Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT HVAC Drive FC 100 Series Programmeerhandleiding pagina 211

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 100 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
22-37 Hoge snelh. [Hz]
Range:
0.0 Hz*
[0.0 - par. 4-14 Hz]
22-38 Verm. hoge snelh. [kW]
Range:
0 kW*
[0.00 - 0.00 kW]
22-39 Verm. hoge snelh. [pk]
Range:
0 hp*
[0.00 - 0.00 hp]
3.20.3 22-4* Slaapstand
Als de belasting op het systeem het mogelijk maakt om de motor te stoppen en de belasting wordt bewaakt, kan de motor worden gestopt door de
slaapstandfunctie in te schakelen. Dit is geen normaal stopcommando; de motor zal uitlopen tot 0 tpm en niet langer worden voorzien van spanning. Als
het systeem in de slaapstand staat, worden bepaalde condities bewaakt om te bepalen wanneer het systeem weer wordt belast.
Slaapstand kan worden ingeschakeld via
signaal-flowschema in parametergroep 22-2*
Slaapstand
programmeren als
[66] via de parameters voor het configureren van de digitale ingangen, par. 5-1*). De slaapstand wordt alleen geactiveerd
wanneer er geen reactiveringscondities aanwezig zijn.
Om het mogelijk te maken om bijv. een elektromechanische flowschakelaar te gebruiken om een conditie zonder stroming te detecteren en de Slaapstand
in te schakelen, vindt de actie plaats op de voorflank van het externe signaal dat wordt toegepast (anders zou de frequentieomvormer nooit meer uit de
Slaapstand komen, aangezien het signaal continu aangesloten zou zijn).
NB!
Als de slaapstand moet worden gebaseerd op
Slaapstand
ingesteld op
Destaging bij geen flow
Als Par.25-26
(indien ingeschakeld) gestuurd om secundaire pompen (vaste snelheid) gefaseerd uit te schakelen voordat de hoofdpomp (variabele snelheid) wordt
gestopt.
Wanneer de slaapstand actief wordt, dan verschijnt de tekst 'Slaapstand' op de onderste statusregel van het lokale bedieningspaneel.
Zie ook het signaal-flowschema in sectie 22-2*
Er zijn drie manieren om de Slaapstandfunctie te gebruiken:
Functie:
Moet worden gebruikt als Par.0-02
TPM
als
is geselecteerd).
Stel de snelheid in voor een niveau van 85%.
De functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow
op te slaan.
Functie:
Moet worden gebruikt als Par.0-03
Noord-Amerika
niet zichtbaar als
Stel het energieverbruik in op een snelheidsniveau van 85%.
Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow
op te slaan.
Functie:
Moet worden gebruikt als Par.0-03
niet zichtbaar als
Internationaal
Stel het energieverbruik in op een snelheidsniveau van 85%.
Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow
op te slaan.
Detectie geen flow/Detectie lage snelh.
Detectie geen flow
) of via een extern signaal dat wordt toegepast op een van de digitale ingangen (te
Detectie geen flow/Detectie lage snelh.
[1].
Ingesch
is ingesteld op
. wordt door het inschakelen van de slaapstand een commando naar de cascaderegelaar
Detectie geen flow
.
MG.11.C6.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Eenh. motortoerental
is ingesteld op
Regionale instellingen
is ingesteld op
is geselecteerd).
Regionale instellingen
is ingesteld op
is geselecteerd).
(te programmeren via de parameters voor
moet Par.22-23
3 Parameterbeschrijving
Hz
(parameter niet zichtbaar
3
Internationaal
(parameter
Noord-Amerika
(parameter
Detectie geen flow
; zie het
Functie geen flow
worden
211

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave