®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
4-16 Koppelbegrenzing motormodus
Range:
110.0 %*
[0.0 - 1000.0 %]
4-17 Koppelbegrenzing generatormodus
Range:
100.0 %*
[0.0 - 1000.0 %]
4-18 Stroombegr.
Range:
110.0 %*
[1.0 - 1000.0 %]
4-19 Max. uitgangsfreq.
Range:
100.0 Hz*
[1.0 - 1000.0 Hz]
Functie:
Stel de maximale koppelbegrenzing voor motorwerking in. De koppelbegrenzing is actief in het
snelheidsbereik tot en met de ingestelde nominale motorsnelheid in Par.1-25
Om de motor te beschermen tegen het bereiken van het uitvalkoppel is de standaardinstelling 1,1
x het nominale motorkoppel (berekende waarde). Zie ook Par.14-25
voor meer informatie.
Wanneer een instelling in Par.1-00
gewijzigd, wordt Par.4-16
Koppelbegrenzing motormodus
standaardinstelling.
Functie:
Stel de maximale koppelbegrenzing voor generatorwerking in. De koppelbegrenzing is actief in het
snelheidsbereik tot en met de nominale motorsnelheid (Par.1-25
14-25
Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.
Wanneer een instelling in Par.1-00
Koppelbegrenzing generatormodus
gewijzigd, wordt Par.4-17
standaardinstelling.
Functie:
Voer de stroomgrens voor motor- en generatorwerking in. Om de motor te beschermen tegen het
bereiken van het uitvalkoppel is de standaardinstelling 1,1 x de nominale motorstroom (ingesteld
Motorstroom
in Par.1-24
). Wanneer een instelling in Par.1-00
trole draair. motor
wordt gewijzigd, worden Par.4-16
4-18
Stroombegr.
niet automatisch teruggezet naar de standaardinstelling.
Functie:
Stel de maximale uitgangsfrequentie in. Par.4-19
grenzing van de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer voor een verbeterde veiligheid voor
toepassingen waarbij onbedoelde, te hoge snelheden moeten worden vermeden. Deze absolute
begrenzing geldt voor alle configuraties, ongeacht de instelling in Par.1-00
parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
MG.11.C6.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
3 Parameterbeschrijving
Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.
Configuratiemodus
tot Par.1-28
Controle draair. motor
niet automatisch teruggezet naar de
Nom. motorsnelheid
voor meer informatie.
Configuratiemodus
Controle draair. motor
tot Par.1-28
niet automatisch teruggezet naar de
Configuratiemodus
Koppelbegrenzing motormodus
Max. uitgangsfreq.
specificeert de absolute be-
Nom. motorsnelheid
.
wordt
3
). Zie Par.
wordt
Con-
tot Par.1-28
tot Par.
Configuratiemodus
. Deze
63