerd. Het motorvermogen
wordt begrensd.
Beschrijving
24