BRANDSTOF EN OLIE
BELANGRIJK: Bij gebruik van een Mercury Marine met alcoholhoudende benzine moet langdurige opslag van
de benzine in de brandstoftank vermeden worden. Lange opslagperioden (gebruikelijk voor boten) veroorzaken
specifieke problemen. In auto's wordt alcoholhoudende benzine doorgaans opgebruikt voordat deze voldoende
vocht absorbeert om problemen te veroorzaken; boten daarentegen worden dikwijls zo lang niet gebruikt dat er
fasescheiding kan plaatsvinden. Ook kan er zich tijdens opslag inwendige corrosie voordoen als de alcohol de
beschermende olielaag van de interne onderdelen heeft verwijderd.
Aanbevelingen olie
Aanbevolen olie
MercuryOptiMax/DFI of Quicksilver DFI 2-takt motorolie
Mercury OptiMax/DFI of Quicksilver DFI 2-takt motorolie wordt aanbevolen voor uw motor. Als er geen Mercury
OptiMax/DFI of Quicksilver 2-takt motorolie verkrijgbaar is, bevelen we het gebruik aan van Mercury of
Quicksilver TC-W3 Premium Plus 2-takt olie. Gebruik van olie van slechte kwaliteit kan ernstige motorschade
veroorzaken.
Brandstoftoevoegingen
Om koolafzetting in de motor tot een minimum te beperken raden wij aan om steeds wanneer u tijdens het
vaarseizoen tankt, Mercury of Quicksilver Quickleen Engine Treatment (motorbehandeling) aan de brandstof
van de motor toe te voegen. Gebruik de toevoeging volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Brandstofvereisten
Gebruik geen voorgemengde benzine en olie in deze motor. De mortor krijgt automatisch extra olie tijdens het
inlopen van de motor. Gebruik verse, aanbevolen benzine tijdens en na de inloopperiode van de motor.
Voorkom brandstofstroomrestrictie
BELANGRIJK: Het toevoegen van componenten aan het brandstoftoevoersysteem (filters, kleppen, fittingen,
enz.), kan de brandstofstroom belemmeren. Hierdoor kan de motor bij lage snelheid afslaan en/of kan het
brandstofmengsel bij een hoge tpm te arm zijn, waardoor motorschade veroorzaakt kan worden.
Vullen van de externe olietank
Verwijder de vuldop en vul met de gespecificeerde olie. De inhoud van de olietank is11,5 liter (3 gallon). Plaats
de brandstofdop terug en draai hem aan.
BELANGRIJK: Controleer altijd of de olietankdoppen stevig zijn vastgeschroefd. Een luchtlek verhindert
oliedoorstroming naar de motor.
2723
Vullen van de op de motor gemonteerde olietank
NB: Deze tank hoeft alleen gevuld te worden als het oliepeil daalt en het waarschuwingssysteem voor laag
oliepeil wordt geactiveerd.
1.
Verwijder de motorkap.
21