3 Parameterbeschrijving
22-30 Verm. geen flow
Range:
0.00 kW*
[0.00 - 0.00 kW]
22-31 Verm.correctiefactor
3
Range:
100 %*
[1 - 400 %]
22-32 Lage snelh. [tpm]
Range:
0 RPM*
[0 - par. 22-36 RPM]
22-33 Lage snelh. [Hz]
Range:
0 Hz*
[0.0 - par. 22-37 Hz]
22-34 Verm. lage snelh. [kW]
Range:
0 kW*
[0.00 - 0.00 kW]
22-35 Verm. lage snelh. [pk]
Range:
0 hp*
[0.00 - 0.00 hp]
22-36 Hoge snelh. [tpm]
Range:
0 RPM*
[0 - par. 4-13 RPM]
210
Functie:
Uitlezing van het berekende vermogen bij geen flow bij de actuele snelheid. Als het vermogen onder
de displaywaarde zakt, zal de frequentieomvormer deze conditie beschouwen als een situatie zonder
flow.
Functie:
Voer correcties uit op het berekende vermogen bij Par.22-30
Als een situatie zonder flow wordt gedetecteerd, terwijl deze niet zou moeten worden gedetecteerd,
moet een lagere waarde worden ingesteld. Als een situatie zonder flow echter niet wordt gedetec-
teerd, terwijl deze wél zou moeten worden gedetecteerd, moet de waarde worden verhoogd tot
meer dan 100%.
Functie:
Eenh. motortoerental
Moet worden gebruikt als Par.0-02
TPM
als
is geselecteerd).
Stel de snelheid in voor een niveau van 50%.
Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow
op te slaan.
Functie:
Eenh. motortoerental
Moet worden gebruikt als Par.0-02
als
TPM
is geselecteerd).
Stel de snelheid in voor een niveau van 50%.
De functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow
op te slaan.
Functie:
Moet worden gebruikt als Par.0-03
Regionale instellingen
niet zichtbaar als
Noord-Amerika
is geselecteerd).
Stel het energieverbruik in voor een snelheidsniveau van 50%.
Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow
op te slaan.
Functie:
Regionale instellingen
Moet worden gebruikt als Par.0-03
Internationaal
niet zichtbaar als
is geselecteerd).
Stel het energieverbruik in voor een snelheidsniveau van 50%.
Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow
op te slaan.
Functie:
Eenh. motortoerental
Moet worden gebruikt als Par.0-02
TPM
als
is geselecteerd).
Stel de snelheid in voor een niveau van 85%.
De functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow
op te slaan.
MG.11.C6.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Verm. geen flow
.
Hz
is ingesteld op
(parameter niet zichtbaar
Hz
is ingesteld op
(parameter niet zichtbaar
is ingesteld op
Internationaal
Noord-Amerika
is ingesteld op
Hz
is ingesteld op
(parameter niet zichtbaar
(parameter
(parameter