®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
3.13.2 13-0* SLC-instellingen
Gebruik de SLC-instellingen om de Smart Logic Control in- en uit te schakelen of te resetten.
13-00 SL- controllermodus
Option:
[0] *
Uit
[1]
Aan
13-01 Gebeurt. starten
Option:
[0] *
FALSE
[1]
TRUE
[2]
Actief
[3]
Binnen bereik
[4]
Op referentie
[5]
Koppelbegr.
[6]
Stroombegr.
[7]
Buiten stroombereik
[8]
Onder I, laag
[9]
Boven I, hoog
[10]
Buiten snelh.-bereik
[11]
Onder snelh., laag
[12]
Boven snelh., hoog
[13]
Buiten terugk.bereik
[14]
Onder terugk., laag
[15]
Boven terugk., hoog
[16]
Therm. waarsch.
[17]
Netsp. buiten bereik
[18]
Omkeren
[19]
Waarsch.
[20]
Alarm (uitsch.)
[21]
Alrm (uitsch & blok)
[22]
Comparator 0
[23]
Comparator 1
[24]
Comparator 2
[25]
Comparator 3
[26]
Log. regel 0
[27]
Log. regel 1
[28]
Log. regel 2
[29]
Log. regel 3
Functie:
Schakelt de Smart Logic Controller uit.
Schakelt de Smart Logic Controller in.
Functie:
Selecteer de booleaanse ingang (TRUE of FALSE) voor het activeren van de Smart Logic Control.
Voert de vaste waarde FALSE in de logische regel in.
Voert de vaste waarde TRUE in de logische regel in.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.
Gebruik het resultaat van comparator 0 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van comparator 1 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van comparator 2 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van comparator 3 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van logische regel 0 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van logische regel 1 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van logische regel 2 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van logische regel 3 in de logische regel.
MG.11.C6.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
3 Parameterbeschrijving
3
135