3 Parameterbeschrijving
3
25-26 Destaging bij geen flow
Option:
[0] *
Uitgesch.
[1]
Ingesch.
25-27 Staging-functie
Option:
[0]
Uitgesch.
[1] *
Ingesch.
25-28 Staging-functietijd
Range:
15 s*
[0 - 300 s]
25-29 Destaging-functie
Option:
[0]
Uitgesch.
[1] *
Ingesch.
248
Functie:
De parameter Destaging bij geen flow zorgt ervoor dat de pompen met vaste snelheid in een situatie
zonder stroming één voor één gefaseerd zullen worden uitgeschakeld totdat het signaal Geen flow
verdwijnt. Hiervoor is het nodig dat Detectie geen flow actief is. Zie par. 22-2*.
Als Destaging bij geen flow is uitgeschakeld, zal de cascaderegelaar het normale gedrag van het
systeem niet wijzigen.
Functie:
Staging-functie
Uitgesch
Als
is ingesteld op
activeerd.
Functie:
De Staging-functietijd wordt ingesteld om veelvuldige staging van de pompen met vaste snelheid
te voorkomen. De Staging-functietijd start als Par.25-27
en de pomp met variabele snelheid draait op
begr. [RPM]
of Par.4-14
Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
snelheid in de stoppositie staat. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, vindt staging van een
pomp met vaste snelheid plaats.
Functie:
De Destaging-functie zorgt ervoor dat er zo weinig mogelijk pompen draaien om energie te besparen
en de circulatie van stilstaand overloopwater in de pomp met variabele snelheid te voorkomen. Als
Uitgesch
de Destaging-functie op
. [0] is ingesteld, zal Par.25-30
ingeschakeld.
MG.11.C6.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Staging-functietijd
. [0] zal Par.25-28
Staging-functie
is ingesteld op
Motorsnelh. hoge begr.
(Par.4-13
) en bovendien een van de pompen met vaste
Destaging-functietijd
niet worden ge-
Ingesch
. [1]
Motorsnelh. hoge
niet worden