Onderhoud
Veiligheid bij onderhoud
•
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat
de kans dat iemand de motor per ongeluk start
waardoor u en andere omstanders ernstig letsel
kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het
contact voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert aan de machine.
•
Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel
verlaat:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Schakel de aandrijvingen uit.
– Stel de parkeerrem in werking.
– Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
– Laat de onderdelen van de machine afkoelen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Laat personeel dat niet bekend is met de
instructies, nooit onderhoudswerkzaamheden aan
de machine uitvoeren.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
bewegende onderdelen of hete oppervlakken.
Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de
motor loopt.
•
Haal voorzichtig de druk van onderdelen met
opgeslagen energie.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Na de eerste 50 bedrijfsuren
Na de eerste 100
bedrijfsuren
Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 40 bedrijfsuren
Onderhoudsprocedure
• Ververs de olie in alle 3 tandwielkastbehuizingen en voeg indien nodig olie toe.
• Het koppel van de wielmoeren controleren.
• De torsie van de moer van de wielnaaf controleren.
• Controleer de afstelling van de parkeerrem.
• Vervang het hydraulische filter en ververs de hydraulische vloeistof in het reservoir
als u om het even welk type vloeistof gebruikt.
• Controleer het veiligheidssysteem (interlock).
• Smeer de naven van de zwenkwielen voor met vet (dit moet vaker gebeuren als de
machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden).
• Controleer het luchtfilter op vuile, losse of beschadigde onderdelen.
• Oliepeil controleren.
• Reinig het motorscherm en de oliekoeler.
• Maak de hydraulische pompen schoon.
• Controleer de maaimessen.
• Het maaidek reinigen.
• Verwijderen van vervuiling van de machine.
• Smeer de aandrijfas met vet (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt
in stoffige of vuile omstandigheden).
• De bandenspanning controleren.
• Alle riemen op slijtage en scheurtjes controleren.
• Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.
•
Controleer de werking van de parkeerrem
regelmatig. Indien nodig moet u deze afstellen en
een onderhoudsbeurt geven.
•
Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen.
Controleer regelmatig of ze goed werken.
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheid, de
geluiddemper, de aandrijvingen, de grasvanger en
de motor om brand te voorkomen.
•
Verwijder gemorste olie of brandstof en met
brandstof doortrokken rommel.
•
Vertrouw niet op een hydraulisch systeem of
mechanische krik om de machine te ondersteunen;
ondersteun de machine altijd met kriksteunen.
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede
staat verkeren en alle bevestigingselementen
stevig vastzitten, in het bijzonder het
bevestigingsmateriaal van de maaimessen.
Vervang versleten of beschadigde stickers.
•
Koppel de accu af voordat u reparaties aan de
machine verricht. Maak eerst de minpool van de
accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de
pluspool van de accu en daarna de minpool.
•
Om veilige en optimale prestaties te verkrijgen,
moet u ter vervanging alleen originele Toro
onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik ter
vervanging nooit onderdelen en accessoires van
andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn.
Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product
komt te vervallen.
31