veereenheid in om de gewenste lengte te
bereiken.
Figuur 58
1. Parkeerrem
2. Stuurhendel
3. Snelheidshendel
8.
Stel de lengte van de verbinding in met de 2
moeren onderaan de verticale veereenheid
(Figuur
59).
Opmerking:
De verbinding moet een lengte
hebben van 22,7 tot 23,3 cm.
g020489
4. Verticale veereenheid
5. Moer
6. 6 tot 7 cm
1. 22,7 tot 23,3 cm
9.
Zet de remmen aan en uit om het goed
inschakelen en loskomen te controleren. Wijzig
de instelling indien noodzakelijk.
Opmerking:
zijn moet er weinig tot geen speling zijn in de
verbinding, en mogen de remmen niet aanlopen.
50
Figuur 59
2. Moeren
Als de remmen uitgeschakeld
g020525